Lange tijd was de islam een politieke hobby van Geert Wilders, die zelfs niet aansloot bij de ideeën van zijn eigen achterban. Maar de islam wordt als politiek thema steeds moeilijker te negeren. We hebben het dan niet over vrijblijvende hoofddoekjes-discussies, maar over de vraag wat Nederland moet doen aan de fundamentalistische islam.
De Gaza-demonstratie in Den Haag van afgelopen donderdag illustreert het probleem. Aanhangers van ISIS riepen op tot het doden van joden, bedreigden journalisten en de politie deed niets. Voor de helderheid: ISIS is een terreurorganisatie zijn die al hun tegenstanders – ook medemoslims – standrechtelijk executeert. Het bestaan van deze aanhang in Nederland roept vroeg of laat de vraag op wat de politiek daarvan vindt en daaraan gaat doen.
Het belangrijkste politieke wapen wat de afgelopen week werd ingezet is: de Kamervraag. Bijna alle partijen in de Tweede Kamer hebben inmiddels Kamervragen gesteld over het incident van afgelopen donderdag. Niet alleen de PVV en PVV-afsplitsing Bontes/VanKlaveren, maar ook VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie en SGP. Ook in de Haagse gemeenteraad regende het vragen van ChristenUnie/SGP, PVV en voormalig PVV-er Richard de Mos.
Dat klinkt heel daadkrachtig, nietwaar? Toch laat de afloop zich raden. We weten dat ambtenaren worden geïnstrueerd vragen zo te beantwoorden dat er geen politieke problemen ontstaan. Antwoord van de minister: ‘Het is de verantwoordelijkheid van de burgemeester’. Antwoord van de burgemeester: ‘Er is een verkeerde inschatting gemaakt voor de politie-inzet, mijn excuses’. In het unieke geval dat hij aftreedt – kleine kans – is er aan het onderliggende probleem nog steeds niets gedaan.
Vergelijk de verontwaardiging over de demonstratie van donderdag eens met de ‘minder, minder, minder’ scanderende PVV-aanhang. Wilders kreeg veel negatieve pers toen hij zijn aanhang vroeg of ze meer of minder Marokkanen willen. In alle commotie vergaten velen dat Wilders aanhaakte op een bestaand probleem waar grote groepen burgers dagelijks last van hebben. Er was veel verontwaardiging, waardoor niemand meer over het probleem hoefde te spreken en al helemaal niet over wat de politiek daaraan zou moeten doen.
Betekent dat dat de politiek niets doet? Nee. In een debat tussen mij, CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg en Elsevier-journalist Eric Vrijsen bij de JOVD spraken we over deze Marokkanen-rel en wat die ons vertelt over de media. Opeens meldde Van Toorenburg dat ze met collega’s aan specifieke wetgeving had gewerkt om het probleem met Marokkaanse jongeren aan te pakken. Dat was nooit in de media gekomen. Er is sowieso geen informatie over, laat staan over de vraag of het een goed voorstel was.
En zo gaat dat dus: geen journalist die over dit soort beleid schrijft, want ‘te saai’ en zo lijkt het alsof alleen de PVV het probleem van overlast van groepen Marokkanen serieus neemt, want zij benoemen het tenminste. De rest is meestal muisstil.
Ook bij de Nederlandse ISIS-aanhang kan de burger momenteel alleen de indruk krijgen dat de politiek – ondanks alle ophef en Kamervragen – niets doet. Veroordelingen kunnen er wel vanaf, maar nergens volgt enige visie op wat we met de Nederlandse ISIS-aanhang aan moeten. De enige uitzondering is de PVV. Daarvan weet iedereen wat ze eraan willen doen.
Zomaar een voorspelling: hoe langer het conflict in Gaza duurt en hoe langer de rest van de politiek zwijgt, hoe hoger de PVV in de peilingen komt te staan. Slaat de islam als politiek thema toch nog aan.