Als iemand in de bijstand aantoonbaar en verwijtbaar geen inspanningen levert om Nederlands te leren, bestaat de kans dat de uitkering wordt verlaagd of uiteindelijk zelfs wordt stopgezet. Staatssecretaris van Sociale Zaken Jetta Klijnsma (PvdA) stuurt dat voorstel naar de Tweede Kamer. Het Kabinet doet daarmee een afspraak uit het regeerakkoord gestand.
Het Kabinet stelt voorwaarden aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand ‘om de kans op betaald werk te vergroten’.
Klijnsma:
“Het gaat erom dat je je kunt uitdrukken en verstaanbaar kunt maken op het werk en in het dagelijks leven.”
De gemeente zal de wet moeten gaan uitvoeren. Wanneer bij iemand die recht heeft op bijstand sprake is van een heel beperkte taalbeheersing die een uitstroom uit de bijstand naar werk vrijwel onmogelijk maakt, zal de gemeente deze persoon verplichten zich het Nederlands binnen een redelijke termijn machtig te maken. Het gaat dan om een taalniveau dat aansluit bij de eisen die nu gelden op grond van de Wet inburgering.
Ook het Inburgeringsexamen voor nieuwkomers gaat verandert worden met het oog op werk. nieuwkomers moeten een sollicitatiebrief schrijven en een CV opstellen. Ook moeten ze het kunnen inschatten wat de eigen kansen zijn op een bepaald beroep en het opbouwen van een netwerk. Het extra examenonderdeel kost de inburgeraar 100 euro. In totaal kost het de nieuwkomer 350 euro om een examen te kunnen doen.