Volgens het College voor de Rechten van de Mens blijkt dat nog niet voor iedereen in Nederland de mensenrechten in de praktijk gelden. Het college heeft in haar jaarrapport vijftig aanbevelingen opgenomen voor de Nederlandse regering, op de meest uiteenlopende gebieden. Het college stelt dat er afgelopen jaar erkenning is gekomen voor het feit dat racisme in Nederland aan de orde van de dag is.
Volgens het college is Nederland op het gebied van racisme opgeschoven van ‘ontkenning naar langzame erkenning’. De discussie rondom Zwarte Piet heeft hieraan bijgedragen, ook bij politici. Volgens het college hebben bewindspersonen steeds vaker stelling genomen tegen discriminatie en racisme.
Inzake Zwarte Piet zegt het college dat veel mensen, inclusief politici, in eerste instantie “geïrriteerd, beledigd en ontkennend” reageerden. Als redenen noemt het college onder meer dat de groep autochtone Nederlanders ‘meer recht denkt te hebben op wat Nederlands is’. Dit nativisme zou volgens het college duidelijk naar voren zijn gekomen in de Zwarte Piet-discussie.
Het jaarverslag lijkt zo nu en dan op een verkapte oudejaarsconference, die je moeiteloos meeneemt door de maanden heen. Gordon (nummer 39 met rijst) en Humberto Tan (‘niet alleen donker maar nog dom ook’) passeren de revue, evenals de interne bedrijfsgrap in Arnhem(‘is niks, is een donker gekleurde’) en de pesterijen in Duindorp. En natuurlijk Geert Wilders en zijn ‘minder, minder’ –incident.
Het hele rapport van het College voor de Rechten van de Mens leest u hier.