De Amerikaanse president Barack Obama heeft het Congres gevraagd om 500 miljoen dollar (ruim 367 miljoen euro). Hiermee zouden niet-extremistische Syrische rebellen getraind en uitgerust moeten worden. Volgens het Witte Huis wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat de Amerikaanse steun in handen valt van vijanden van de VS, die op hun beurt ook tegen de Syrische president Bashar al-Assad vechten.
Obama is onder druk gezet door enkele parlementariërs om meer steun te geven aan de rebellen in de al 3 jaar durende oorlog. Een van hen is de Republikein en oud-presidentskandidaat John McCain. Obama kreeg onder meer het verwijt dat hij maandenlang besluiteloos is geweest en dat Assad zo de kans heeft gekregen zicht te herstellen.
De Amerikaanse president had eind mei in een toespraak beloofd dat hij “de steun zou opvoeren voor diegenen in de Syrische oppositie die het beste alternatief bieden voor terroristen en wrede dictators”.
Hierbij wil de VS wel koste wat kost voorkomen dat het Amerikaanse materieel terechtkomt bij radicale groepen als de Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS) en het aan al-Qaeda gelieerde al-Nusra Front. De rebellengroepen die steun zullen ontvangen worden vooraf doorgelicht.