Reportage

Bij Gaza-demonstratie bepaalt zelfbenoemde ordedienst vrije meningsuiting

28-07-2014 09:33

Ze zijn in korte tijd controversieel geworden: Gaza-demonstraties. Protesten tegen het Israëlisch geweld in Gaza worden in verband gebracht met antisemitisme, steun aan terroristische organisaties en het bedreigen van de persvrijheid. Geen goede reputatie dus en alle reden om te onderzoeken of de actievoerders van de vorige demonstraties hebben geleerd. 

Zondag demonstreerden duizenden mensen in Rotterdam tegen Israël en voor de Palestijnen. Net als de eerdere demonstratie in Amsterdam waren er diverse organisatoren, waaronder dit keer de SP, GroenLinks, moslimpartij NIDA en Youth For Palestine, die organisatie die het bedreigen van journalisten prima vindt.

De ordedienst

De organisatoren zijn niet gek: ze begrijpen inmiddels dat de Gaza-demonstraties tot dusver niets bijdragen aan meer steun voor Gaza en dus dat de aanpak moet veranderen. De ordedienst krijgt aan het begin van de demonstratie dan ook enige instructies. Er wordt een A4-tje uitgedeeld (deel 1, deel 2). Deze schrijft o.a. het volgende voor:

 

“Tijdens het programma en de manifestatie graag letten op afwijkende, discriminerende en/of antisemitische borden/spandoeken. Borden met Hitler, Joden, hakenkruizen, en/of vlaggen van Hezbollah, ISIS enz. horen niet thuis op deze demonstratie. (…) We voelen allemaal aan wat wel en niet kan.”

 

Helemaal helder is deze tekst niet, want in het verleden was het probleem juist dat betrokkenen niet aanvoelden wat wel en niet kan. En dat het ook nodig was de aanwezigen daar expliciet in te onderwijzen. De organisatoren lijken ook niet erg overtuigd van hun schriftelijke uitleg. Karim Boulidam herhaalt dat we allemaal weten wat wel en niet kan: “Als iemand met een Israëlische vlag loopt, pak je die af.” En even later: “Een ISIS-vlag is niet gewenst”.

Israëlische vlag

Dit zijn dus de grenzen die de organisatie, ondersteund door o.a. GroenLinks en SP, zich stelt. Aan de Internationale Socialisten – ook een organisator – vraag ik waarom ik hier eigenlijk geen Israëlische vlag mag dragen. De jongen komt er niet uit. Een meisje kijkt boos, zegt dat ze de vraag suggestief vindt en doet een Ella Vogelaartje. 

Deze vraag werkt bij veel aanwezigen als een rode lap op een stier. Waarom mogen we geen Israëlische vlag dragen? De interpretatie van de aanwezigen is steeds hetzelfde: deze vraag is een provocatie. Niemand ziet dat de vraag de lakmoesproef is of je je aan de meest basale regels houdt. Provocatief of niet, als iemand met een Israëlische vlag loopt, blijf je van die persoon en zijn vlag af. Die persoon heeft niets te maken met de zelfbenoemde ordedienst van de organisatoren. De politie beslist of iets strafbaar is en treedt eventueel op. 

Veiligheid

Ik vraag een aantal aanwezigen op basis van welke gemeentelijke verordening de ordedienst denkt te kunnen bepalen welke vlaggen hier wel en niet gedragen mogen worden. De Turkse vlag mag namelijk wel. Ik zeg dat de staat het geweldsmonopolie heeft en niet een zelfbenoemde ordedienst. Niemand heeft een antwoord. Wel zijn inmiddels drie personen zonder duidelijke identiteit begonnen mij te filmen. Dat is natuurlijk niet om mij te intimideren. Het valt simpelweg binnen “wat men voelt wat kan”.

Een man begint te schreeuwen dat er veel ellende in Gaza is. Het ontgaat hem dat ik dat niet ontken en dat dat niets te maken heeft met mijn vraag. Maar dan komt de aap uit de mouw: ik ben van de rechtse media! Ik vertel nog dat ThePostOnline graag stukken van beide kanten plaatst. Niemand gelooft me. Op het podium krijgen ondertussen de Telegraaf en het AD de schuld van de PR-problemen. Ook de verslaggever van de NOS krijgt verwijten naar zijn hoofd.

Grenzen bewaken

Wat zijn de grenzen die de ordedienst bewaakt en mag ze dat eigenlijk wel? De grenzen zijn diffuus en op ‘gevoel’ gebaseerd, de mondelinge uitleg wijkt af van de schriftelijke en niemand weet of deze grenzen echt worden nageleefd. Misschien hadden ze het onder controle. Een aantal Arabische vlaggen werd zeker verwijderd (bv. deze). Maar als de ordedienst controle had, valt de uitspraak van de laatste spreker: “de Israëli’s zijn de moderne Hitlers” kennelijk ook binnen hun grenzen van “wat kan”. En de enthousiast juichende menigte ook.

Ik denk altijd dat de staat de veiligheid moet garanderen. Bij deze demonstratie is de politie nergens te bekennen en de ordedienst heeft deze taak min of meer van hen overgenomen. Een moderne vorm van zelfregulering en ongetwijfeld lekker goedkoop. Wellicht niet eens slecht, als de ordedienst afrekenbaar is. De ordedienst is echter totaal oncontroleerbaar.

Niet mogen controleren

Hier wil niemand echte controle. Journalisten mogen alleen opschrijven dat alles wat in Gaza gebeurt erg is en mogen alleen de Palestijnse kant belichten. Als journalisten objectief proberen te zijn en beide partijen kritisch volgen, heet dat “partijdig”, “niet objectief” en “sensatiebelust”. En je krijgt dreigende cameramannen achter je aan. Het komt hier in niemand op dat de PR-problemen van Gaza-demonstraties in de eerste plaats zijn veroorzaakt door de demonstranten zelf. Zij droegen die ISIS-vlaggen, die had Annabel Nanninga hen echt niet in de handen gedrukt. De demonstranten droegen die hakenkruizen, die had Frank Verhoef niet thuis zitten photoshoppen.

En als de demonstranten dan toch denken niet verantwoordelijk te zijn voor hun slechte PR, dan blijft het de schuld van de door hun eigen organisatoren benoemde en verder oncontroleerbare ordedienst. Maar dat mag ik niet opschrijven, want dat is niet objectief.

 

Chris Aalberts is auteur van Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen.