Tegen oud-rechter Wicher Wedzinga is vrijdag door het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam een voorwaardelijke werkstraf van 50 uur geëist. De 56-jarige Wedzinga wordt er in een al jaren voortslepende zaak van beschuldigd dat hij als raadsheer van het gerechtshof in Leeuwarden het geheim van de raadkamer heeft geschonden. Advocaat Peter Plasman vindt dat Wedzinga geen eerlijk proces heeft gehad.
Wedzinga gaf in 2007 blijk van zijn twijfels over een veroordeling in een brief aan voormalig advocaat Piet Doedens. Daarop volgde aangifte en een lange, complexe procedure, waarvan het proces in Amsterdam het jongste hoofdstuk is.
Geldnet
De zaak waarover Wedzinga schreef ging over een overval op een filiaal van Geldnet. De cliënt van Doedens was Danny K. Die werd in eerste instantie vrijgesproken, maar Wedzinga en zijn collega-rechters veroordeelden hem in hoger beroep tot 12 jaar cel. Doedens gebruikte Wedzinga’s brief voor een herzieningsverzoek. K. is momenteel hoofdverdachte in een grote witwaszaak.
Geseponeerd
Aanvankelijk seponeerde het OM de zaak tegen Wedzinga, maar via een klachtprocedure kwam het alsnog tot vervolging en een veroordeling. Via de Hoge Raad kwam de zaak in Amsterdam terecht. Daar werd de zaak eerst van tafel werd geveegd. In hoger beroep draaide het Amsterdamse hof die ontwikkeling weer terug.
Volgens Plasman moet de zaak nu opnieuw van tafel, omdat het OM volgens hem niet had mogen terugkomen op de eerdere beslissing te seponeren. Ook meent hij dat een van Wedzinga’s oud-collega’s in Leeuwarden zich oneigenlijk met de loop van de zaak heeft bemoeid en het Amsterdamse hof heeft beïnvloed.
Vervolging van een (oud-)rechter wegens lekken uit de raadkamer is een unieke aangelegenheid. Wedzinga, die vrijdag niet bij de zitting was, erkent dat hij de brief heeft geschreven, maar vindt dat hij niet uit de school is geklapt. Het OM vindt dat hij “in relatief beperkte mate” wel heeft gedaan.
Rammende rechter
Wedzinga haalde jaren geleden het nieuws door de mishandeling van zijn vriendin. In dat kader bedacht hij de bijnaam ,,de rammende rechter” voor zichzelf.