Longread

Hoe zelfreflectie absoluut verboden is binnen de Publieke Omroep

11-07-2014 15:02

Nog niet eens zo heel lang geleden werd ik gebeld door een medewerkster van de NTR met de vraag of ik interesse had in deelname aan een televisieprogramma in het kader van de NTR-thema-avonden. De vrouw, ze klonk als een 55-jarige bibliothecaresse waar ik onmiddellijk een leesbril aan een koordje en een kort praktisch kapsel bij zag, vertelde dat ze bezig waren met de productie van een themaprogramma dat zou gaan over ‘hufters en fatsoensrakkers’. En aangezien ik een hufter was leek het haar erg leuk om mij in de uitzending te hebben zodat ik daar het een en ander kon vertellen over het professionele hufterschap. 

Ik moest lachen. Hard lachen. Ik vroeg de mevrouw aan de andere kant van de lijn hoe ze er eigenlijk bij kwam dat ik een hufter was, en als ik dat dan was, wat ik precies geacht werd te komen vertellen in hun programma, als hufter zijnde.

De mevrouw vertelde me dat ik veel op internet zat en bij Geenstijl had gewerkt dus uitstekend bij het profiel van de hufter paste en ik dan kon praten over de kloof tussen mij en de rest van de wereld. Want daar zou het programma zo’n beetje over gaan, de kloof tussen “gewone mensen” en “de huftergeneratie op internet enzo”.
Maar, zo vertelde ze er meteen bij, er was nog helemaal niets vastgelegd, ze wisten alleen dat dit ongeveer het thema zou moeten worden, die kloof tussen gewone mensen en hufters.

Populaire cabaretier

Nadat ik vriendelijk had bedankt, wat nog niet zomaar ging want ze was erg vasthoudend (“je kan toch wel gewoon meedoen? Maar waarom dan niet?”) en had opgehangen werd ik weer gebeld. Het was een bekende, populaire cabaretier. Hij vertelde me dat hij was gebeld door iemand van de publieke omroep, volgens hem iemand die klonk als een 55-jarige bibliothecaresse met een kort praktisch kapsel en een leesbrilletje aan een koordje (“maar dat terzijde”) en dat ze hem hadden gevraagd mee te doen in een themaprogramma dat over hufters en Geenstijl enzo ging.

Hij had hard gelachen, vriendelijk bedankt (“wat nog niet eens zo makkelijk was want ze was erg vasthoudend”) en had voordat hij ophing nog gezegd: “Bel Bert Brussen maar, die vindt dat soort dingen leuk.”

Ik moest hard lachen (je bent cabaretier of je bent het niet, dan zal je publiek lachen ook) en bedankte hem hartelijk voor zowel het noemen van mijn naam als het doorgeven van mijn nummer.

Bekende televisiepresentator

De volgende dag werd ik gebeld door een bekende televisiepresentator. Hij vertelde dat hij degene was die het themaprogramma over “hufters enzo” moest presenteren, al had hij daar geen zin in maar het stond nou eenmaal in zijn contract dat hij die programma’s moest presenteren, en vroeg me vriendelijk doch dringend mijn medewerking aan het programma. Hij had namelijk het concept gelezen en had nou niet bepaald de indruk dat dit een heel erg leuke avondvullende thema-avond zou worden waar veel mensen naar zouden kijken. En omdat hij wist dat ik over bepaalde onderwerpen een bepaalde mening had, leek het hem erg fijn als tenminste ook die mening gehoord zou worden, anders zou het maar weer dezelfde mening met dezelfde toon worden die we toch al zo vaak horen en zien op televisie. Mij vragen was nog het minste wat hij kon doen, zo vond hij, en gezien de aard van mijn meningen wist hij dat ik het wat dat betreft met hem eens zou zijn.

Dat klopte. Ik vind inderdaad dat er een chronisch, nee, dodelijk gebrek is aan enig interessant (zelf)kritisch geluid op de publieke omroep. Maar desalniettemin voelde ik weinig behoefte mij in een NTR-programma te laten misbruiken als spreekbuis voor kritisch Nederland, omdat kritisch Nederland bij de publieke omroep nou eenmaal altijd wordt afgebeeld en weergegeven als een soort rioolbuis vol giftige poep waar uitsluitend domme dingen worden gezegd, waardoor het zijn van een spreekbuis voor kritisch Nederland bij een programma van de publieke omroep eigenlijk altijd aanvoelt als heel hard in je reet worden geneukt door een paardenlul zonder glijmiddel zonder dat je jezelf daartegen mag verdedigen.

Ik zei dan ook tegen de presentator dat ik zoiets al eens had gedaan en dat het in je reet worden geneukt door een paardenlul zonder glijmiddel niet zo heel prettig aanvoelde.
Dat begreep hij dan ook wel weer. Het is een begripvol en sympathiek mens, die bekende presentator.

Dus stelde hij me voor dat ik dan tenminste een keer meedeed met een brainstormsessie van de programmamakers, zodat ik ten minste iets van mijn Stem der Kritisch Nederland kwijt kon in het programma. Want de bekende presentator benadrukte nog maar eens: het programmaconcept zoals het er nu lag was nou niet bepaald origineel, verrassend, leuk, hilarisch, spannend, onderhoudend, verfrissend, creatief, kijkenswaardig of bedoeld voor kijkers die waren geboren na 1960.

Jodenfooitje

U begrijpt, ik kon dat niet weigeren. Bovendien zou ik ervoor worden betaald en had ik nog nooit een brainstormsessie van een NTR-programma bijgewoond. Niet dat het bijwonen van een brainstormsessie van een NTR-programma nou altijd een jongensdroom is geweest maar de gedachte iets te kunnen toevoegen aan een programma wat toch ook van mijn belastinggeld wordt gefinancierd vond ik, op z’n minst, sympathiek. En had ik al gezegd dat ik er ook voor zou worden betaald?

Nou is dat “ervoor worden betaald” een beetje een hyperbool. Weliswaar klotst het geld er binnen die foeilelijke depressiegebouwen op het bejaardenoord Mediapark Hilversum tegen de plinten op, een externe mede-brainstormer ook nog eens betalen voor zijn werk bleek toch nog een hele klus. Want “er was geen budget”.
Uiteraard konden ze wat dat betreft op mijn volle begrip rekenen, die armoedige programmamakers van de NTR die met een weinig aan liquide middelen toch elke dag maar weer proberen de meest prachtige programma’s voor de verschillige samenleving te maken waar uiteindelijk iedereen een stukje beter van wordt, dus ik accepteerde na een lange sessie van spijkerhard onderhandelen met deze niet-commerciele instelling uiteindelijk het jodenfooitje* dat ze me wilden bieden.

Zo ben ik. Altijd bereid voor een jodenfooitje* iets bij te dragen aan het beter maken van de (multiculturele) maatschappij middels ons fantastische pluriforme medialandschap der publiek gefinancierde omroepen zonder welke wij toch zeker in een barbaars en mensenrechtenschendend land zonder relevante cultuur en dito onderwijzende duiding zouden leven.

Het concept

Uiteraard kreeg ik van te voren het concept zoals het tot dan toe bekend was toegestuurd (digitaal!) en ik zal hieronder even kort samenvatten wat de programmamakers tot dan toe allemaal hadden bekokstoofd als invulling van een zoveelste thema-avond ter algemene vorming en verstrooiing van de dociele en imbeciele kutburger:

– er zou iemand komen die het niet eens was met verhuftering en al die kwetsende dingen op internet
– er moest ook iemand komen die het daar wel mee eens was
– een cabaretier o.i.d. zou de avond moeten breken met wat pittigs en prikkelends om te lachen
– er zou een debat komen met scholieren over het onderwerp ‘hufter is okee, te ja of te nee’
– er zou ook met het publiek worden gediscussieerd
– en uiteraard zouden alle gasten door de bekende televisiepresentator op zijn bekende scherpe wijze aan de tand worden gevoeld.

Dit is, snel samengevat, wat in een omvangrijk boekwerkje stond omschreven als concept-content. Uiteraard werd in het boekwerkje ook nog uitgebreid ingegaan op het thema, waarbij vooral centraal stond dat er ‘een kloof is tussen hufters en niet-hufters in de samenleving’ en dat ‘de jeugd en het internet daarin leidend waren dus dat vooral de jeugd erbij moest worden betrokken en worden aangesproken’.

Met deze informatie toog ik naar het altijd weer motiverende en dynamische mediapark te Hilversum.

Programmamakers

De groep programmamakers waarmee moest worden gebrainstormd bestond uit drie vrouwen: twee van boven middelbare leeftijd (een van hen had een kort roodgeverfd praktisch kapsel en een leesbrilletje aan een koordje) en een vrouw van flink in de dertig. Verder was er een oudere meneer (ook met een leesbril aan een koordje) en een jonge, hippe producer met een grote sjaal die hij dubbelgeknoopt om zijn hals droeg. Hij leek verdomd veel op één van die vele jonge hippe programmamakers van de EO maar vrijwel alle jonge hippe programmamakers van ongeacht welke omroep zien er uit als jonge hippe programmamakers.
Ook in de mediawereld gedraagt het kuddedier zich volgens de ongeschreven regels der gelijkheid en mores van het veilig conformisme. Juist in de mediawereld zou ik willen zeggen, maar ik weet zeker dat men zich in deze kritiek totaal niet herkent. Leer mij megalomane mediamakers met een te groot ego kennen die zich moeten herkennen in kritiek. Als ik aan die kritiek zou moeten toegeven houd ik thuis geen spiegel meer heel.

Omdat ik, dacht ik toen nog, was uitgenodigd om kritiek op het concept te leveren stak ik op de voor mij zo kenmerkende milde, beheerste toon van wal en schoot ik in een monoloog die al snel uitmondde in een woeste tirade die het hele concept volkomen aan flarden trok.

Retorische vragen

Als een Louis van Gaal tegen een journalist stelde ik uitsluitend retorische vragen als: “Dachten jullie soms dat Nederland niet is doorgegroeid sinds 1980? Komen jullie wel eens buiten eigenlijk? Zijn jullie van plan om een zoveelste onbekeken zaaddodende thema-avond te produceren?” en “zijn jullie überhaupt eigenlijk wel bezielde programmamakers met passie voor het vak of wat?”

Dat laatste klopte als een zwerende vinger, gaven ze grif toe. Het zat namelijk zo dat ze normaal andere programma’s maken maar dat er binnen de NTR een aparte afdeling thema-avonden is (ik denk nog steeds dat ik dit verkeerd heb verstaan maar het was dus de publieke omroep waardoor het haast wel waar moet zijn) die zoveel keer per jaar verplicht een thema-avond moet programmeren want dat is zo met de zendercoördinator afgesproken. Die programmamaker kwam dan vier maanden van te voren langs om te zeggen dat er op die en die datum een thema-avond staat geprogrammeerd, dat hij verder geen budget heeft en dat er zo spoedig mogelijk een concept-thema-avond op zijn bureau moet liggen. En daar zijn dan dus meerdere (ik hoop dat ik dit ook verkeerd heb verstaan maar het was dus een publieke omroep etc.) mensen voor verantwoordelijk die fulltime op de afdeling NTR-thema-avonden werken en die huren dan weer andere programmamakers in om het programma te creëren.

Ik moest lachen. Zij niet.

Onderzoek

Ik vroeg waarom ze eigenlijk vertrokken vanuit het startpunt dat een kloof tussen ‘normaal’ en ‘hufter’ bestaat en waarom niet gewoon vanuit de veel objectievere, en relevante, vraag of er überhaupt zoiets bestaat als een kloof tussen mensen of een vorm van verhuftering.
Het antwoord was dat dit nou eenmaal de opvatting van de publieke omroep omschreef en dat dit dus niet de discussie kon zijn. Het thema was nou eenmaal het thema en daarmee uit. Bovendien deed de publieke omroep ook heus wel onderzoek naar dat soort dingen. Daarom was dit thema gewoon een heel relevant uitgangspunt.

Toen ik vroeg of ze misschien ook een onderzoek hadden gedaan in Slotervaart of onder de Geenstijl en Dumpert-gebruikers zei de jonge vrouw dat ze het in elk geval aan haar eigen kinderen had gevraagd en dat die het ook vonden. Op mijn wedervraag waar precies de blanke vrouw met het blonde haar, freelance programmamaakster bij de publieke omroep, woonde met haar gezin was het antwoord: “Gewoon, hier in de omgeving van het Gooi.”

Dichtgetikt, links, politiek correct

Omdat ik toch net lekker bezig was met gaten schieten en kritiek leveren, precies waarvoor ik zo weinig werd betaald, vertelde ik het ‘team’ dat televisiekijkers van onder de 136 meestal wel wat beters hebben te doen dan naar een avondvullend programma kijken en dat als ze zo graag jongere kijkers wilden ze misschien iets spannenders konden programmeren. “Iets origineels”, zei ik nog gekscherend, “een beetje chaos, rumoer, spanning. Dingen die schuren en schokken”.

Dat vonden ze zelf ook. Echt hoor, helemaal mee eens. Daarom ook hadden ze die ene bekende populaire cabaretier gebeld. Die ik toch kende? Want hij had immers mijn naam en nummer gegeven, dus of ik niet alsnog aan de bekende en populaire cabaretier kon vragen of hij mee wilde werken aan het programma?

Ik zei dat ik dat best wilde vragen maar dat ik zeker wist dat hij niet zou komen omdat hij een grafhekel heeft aan de publieke omroep.
“Hoezo dat nou weer?”, vroeg een van de oudere dames, die inmiddels lijkbleek was weggetrokken.
Ik zei: “Omdat hij de publieke omroep een dichtgetikte linkse en politiek correcte eenheidsworst vindt waar telkens hetzelfde wordt geproduceerd en te zien aan het concept dat jullie mij ter bekritisering hebben opgestuurd plus jullie reactie op mijn kritiek tot nu toe kan ik hem daar niet helemaal ongelijk in geven.”
Hun reactie bestond uit een woeste aanval van jij-bakken.
“Wat een lul die bekende populaire cabaretier! Als hij dat soort dingen vindt dan is hij zelf ook dichtgetikt!”, riep de jonge hippe producer met de dubbelgeknoopte sjaal. De blonde blanke mevrouw met kinderen die in de omgeving van het Gooi woonde knikte beamend.

Ik moest weer lachen.

Ik zei dat ze best tegen mij konden zeuren over wat anderen allemaal zeggen maar dat ik ten eerste slechts de boodschapper was en ten tweede was ingehuurd om het concept te bekritiseren, niet om aan te horen hoe NTR-programmamakers met afwijzingen omgaan.

Debatacademie

Enfin. Ik ging verder. Ik stelde ze voor dat ze het debatgedeelte met scholieren zouden schrappen. “Dan krijg je weer tien van die blanke 14-jarige Sywerts die zijn opgeleid door Roderik van Grieken op z’n debatacademie en dan zeggen die scholieren met hun Gooische ‘r’ uitsluitend politiek-correcte dingen en blijven ze heel erg fatsoenlijk en oppervlakkig, wat precies is wat je niet wilt als je iets spannends wilt.”

Daar waren ze het helemaal mee eens, maar het moest natuurlijk wel allemaal fatsoenlijk blijven. Nee, het hoefde echt niet politiek correct te zijn en het mocht ook best wel een beetje “out of the box” zijn maar dan wel graag “middle of the road out of the box”.
“Een beetje stout, maar dan wel mainstream-een beetje stout”.

Tevens stelde ik voor dat er, wat het gesprek met het publiek betreft, niet met een castingbureau of uitnodiging van publiek via de publieke omroep zou worden gewerkt maar dat men op het laatste moment jongeren van straat zou plukken en die laten deelnemen aan de groepsdiscussie. Het beste ook zou er zoveel mogelijk worden gewerkt zonder script, want dat maakt het tenminste pas echt origineel en authentiek. Bovendien: het was toch geen live uitzending dus het kon altijd nog worden verknipt als het allemaal niet op rolletjes liep.

Njet!

Dat was beslist niet de bedoeling. Ze vonden het trouwens ook een beetje raar dat ik zoiets voorstelde. Zoals ze eigenlijk alles een beetje raar vonden van wat ik voorstelde en daardoor afweek van het originele plan. Ze vonden het, geloof ik, sowieso een beetje raar dat er nog moest worden geschaafd aan een programma waarvan al een eerste concept lag. Het begon allemaal verdacht veel op echt werk te lijken, op iets creëren, op iets daadwerkelijk vormgeven. Dat kon natuurlijk niet de bedoeling zijn!

Nee, jongeren van straat plukken dat ging echt niet zomaar, want “dan had je het allemaal niet meer in de hand” (precies mijn punt!) en zonder script werken was absoluut onmogelijk, want de presentator kon echt niet zomaar zonder script presenteren.

Verder vonden ze het concept zoals het er nu lag eigenlijk wel compleet en hadden ze ook niet echt tijd en zin om nog heel veel te veranderen aan de inhoud van het programma. Ze wilden maar zeggen: het programma was nou eenmaal een verplicht onderdeel binnen de publieke omroep en op de zender, dus waarom daar nog heel veel energie aan verspillen?

Tot ziens

Ik werd vriendelijk bedankt voor mijn medewerking. Ik zou zeker nog wat horen en ze hadden “echt heel veel” aan wat ik allemaal had verteld. Ook zeiden ze erg blij te zijn met een blik van buiten en was mijn bijdrage als een frisse nieuwe wind die ze, zo vonden ze zelf heus, heel goed konden gebruiken.

Tot ziens!

De uiteindelijke uitzending was exact zoals het in het eerste concept stond. Er was een klasje met blanke kinderen inclusief Gooische ‘r’ dat debatteerde en uitsluitend fatsoenlijke politiek correcte dooddoeners debiteerde.
Er was een groepsgesprek met een vergrijsd publiek dat uitsluitend fatsoenlijke politiek correcte dooddoeners debiteerde.
Voor de persoon die de ‘hufters’ moest vertegenwoordigen hadden ze gekozen voor een blonde mevrouw die elke dag op Twitter en Facebook selfies van haar tieten en kont plaatst en vroeger autoverkoper was voor de Telegraaf voordat ze Powned had opgericht en de presentator lulde de avond vol zonder enige bezieling. Het was haast alsof hij volgens een script werkte.

Het was, kortom, een saai, laf, van te voren al doodgebloed, treurig politiek-correct programma dat nog het meeste leek op wat de afgelopen 60 jaar vrijwel dagelijks bij de publieke omroep wordt vertoond. Er was helemaal niets verrassends, er gebeurde niets origineels, niemand had zichtbaar plezier en de inhoud was een opeenstapeling van cliché’s, gemeenplaatsen, dode paarden om nog eens flink aan te trekken en de droevige glorie van uitgerangeerde veelverschijningen der publieke omroep.

Er keken nauwelijks meer dan 400.000 mensen.

‘Wij herkennen ons niet in de geschetste situatie’

Uiteraard zal de publieke omroep in kwestie zich “totaal niet herkennen in de geschetste situatie”.
Dat komt omdat het kritiek betreft op de status quo van de publieke omroep. En zoals ook al duidelijk wordt uit boven geschetste anekdotes, waar de betrokkenen zich dus absoluut niet in zullen herkennen, is zelfreflectie beslist géén onderdeel van het wezen der publieke omroepen.

Het is de bedoeling dat de kijker gaat zitten, als een dociele aap de handjes blauw klapt bij het zien van weer een bekend hoofd dat jaar in jaar uit, dag in dag uit op televisie is te zien, verder geen vragen stelt, niet zelfstandig nadenkt, geen onafhankelijke gedachten vormt en, vooral dat, verder zijn bek dicht houdt.

Het is tenslotte beslist niet zo dat er ook maar iets verandert bij de publieke omroep.

Nooit. Echt helemaal nooit.

 

* = dit woord kan als kwetsend worden ervaren. U kunt hier aangifte doen.