Sport is synoniem aan dwangneuroses en bijgeloof. Tel daar een flinke dosis ijdelheid bij op en je praat over de complete renner. Vooral bij het wielrennen wordt bovenmatig veel aandacht besteed aan het uiterlijk vertoon, het soigneren tot in de puntjes. Wat je op een WK-voetbal ziet, de lichtgevende schoentjes en de buitenissige kapsels en tatoeages, zie je in verkapte vorm terug in het peloton. In een Touretappe kun je prachtig zien hoe de ploegen zich presenteren en zich van elkaar willen onderscheiden in vorm, kleur en uitstraling. De geldschieter heeft bij dit uiterlijk vertoon natuurlijk de doorslaggevende stem.
Zelf heb ik nooit mijn benen geschoren, om ze vervolgens in bedwelmende oliën te dompelen. Ruikt u maar eens goed als er bij u in de buurt tijdens een lokale wielerwedstrijd tachtig paar benen voorbij komt. Een geur die voor eeuwig een plek krijgt in uw neusvleugels. Maar misschien bent u wel net terug uit Frankrijk en heeft u de helden, die dagelijks aan u op het scherm voorbijtrekken, wel zelf letterlijk opgesnoven.
Omdat je met een licentie op alle wedstrijden in het land kan intekenen, kom je op de raarste plekken terecht voor een criterium. Ook wel het rondje om de kerk genoemd. Ondersteund door regionale sponsors zoals de keurslager, een aannemersbedrijf of een meubelwinkel. Om de zoveel rondes wordt er gebeld voor een premie en een beetje rappe renner gaat gauw met een goed gevulde portemonnee maar minimaal met een rookworst naar huis.
Dat soigneren vóór de koers doe je door aan te bellen bij wildvreemde mensen met het verzoek, of je gebruik mag maken van hun badkamer. Stiekem hoop je natuurlijk dat er ook nog een kamertje beschikbaar is, waar je je overtollige spullen kwijt kan, zodat je in alle rust aan de koers kunt beginnen.
Heel veel later zijn daar weer tv-programma’s van gemaakt, waarin de gastvrijheid van de medemens wordt getoetst. Zo heb ik wel eens met koersmaatje Cor in een riant ligbad gelegen in een oude boerderij in Zuid-Limburg, waar we in de heuvels waren gelost door een groepje fanatieke, plaatselijke en oersterke klimmers. Letterlijk “naar huis gereden”, zoals dat in het jargon heet. Dus dan is een heet bad meer dan een schrale troost.
Als de tas dan open gaat in zo’n onbekende doorzonwoning is ie thuis al keurig ingedeeld in de vaste relikwieën. Het versleten Heineken-T-shirt bovenop. Daar zweerde ik jaren bij en deed ik pas afstand van, toen mijn moeder me echt kon overtuigen, dat er door het veelvuldig wassen geen sprake meer was van een kledingstuk. En als ik het shirt onverhoopt vergeten was, was ik in staat om mijn vader op te naaien om terug te rijden naar huis, want zonder Heineken geen overwinning voor mij. Blijkbaar een prachtige voorbode voor mijn latere kroegbezoeken toen ik uitgefietst was.
Een heikele barrière tijdens het creëeren van de ideale outfit was en bleef de wielerhelm. Je kon er nog zo strak en flitsend uitzien, de helm bleef de vlag op een modderschuit. Ik voelde me toch altijd “Willempie zie je overal” als ik met dat beschermende hoofddeksel naar de meet fietste. Ooit in het leven geroepen toen profrenners zich letterlijk te barsten reden, omdat ze, net zoals ik, de amateur, niet voor gek wilden rijden. Ik loste het probleem simpelweg op door een petje over mijn helm heen te trekken, want dan zag je er toch appetijtelijker uit voor de meisjes aan de meet.
Vrouwen kijken overigens met totaal andere ogen naar sport, is mijn idee. Ik hoor altijd termen als “lekkere voetballers en lekkere renners” net zoals “lekkere commentatoren”. De focus van de dames ligt dus blijkbaar minder op de sportprestatie. Als ik het theater bij het WK-voetbal zie en in mindere mate bij het wielrennen, gaan de sporters blijkbaar volledig mee in het voorzien in die behoefte. Tel daar een vet honorarium, dikke auto en verschillende huizen en appartementen bij op en het beeld is compleet. Sport is buiten macht, aanzien en prestige ook het zoet voor de gretige bij.
Ik was als jongetje al heel blij met een trainingspak van de plaatselijke leverancier van autopoetsmiddelen. Hoe beter je uitslagen, hoe eerder vond je een lokale sponsor bereid om in ieder geval aan je kleding bij te dragen. De schoonheid van de wielersport, en nog niet eens zo lang geleden. Romantiek, zo u wilt, die nu heeft plaats gemaakt voor commercie en belangen, waar ook het wielerjournaille helaas rücksichtslos in mee gaat.