Burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam is het niet eens met de kritiek op zijn Haagse collega Jozias van Aartsen. “Wij zijn er niet om de publieke opinie te bevredigen, maar om de openbare orde te handhaven”, aldus Aboutaleb zaterdag in een interview met het Financieele Dagblad.
Aboutaleb vindt het niet wenselijk om demonstraties op voorhand te verbieden, ook als activisten er “primitieve meningen” op nahouden. “Wij zijn geen meningenpolitie”, zegt de burgervader. “Achteraf moet het OM beoordelen of er strafbare feiten zijn gepleegd. Op dat punt is Jozias van Aartsen onbegrepen.”
Critici stellen dat Van Aartsen te laks heeft gereageerd op de misdragingen van activisten tijdens een pro-Gazademonstratie. Hier werden onder meer de Hitlergroet gebracht en antisemitische leuzen gescandeerd. Aboutaleb benadrukt dat bij demonstraties soms niet alle strafbare feiten worden gezien door de aanwezige politie. Daardoor is het ook in Rotterdam mogelijk dat niet wordt opgetreden.
“Hoe billijk is het dan dat ik achteraf het verwijt zou krijgen dat ik laf ben, zoals mijn collega in Den Haag is gebeurd?”, vraagt de burgemeester zich af. “We kunnen niet één op één toezicht houden.”
ANP/TPO