Nieuwe Revu had geen foto’s mogen publiceren van prinses Amalia op het hockeyveld. Dat heeft de Amsterdamse rechter vandaag bepaald. Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer weegt klaarblijkelijk zwaarder dan het recht op vrijheid van meningsuiting.
Nieuwe Revu publiceerde de foto’s om de door Willem-Alexander in 2005 ingestelde mediacode ter discussie te stellen, schrijft RTL Nieuws. De code, die is bedoeld om de privacy van de koninklijke familie te beschermen, is juridisch gezien niet bindend. Media die zich niet aan de code houden, worden niet meer toegelaten tot speciale fotoshoots en andere persmomenten met het Koninklijk huis.
In een reactie tegen ThePostOnline zegt hoofdredacteur van Nieuwe Revu Erik Noomen “buitengewoon teleurgesteld” te zijn in de uitspraak van de rechter. “We zijn vol vertrouwen naar de rechtbank gegaan, omdat we ervan uitgingen dat we een stevig punt hadden. We wilden voornamelijk helderheid hebben van de rechter over wat wel en niet mag wanneer het op foto’s van het Koninklijk huis aankomt, maar daar heeft de rechter zijn vingers helaas niet aan willen branden. Op dat punt zijn we niet niet ontvankelijk verklaard.”
“Volgens de rechter hebben de foto’s van Amalia als aanvoerder op een hockeyveld niet genoeg nieuwswaarde en dus was het moment niet urgent genoeg om erover te publiceren. Stel dat ze ooit iemand blesseert op het hockeyveld of zelf geblesseerd raakt en we schrijven daar over, dan mogen we dezelfde foto’s een volgende keer wél gebruiken. Dat geeft enige speelruimte, maar laat ook direct zien hoe onzeker het blijft. Bij elke publicatie over het koninklijk huis hangt er een juridisch zwaard van Damocles boven het hoofd. Elke keer opnieuw zal de rechter zich moeten buigen over de vraag of een foto al dan niet voldoende nieuwswaarde heeft.”
“Ons koningshuis heeft verbazingwekkend veel privileges en bovendien zijn hun zakken aanmerkelijk dieper dan die van welke journalistieke organisatie in Nederland dan ook. Dat heeft niks te maken met persvrijheid en bovendien maak je als redactie geen journalistieke keuze, maar vooral een kostenoverweging. Als vrije pers wil je niet in een dergelijke gemoedstoestand komen. Bovendien geven we het geld liever uit aan grondige onderzoeksjournalistiek of tegendraadse columns, dan aan juridische kosten.”