In een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ronald Plasterk, waarschuwt de CBP voor de gevolgen van decentralisatie binnen de overheid. De organisatie wijst er op dat de privacywetgeving niet genegeerd mag worden door de gemeenten, wanneer zij nu taken van de landelijke overheid gaan overnemen, zo meldt Security.nl.
Het College Bescherming Persoonsgegevens reageert met de brief aan de minister naar eigen zeggen op de ‘Beleidsvisie over privacy in het sociaal domein’ van mei dit jaar. Gemeenten moeten ‘van meet af rekening houden’ met de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wpb), de acties die het kabinet als waarborg voorstelt blijven volgens het CBP ruimte bieden aan variatie. Zij stelt dat er eenduidiger kaders moeten komen waarbinnen de gemeenten zullen moeten blijven.
In haar brief (pdf) zegt het college daarover:
Het CBP constateert dat zowel in de nagenoeg afgeronde wetgevingstrajecten als in de eerder
genoemde beleidsvisie van het Kabinet niet wordt geopteerd voor het op centraal niveau opstellen van nadere, richtinggevende kaders waarbinnen gemeenten bij de verwerking van persoonsgegevens (zullen) moeten blijven.
Eerder schreef directeur Putters van het Sociaal Planbureau over decentralisatie al dat de overheid een helpende hand moet bieden ter ondersteuning van de praktijk in de gemeenten. Het CBP merkt op het gebied van decentralisatie nu op dat bij de voorgenomen ondersteuning in een ‘lerende praktijk’ niet duidelijk is hoe er een corrigerende werking van dit instrument zal uitgaan.
De decentralisaties houden concreet in dat het kabinet taken op het gebied van jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen overhevelt naar gemeenten. Zij moeten dan zelf de daartoe benodigde gegevens verwerken en tegelijkertijd de privacy waarborgen. Dit alles natuurlijk ondersteund door de eigen ICT-projecten. Die verwerking op een juiste manier in de praktijk brengen kan nog best eens lastig worden, zo stelde ThePostOnline al eerder in een korte video: