De Portugal Post – Tuur smijt met modder

15-07-2014 11:33

Tuur smijt met modder

 

Queridos amigos e amigas! U denkt dat ik volkomen geïntegreerd ben in de Portugeese samenleving maar ik zie mij eerder als de spreekwoordelijke (dikke, oude & verzadigde) strontvlieg op de muur.

 

strontvlieg

Ik observeer dus louter, in mijn hoedanigheid van chroniqueur der Algarviaanse Alltag zoals de Mof dat zo mooi uitdrukt. En net als de spreekwoordelijke strontvlieg laat ik poepjes en die leest u met veel goesting.

‘Landschap van de ziel’

Ik kan helemaal geen Portugees zijn, of ik dat nou wil of niet. Daarvoor ben ik veel te efficiënt en werklustig. Mijn collega Tessa de Loo is wel opgegaan in het Portugese volk. Zij draagt namelijk een snor en schrijft uitbundig rooms en bourgondisch. Mag ik zo vrij zijn haar even te citeren van haar eigenste website?

Verrukt is Tessa over haar woongebied in de heuvels van de zonovergoten Algarve waar ze net zo diep geworteld lijkt als de markante johannesbroodbomen. Overdag zingen bijzondere vogels, krekels geven een schemerconcert en `s nachts roept een uil. En altijd ruist de zeewind. De zuivere lucht ruikt naar wilde tijm en cistusroos, marjolein en sinaasappelbloesem. En het licht is goudkleurig, warm, intens. Als er zoiets bestaat als het landschap van de ziel, dan heb ze dat gevonden in Portugal.

 

Tessa de Loo
Het landschap van de ziel! Ik moest huilen toen ik die zinsnede las en besefte dat ik maar een hele ordinaire letterknecht ben, en laat dat letter ook maar weg. Ik had bijvoorbeeld geschreven: “Overdag zingen ordinaire rotvogels die ik het liefst een volle lading hagel in hun kutreten zou willen jagen.”

Ook ruik ik al die tuinrommel niet die Tessa beschrijft, ik ruik enkel mijn lekkende beerput, de scheten van mijn honden en mijn eigen kopkaas.

PIDE

Ik schrijf dan ook niet om in het gevlij te komen bij de Portugese junta. Ik schrijf de waarheid op van het barre bestaan in de Algarve: de permanente doodswens der bewoners, de crisis zoals veroorzaakt door de trojka, dat Europese monsterverbond/nazi-triumviraat, de moordende apathie en lethargie, de afwezigheid van betaalbare hoerenkasten met nette gastvrouwen die meerdere talen spreken und so weiter, und so weiter.

Regelmatig word ik ‘s nachts bezocht door de PIDE, de geheime politie.

 

pide2 pide3

 

Sinds ik van de drank af ben, komen ze iets minder want bieten- en wortelsap is niet echt hun ding. Ik heb nog wel een doosje Hofnarsigaren (geërfd van mijn vader) voor ze klaar liggen.

Vorige week kwamen ze weer eens langs, op een onchristelijke tijdstip. Tevreden staken ze de brand in hun segaartje en toen kwam Rui weer met het gebruikelijke verwijt: “U maakt van de Portugees een schetsfiguur. Jij bent een typische moddersmijter, om niet te zeggen mestkever en strontvlieg!”

Agesus

Ik zuchtte diep en rakelde met tegenzin mijn verleden op. Ik was namelijk al in de vroege jaren zeventig betrokken bij het antifascisme in Nederland en bestreed vooral het walgelijke stereotiepe beeld van de mohammedaanse, Spaanse en Portugese gastarbeiders. Ik herinner de mannen van de PIDE dan bijvoorbeeld aan mijn strijd tegen Alexander Curly. In de zomer van 1975 stond zijn hit Agesus weken bovenaan in de top-40 en zong heel Nederland het lied over de lotgevallen van deze gastarbeider uit volle borst mee. Agesus was een Turk, al deed zijn wonderlijke naam met de keelklank eerder aan een Marokkaan denken en ook het koeterwaalse refrein riep eerder een Arabische dan een Turkse sfeer op.

Turk of Marokkaan, voor Alexander Curly was het één pot nat en de boodschap van zijn smartlap was duidelijk: de gastarbeider geilt op onze blanke dochters en trekt graag een mes (terwijl het toch algemeen bekend is dat Turken bij voorkeur schieten). Moslims en messen blijven, het is me wat. Vreemd genoeg protesteerde niemand tegen dit walgelijke nummer van Curly, alleen Jules Croiset en ik.

Vader Abraham

In datzelfde jaar kwam het fascistische strijdlied Wat doen we met die Arabieren hier (want “ze zijn niet te vertrouwen bij onze mooie vrouwen”) uit, van Vader Abraham.

 

vader abraham

 

De tekst is werkelijk schandalig, eigenlijk de Brabantse versie van Mein Kampf. Leest en huivert:

 

We hebben toch een autootje, dat autootje heet Daf

Daar kan zo’n dikke Arabier niet in

We hebben toch een Singer, zo’n naaimachien is af

Een Nederlander naait toch graag z’n zin

En Philips heeft een gloeilamp, die geeft toch prachtig licht

Dat is toch onze trots van Nederland

Een Arabier die zit toch maar het liefst op een kameel

Met om zich heen veel olie en veel zand

Amin heeft toch het snoepje, het snoepje van de week

Een …… is een Hollandse soldaat

Straks kopen ze nog Heineken, dan zijn we pas van streek

Als het om bier gaat dan worden we goed kwaad

Verolme bouwt zijn schepen, precies zoals het moet

Wij houden van veel gein en van plezier

Maar komen ze aan Nederland dan kookt ineens ons bloed

Zo blijkt een Arabier, die hoort niet hier

 

Ik heb toen vijf mohammedanen van vleesverwerkingsbedrijf Stroomberg in Ede een strafklacht laten indienen tegen Vader ‘Adolf’ Abraham (Pierre Kartner), die dank zij mij dus tijdelijk onder politiebewaking werd gesteld en later nog warempel zijn excuses aanbood aan de honorair consul van Koeweit. De anonieme dreigbrieven die mijnheer Kartner kreeg waren overigens niet van mij maar van Jules Croiset.

Masterclass anti-racisme

Ik ging verder met mijn masterclass anti-racisme tegen de twee dienstkloppers van de PIDE: in het Nederland van de jaren zestig gold de Arabier aanvankelijk nog als exotisch (snor, knoflook), net als de eerste lichting Portugese gastarbeiders. Voor hele generaties Nederlanders was de vliegende fakir in de Efteling de eerste kennismaking met het Midden-Oosten, of de strip Iznogoedh, die jaren in het weekblad Pep stond. Iznogoedh van de tekenaars Tabary en Goscinny was gebaseerd op de Arabische vertellingen van Duizend-en-één-nacht. De hoofdrol is voor de boosaardige Iznogoedh, die terzijde wordt gestaan door de onnozele Ali del Dehrel. Het succes van de strip is het eindeloos uitmelken van dezelfde grap: Iznogoedh verzint iets om van de kalief af te komen (hij wil zelf de macht overnemen) en trapt vervolgens in zijn eigen val.

Dat interesseert die mannen van de PIDE geen ene reet want ze hebben de mohammedanen al in 1249 op de trein naar het Oosten gezet. Rui tegen mij: “Maar die Aggesus is helemaal geen Portugees, dus je zit nou gewoon poep te praten want wij heten allemaal Rui behalve mijn gewaardeerde collega hier want die heet Joao.”

Ik word altijd een beetje mies van zoveel lethargische onverschilligheid en leg dan voor de zoveelste keer uit wat mijn drijfveren zijn:

Arabieren in films

In 1988 studeerde ik Midden-Oostenstudies aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Ik ben daar vervolgens geschorst door de universiteit nadat ik de scriptie De TV-Arabier had geschreven. Ik had ruim negenhonderd Amerikaanse films waarin Arabieren of bewoners van het Midden-Oosten voorkomen geanalyseerd, en wat bleek? Arabieren worden neergezet als terroristen, bloeddorstige strijders, rijke, onethische smeerlappen en als fanatici die in een andere god geloven en weinig of geen waarde aan het leven hechten. Ze willen het Westen vernietigen met olie en terrorisme en ontvoeren, mishandelen en verkrachten westerse vrouwen, hebben vrijwel nooit familie en wonen op primitieve plekken, bij voorkeur in de woestijn.

Als je Arabische vrouwen al ziet in films, zijn ze verborgen in zwarte lappen of gaat het om zwijgende, exotische haremmeisjes. In de films werden Arabieren zelden als normale mensen geportretteerd, integendeel, ze werden gedemoniseerd en ontmenselijkt. Hollywood heeft, zo schreef ik, een atmosfeer van intolerantie gekweekt waarin, zeker na 11 september, racisme gedijt (uiteindelijk moet ik Hollywood toch gelijk geven en beschouw ik de scriptie als een dwaling en een jeugdzonde, maar dit geheel terzijde).

Hams, Hamas, in mijn sas met butaangas!

Om de animatiefilm Pocahontas (door Marokkanen ook wel ‘Pakdiehandtas’ genoemd) historisch verantwoord te maken (lees: zo politiek correct mogelijk), gingen de Disney-studio’s eindeloos te rade bij native Americans, oftewel de indianen. Bij films over joden en negers gebeurt hetzelfde. Voor de Disney-film Aladdin werd nauwelijks met Arabieren overlegd. In deze succesvolle animatiefilm, waarvan de gehele cast uit Arabieren bestaat, hebben de helden een lichtere huid en een Amerikaans accent, terwijl de boosaardige bewakers en koopmannen een donkere huid, haakneuzen en een zwaar Arabisch accent hebben. Als joden zo werden afgebeeld, zou een enorme rel ontstaan.

Terwijl ik deze gewichtige woorden tegen agent Rui sprak, besefte ik dat de Arabier niks geleerd heeft van mijn scriptie. Hij maakt van de jood nu precies hetzelfde stereotiep, met haakneus en vieze pluisbaard en voor de gezelligheid tekent hij er dan nog wat hakenkruizen bij. Ik vervolgde mijn vertoog: “Rui, ik hoorde zaterdag op de Wereldomroep allemaal mohammedaanse mensen tijdens een demonstratie schreeuwen: ‘Hamas hamas, Ik ben zo in mijn sas met butaangas’.”
Rui moest even slikken en zei toen: “Wat kost een fles butaangaas eigenlijk bij jullie? Hier wordt die rommel steeds duurder en dat komt door die nazi’s in Brussel.”

“A propos, Rui, nu je er toch bent”, zei ik doortastend: “Wat is eigenlijk het verschil tussen butaan en propaan? Ik koop maar wat. Ik dacht aanvankelijk dat de calorische waarde van butaan hoger was dan die van propaan maar merk ik dat als ik een ei kook?”
Rui pakte een tabelletje uit zijn aktentas en liet mij zien dat een kilo butaan evenveel energie oplevert als een kilo propaan.

Eigen Algarve eerst

De heren moesten weer eens verder. Bij de poort greep Rui mij bij de schouder. Hij zei: “Alles wat er in jouw datsja gezegd is, blijft onder ons. Ook van die segaren. Ik ben wel geschrokken van al jouw verhalen over mohammedanen. Ik heb een nicht in Sevilla wonen en die heeft ook al last van ze. Nou begreep ik uit de krant dat die Aggesus van Baghdad Andalusië wil heroveren en dus ook de Algarve. Klopt dat?”

Ik gaf Rui een bemoedigend schouderklopje. “Vriend, dat zijn nou precies de zionistische leugens waar Anja Meulenbelt afgelopen zaterdag op hamerde tijdens haar toespraak voor de rehabilitatierally voor Hitler. Allemaal apekool. De Algarve aan de Algarvers. Eigen Algarve eerst!”

anja Meulenbelt