Het Kabinet sluit niet uit bewapende marechaussees in te zetten op de rampplek in Oekraïne. Dat schrijft het Kabinet zondag aan de Tweede Kamer. Die missie zou drie weken moeten duren. Maar van een grote internationale militaire missie zal geen sprake zijn. De nadruk komt te liggen op het ‘repatriëren van stoffelijke overschotten en persoonlijke eigendommen van slachtoffers’.
Nederland en Oekraïne werken aan een verdrag dat, na ratificatie door het Oekraïens parlement, een formele basis biedt voor de aanwezigheid van bewapend personeel van staten met onderdanen aan boord van vlucht MH17 op Oekraïens grondgebied, schrijft het Kabinet.
“Op basis van het verdrag zou het personeel kunnen worden uitgerust met persoonlijke bewapening. De inzet is en blijft gericht op het vinden en repatriëren van stoffelijke overschotten en persoonlijke eigendommen van slachtoffers.”
De missie zal haar logistieke basis te Kharkov opbouwen terwijl de uitvoerende functionarissen waarschijnlijk in Torez of Donetsk zullen verblijven. Torez ligt in de directe omgeving van de plaats van de ramp, Donetsk is één uur rijden. Bij een verblijf in Donetsk wordt dagelijks heen en weer gereisd naar het rampgebied. De operationele aansturing berust bij een kolonel van de Koninklijke Marechaussee en zijn plaatsvervanger van zowel de Nederlandse als de Australische politie. Zij worden aangestuurd vanuit het Defensie Operatiecentrum. De Ministeriële Commissie Crisisbeheersing is belast met de algehele leiding.
In het geval van gewonden zal primair gebruik worden gemaakt van ziekenhuizen in Oekraïne. Om bij calamiteiten een eerste opvang en snel zelfstandig vervoer van gewonden naar lokale ziekenhuizen te garanderen, wordt een zogeheten Role-1 capaciteit (eerste hulp aan en stabilisatie van gewonden) ingezet. In samenwerking met Australië zal worden bepaald welke aanvullende medische capaciteit nodig is.
Dit bericht wordt aangevuld