Wat weet u, doorsnee tv-consument, van het nieuws? Wat is de bron, de oorsprong? Hoe is het gemanipuleerd en hoe is de brenger van dat nieuws met handen en voeten gebonden aan autoriteiten, die hun eigen vuile was buiten de deur willen houden.
Nieuwsfeeds van over de hele wereld bepalen het aanbod waaruit je als eindredacteur van een nieuwsrubriek kunt kiezen. Bovendien kun je putten uit de berichtgeving van je eigen correspondent of verslaggever ter plekke. Die gaat met een plaatselijke “fixer” achter de harde feiten aan, maar is beperkt in zijn bewegingsvrijheid. Door te weinig budget én door het gevaar dat in oorlogsgebieden als Irak of Afghanistan op de loer ligt.
Daar komt nog bij dat die doorsnee tv-consument meer aandacht heeft voor nieuws uit eigen land, waardoor een buitenlandredactie zelf al intern een strijd moet voeren om buitenlanditems op de kaart te krijgen. Want wie is wezenlijk geïnteresseerd in wat er zich afspeelt in Soedan, Somalië of Jemen. De ‘ver van mijn bedshow’ hoor ik te vaak om me heen als het om buitenlandpolitiek gaat in de media, en dat is in mijn beleving het laatste decennium toegenomen.
De waan van de dag in politiek Den Haag overvleugelt met gemak internationale conflicten. Want onze cynische houding ten opzichte van het wereldnieuws is vaak gebaseerd op de mening, dat je “toch niks aan oorlogen kunt veranderen”. Ze zijn van alle tijden en natuurlijk zijn ze “vuil”. Want nogmaals, wanneer weten we nou eigenlijk of iets wél klopt of van tevoren is gemarineerd door de machthebbers.
Om dat cynisme te doorbreken is er maar één probaat middel: onderzoeksjournalistiek. Een gedreven ‘onemanband’ die door roeien en ruiten gaat en die zich niet laat frustreren door de leugens van een grootmacht als Amerika. Donderdagavond keek ik gefascineerd naar de zoektocht van Jeremy Scahill, auteur van de bestseller ‘Blackwater’, waarin hij het buitenissige geweld van het gelijknamige bedrijf aantoont, dat militaire- en beveiligingstaken uitvoerde voor het militaire leger in Irak. Blackwater ging zich te buiten aan geweld tegen gewone burgers in Irak door middel van buitenrechtelijke executies.
Met de documentaire Dirty Wars wilde Scahill het dagelijkse keurslijf van inmiddels tien jaar oorlogsverslaggeving doorbreken. We kijken naar een zoektocht, die je soms de adem ontneemt. Geen opgeklopte Peter R. De Vries Kuifje-journalistiek, maar een bewogen, strak verhaal over de onderhuidse verrichtingen van de JSOC, de Amerikaanse Joint Special Operation Command.
Plaats van handeling is nu niet Irak, maar een dorpje in een Afghaanse provincie, waar de JSOC een familiefeest heeft veranderd in een luguber bloedbad. Onder het mom dat er op die locatie mogelijkerwijs Talibanstrijders aanwezig zouden zijn, werd een complete familie uitgemoord. Om de sporen van deze gruweldaad uit te wissen haalden de soldaten de kogels uit de lijken van de Afghanen met de bedoeling, om deze overspannen uiting van ‘War on Terrorism’ te verdoezelen.
Stap voor stap komt de Amerikaanse, doorgewinterde onderzoeksjournalist dichterbij de waarheid, terwijl zijn waarheidsvinding tegelijkertijd in de kiem wordt gesmoord, omdat de regering glashard blijft ontkennen dat dit “oorlog is, zonder verklaring”. Nog veel belangrijker dan dit plaatselijke ‘incident’ is het feit dat Scahill aantoont dat de missies van de JSOC, het gaat om honderden, nachtelijke acties, ook in Somalië, Jemen en tientallen andere landen plaatsvinden. Gesteund door president Obama. Feitelijk is de JSOC een paramilitaire afdeling van de regering met een vrijbrief om te moorden. Zonder directe, politieke aanleiding en door middel van buitensporig geweld tegen kansloze burgers, die nog heel even met het idee hebben geleefd dat de Amerikanen de weldoeners waren. In de documentaire laten ze Scahill weten dat ze na dit drama bereid zijn om hun eigen leven op te offeren om zodoende de acties van dit tuig een halt toe te roepen.
De vorm waarin Scahill zijn documentaire giet heeft trekken van een speelfilm, zonder dat hij over de top gaat. Als kijker word je het verhaal ingezogen en val je van de ene in de andere verbazing. Vooral als blijkt dat de JSOC geen enkele moeite heeft om zelfs eigen, Amerikaanse burgers op te blazen, die als terrorist een gevaar vormen voor de nationale veiligheid. De documentairemaker weet de hand te leggen op dodenlijsten, die door het speciale commando stap voor stap ‘keurig’ afgewerkt worden. Een uitwas van de aanslagen op de Twin Towers op 11 september in 2001, waarna elke vorm van oorlogvoering tegen mogelijke terroristen gelegitimeerd is.
Dick Berlijn, oud-commandant der strijdkrachten, laat in de VPRO-gids weten dat hij “niet geschokt” is over het bestaan van speciale eenheden zoals de JSOC. Elke krijgsmacht heeft speciale commando-eenheden, want in de mondiale strijd tegen terrorisme wordt “een ander type oorlog gevoerd”. En nu komt het: “Deze nieuwe omstandigheden dwingen overheden, ook de Nederlandse, om anders te handelen dan in een conventionele oorlog”.
Berlijn vindt het wel “schokkend” dat de JSOC “zijn eigen oorlogje” voert en betreurt het dat de “Amerikaanse politici niet thuis geven”. En om ons na Dirty Wars rustig te laten slapen meldt Dick nog even fijntjes dat “dit praktijken zijn, die in Nederland absoluut niet voorkomen”.
Mij stelt Berlijn niet gerust na het kijken naar Dirty Wars. Temeer omdat we allemaal weten dat Nederland al decennia lang als een schoothond aan de leiband van Amerika loopt. Dus wel degelijk medeverantwoordelijk is voor het massaal schenden van de wetten, die normaliter tijdens een oorlog zouden moeten gelden. Ook Nederland is in mijn ogen dus medeverantwoordelijk voor het slachten van Afghaanse, weerloze burgers.