Blendle-baas: 14 tips voor startups

10-07-2014 14:09

1. Het zit altijd tegen.

2. En daarom moet je er alléén aan beginnen als je het écht leuk en/of belangrijk vindt.

Doe het dus niet omdat je zo graag een eigen bedrijf wilt hebben of rijk wilt worden. Er is altijd te weinig geld, beoogde partners willen niet met je samenwerken of zelfs niet eens met je praten, je krijgt geen salaris, je gaat met de verkeerde mensen in zee, je kunt geen goede mensen vinden, enzovoort. Het is ontzettend demotiverend, en na elk succesje doemt direct de volgende ijsberg op. Dat houd je alleen vol als je heel naïef bent, of heel gemotiveerd. Liefst beide. 

3. Vraag zoveel mogelijk mensen om kritiek.

Als ik nu mijn eerste plan van begin 2011 teruglees, dan schaam ik me kapot. MyMagazine heette het, op zich al erg genoeg, en het idee was dat mensen die dat leuk vonden hun eigen tijdschrift konden samenstellen uit alle kranten en tijdschriften. Dus dan kreeg je de Marten, of de Frits Wester, met daarin de artikelen die Frits leuk vond. En dat digitale magazine konden anderen dan weer kopen. Het duurde behoorlijk lang voor iemand tegen me zei: “Je wilt toch ontbundelen? Waarom maak je er dan weer nieuwe bundels van?”

In de loop der jaren heb ik vele duizenden van zulke tips gehad. Veruit de meeste daarvan zijn onzin, maar uiteindelijk pik je er altijd enkele tientallen uit die je eigenlijk zelf bedacht had moeten hebben.

4. Stop je eigen spaargeld er in.

Als je dat er niet voor over hebt is je idee waarschijnlijk niet zo goed.

5. Huur een advocaat in.

Bij bijna elk nieuw bedrijf zijn meerdere partijen betrokken. In je enthousiasme ren je al snel naar de KvK en de notaris, maar je moet echt eerst naar een advocaat om alle afspraken op papier te zetten. Hun uurtarieven klinken bizar, maar ze zijn het waard.

Ik had dat de eerste jaren niet door, waardoor ik elke fout gemaakt heb die ik had kunnen maken (het kwam er op neer dat ik alles deed voor weinig en anderen weinig deden voor veel).

Pas toen Alexander Klöpping erbij kwam en hij een goede advocaat inschakelde, werden er voor het eerst fatsoenlijke afspraken gemaakt.

6. Investeer het overgebleven spaargeld in het maken van geweldige designs.

Ik heb een jaar verpest door met alleen een A4’tje langs uitgevers te gaan. Wat ik in mijn hoofd had was hartstikke leuk, maar ik kon het niet laten zien. Achteraf gezien is het heel logisch dat uitgevers me niet serieus namen: een vaag idee zonder ook maar een idee van de uitvoering. En dan ook nog eens zonder business plan. Ik zou mezelf van vier jaar geleden nu niet eens binnen laten, denk ik.

7. Wees nooit tevreden met het ontwerp.

Ik heb drie designers versleten voordat ik er een vond die in mijn ogen écht goed was. Met hem werkte ik maandenlang aan het ontwerp, en net toen we alle mogelijke uitzonderingen hadden uitgewerkt bedachten we opeens dat het leuk zou zijn als elk artikel in de stijl van de betreffende krant zou worden weergegeven. Al die stapels werk, bijna af, gingen direct in de prullenbak, en we begonnen opnieuw.

Daarna hebben we nog drie versies gemaakt, waarvan er twee ook echt door programmeurs gebouwd zijn. Steeds merkten we dat het nog beter moest en begonnen we weer te schetsen.

Wat dat betreft is onze nominatie voor de Dutch Design Awards vooral te danken aan de uitgevers die er zo verrekte lang over deden om hun handtekening te zetten – het gaf ons de tijd om alsmaar te blijven schaven.

8. Neem zo snel mogelijk programmeurs in dienst.

Begin 2013, toen het nog heel onzeker was of uitgevers mee zouden doen aan Blendle, zijn we begonnen met twee freelance developers, omdat we geen jaarcontracten konden aanbieden (want we hadden geen idee of we over een jaar nog zouden bestaan).

Het belangrijkste nadeel daarvan is dat freelance programmeurs niet hetzelfde belang hebben als jij. Ze zullen – bewust of onbewust – vooraf de kosten lager inschatten, omdat ze weten dat je anders naar een concurrent gaat en je later toch aan ze vast zit. Als ze denken dat je een domme beslissing neemt zullen ze dat niet zeggen, want ze willen hun opdrachtgever niet voor het hoofd stoten. Neem ze dus in dienst.

9. En geef ze aandelen.

Als je allemaal eigenaar bent van het bedrijf heeft iedereen hetzelfde doel. Laat je ook daar goed over adviseren. Bij ons moet iedereen – ook Alexander en ik – drie jaar voor Blendle werken voordat alle aandelen vrijkomen.

10. Zorg dat je eerste twee programmeurs briljant zijn.

Zij gaan namelijk de volgende twee (of twintig) programmeurs aannemen. Een goede programmeur is net zo waardevol als tien slechte programmeurs. Bij ons waren de eerste twee geniaal (zonder overdrijven) en daardoor lopen er nu alleen maar whizzkids bij ons rond, want onze lead developers zien meteen of een sollicitant echt goed is of niet. Ik kan dat nog steeds niet beoordelen (Alexander en ik kijken alleen of iemand als persoon bij ons past). Dat wij aan het begin zo enorm in de roos geschoten hebben is overigens puur geluk.

11. Neem je eigen inschattingen niet serieus.

En zelfs die van je geniale programmeurs niet. De planning die ik in de zomer van 2012 maakte is met de kennis van nu hilarisch. Er staat bijvoorbeeld in totaal 40 uur gepland voor design, terwijl we nu twee fulltime designers in dienst hebben. De developers zouden, zo dacht ik, 1.600 uur nodig hebben om Blendle te bouwen. Het is zeker het tienvoudige geworden.

We leerden ook niet van onze slechte inschattingen: eerst dachten we dat we maart 2013 zouden lanceren, toen mei, toen september, toen oktober, toen december, toen januari, toen maart, en uiteindelijk werd het 28 april.

12. Denk al ruim voor livegang na over die lancering.

Wat bij ons goed werkte is dat we als testgebruikers een groepje Bekende Nederlanders uitnodigden. Daardoor werd er aardig wat over gekletst op Twitter, en schreven veel mensen zich in op onze wachtlijst.

Die wachtlijst was ook een leuk marketingmiddel, al was-ie er gewoon uit noodzaak: Blendle kon lange tijd maar enkele tientallen gebruikers aan. Wat de beste aanpak is verschilt natuurlijk per product, maar denk er in elk geval al ruim vantevoren over na. Na je lancering is het nóg moeilijker om in het nieuws te komen.

13. Praat met een leuke journalist.

Hoe krijg je je bedrijf in het nieuws? Om dat voor elkaar te krijgen moet je snappen hoe journalisten denken, en hoe jouw verhaal voor hen interessant kan zijn.

Met een persberichtje kom je er namelijk niet. Een journalist kan je allerlei inhoudelijke tips geven, maar ook praktische. Wij lanceerden bijvoorbeeld in een schoolvakantie, waardoor er totaal geen ander nieuws was en alle tv-ploegen maar naar onze lancering kwamen, terwijl daar eigenlijk helemaal niets te beleven was.

En ja, in alle opzichten hielp het natuurlijk dat Alexander een bekende kop heeft. Maar uiteindelijk gaat het om of je verhaal bijzonder is: ook in landen waar niemand Alexander kent (Chili, Japan, Rusland, Amerika, Frankrijk, Duitsland) is Blendle flink in het nieuws geweest.

14. Nogmaals: het zit altijd tegen.

Zelfs als het relatief goed gaat, zoals met ons nu, na een paar jaar koorddansen boven het ravijn, ben je het merendeel van je tijd kwijt aan dingen die niet leuk zijn. BTW-aangiftes, facturen betalen, stagecontracten maken, IKEA-bureaustoelen in elkaar zetten, investeerders zoeken, vuistdikke contracten doorploegen, de lunch halen, subsidieverantwoordingen schrijven.

(Er zijn natuurlijk ook leuke dingen: dat we met zo’n ongelooflijk goed en leuk team mogen werken. Dat Belangrijke Mensen opeens terugmailen als je ze iets vraagt. Dat 70.000 mensen de moeite nemen om een account aan te maken bij iets wat anderhalf jaar geleden alleen op papier bestond.)

Maar als je het doet om in de kroeg te kunnen opscheppen dat je ondernemer bent, echt, doe het niet. Je hebt namelijk toch geen tijd meer om naar de kroeg te kunnen.

 

Marten Blankesteijn is oprichter en ceo van Blendle. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Blendle Blog.