Vertel het mijn kinderen niet, en laat het ook mijn werknemers niet weten. Ik ben vader van twee dochters, en de baas van vijftien advocaten. Kinderen en medewerkers zien me altijd als de grote sterke wijze man. Is er advies nodig in de liefde (en ik weet dat veel kinderen daar nooit maar dan ook nooit voor bij hun ouders aan de deur zouden kloppen), dan komen ze bij mij. Heeft een junior, maar zelfs senior advocaat hulp nodig bij een zaak, dan komen ze altijd even bij me binnen. Als enige van de partners op ons kantoor, staat bij mij de deur altijd open. Dit is thuis ook zo. Terwijl de meiden de deur van hun kamer altijd dicht doen, vaak zelfs op slot, staat de deur naar mijn studeerkamer, ook als ik ’s avonds nog even moet werken, en ook als het flink tocht in huis, gewoon open.
Mijn kinderen en werknemers hadden gelijk, ik was inderdaad die wijze man die overal een antwoord op had. Ik heb mijn oudste dochter van een nogal misbruikend vriendje afgeholpen. En een junior advocaat heeft een grote vastgoedzaak gewonnen nadat ik me tot over mijn schouders in haar dossier had gestort. Aan haar alle eer. Maar iets bleef er sluimeren: dochters en advocaten zagen al snel dat de lag op mijn gezicht verdween. Ik was dan wel een wijze man, maar ik werd een narrige knar. Gedurende tien jaar had ik mijn financiële administratie niet op orde. Ik declareerde te weinig uren, omdat ik te bescheiden was. Thuis betaalde ik energie rekeningen te laat, omdat ik daar geen zin in had. Dit ging lang goed, totdat ik bijna zelf een advocaat nodig had omdat de aanmaningen en dwangbevelen bleven binnenstromen.
Toen ik bloed chagrijnig op meetings met cliënten verscheen, en sommige cliënten me lieten weten dat ze op zoek gingen naar een andere advocaat (omdat ik er met mijn hoofd niet meer bij was, te veel fouten maakte, zelfs spelfouten ging maken in brieven) wist ik dat het anders moest. Dit besef werd alleen maar groter toen mijn dochters me vroegen waarom ik me ’s avonds altijd tot laat op mijn studeerkamer opsloot, en zelfs geen muziek meer draaide. In plaats van alleen maar anderen te helpen, zocht ik zelf hulp. Ik nam een fiscalist in de hand, die ging mijn persoonlijke belastingadministratie doorlichten. En ik vroeg aan die net iets te gladde partner van mij om wat commerciële tips. Zo leerde ik meer declareren voor hetzelfde werk. Loon na werken noemde die partner dat. En zo heb ik net die extra financiële ruimte om mijn persoonlijke rekeningen op tijd te betalen.
Ondernemen is je zwakke plekken erkennen. Als je je verbeterpunten ziet in je werk, dan word je ook een betere echtgenoot, en een betere vader. Als je hulp vraagt aan collega’s en zakenpartners, dan word je ook een betere dienstverlener. Nu ik dit heb geleerd, kan ik als ondernemer weer doorgaan.
(Mijn naam is gefingeerd, om dochters, partners en cliënten te beschermen. Misschien is dat een volgend verbeterpuntje, dat ik er voor uitkom dat ik met naam en toenaam uit de kast kom als doorsnee ondernemer: met sterke en zwakke punten.)
Ondernemers zijn de kurk waar onze economie op drijft., zeker als het crisis is en de bank lastig doet. TPO doet daarom mee aan de campagne Doorgaan van De Amersfoortse, die ondernemers steunt met crowdfunding. En we vragen jou om ook mee te doen. Doe mee aan onze blogbattle ‘Doorgaan’ en steun ondernemers (en jezelf)!