Toen honderd jaar geleden de Eerste Wereldoorlog uitbrak bleef Nederland neutraal. Het Limburgse dorpje Eijsden, in het zuidwestelijke puntje van de provincie en grenzend aan België, lag op een steenworp afstand van het krijgsgewoel. Historicus en journalist Paul van der Steen, die onder andere schrijft voor het NRC Handelsblad, Trouw en het Historisch Nieuwsblad, heeft over Eijsden in de Eerste Wereldoorlog een heel aardig boek geschreven waarin hij de kleine geschiedenis van dit dorp verbindt aan het grote verhaal van de Eerste Wereldoorlog. In hoeverre kreeg Eijsden met de ‘Groote Oorlog’ te maken?
Eijsden ligt in Nederland maar was toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak helemaal niet zo Nederlands. De enige fabriek in de stad had Waalse eigenaren, veel inwoners hadden Belgische wortels en huwelijken tussen Nederlanders en Belgen kwamen veel voor. Tussen 1830, het jaar van de Belgische Revolutie, en 1839 hoorde Eijsden zelfs bij België. Alleen Maastricht was in deze jaren in de handen van Nederland. Dankzij het Duitse koninkrijk Pruisen werd de provincie Limburg tussen Nederland en België verdeeld, waarbij de Maas als grens gold. Pruisen had geen behoefte aan een lange grens met een Fransgezind België.
75 jaar later bleek dit een fatale misrekening. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak en het Duitse Rijk via België Frankrijk aanviel, was de ruimte voor het Duitse leger om te manoeuvreren heel klein. De Duitse troepen mochten niet door het Nederlandse Limburg trekken en waren daarom binnen schootbereik van de forten van Luik. Pas na veel doden en de inzet van de Dikke Bertha’s, de machtige houwitsers met een kaliber van 420 mm, wisten de Duitsers de verdediging van Luik te doorbreken. Kostbare tijd was echter verloren gegaan, waardoor de geallieerden het Duitse leger bij de Marne konden stuiten en de oorlog uitliep op een uitzichtloze stellingenstrijd.
In Eijsden zagen de dorpelingen het Duitse leger optrekken, men hoorde de kanonnen bulderen en niet veel later werd het dorp overspoeld door Belgische vluchtelingen. Nederland voerde een strikte neutraliteitspolitiek, wat betekende dat ons land geen van de strijdende partijen kon bevoordelen. In de praktijk ging Nederland een beetje pragmatisch met de neutraliteit om. Toen de Duitsers optrokken via een weg die deels op Belgisch, deels op Nederlands grondgebied lag wees Nederland het Duitse Rijk er vriendelijk op een andere route te nemen. Nederland had ook op het Duitse leger kunnen schieten vanwege schending van de neutraliteit, maar dan was ons land wellicht in een oorlog met het Duitse Rijk verzeild geraakt en vermoedelijk in korte tijd onder de voet gelopen.
In 1915 besloten de Duitsers de grens tussen Nederland en bezet België af te schermen met een draad met een dodelijke 2000 volt spanning. Op deze manier probeerden de Duitsers de smokkel en Belgen die wilden vluchten tegen te houden. De draad weerhield smokkelaars overigens niet om met hun werk door te gaan en Belgen om proberen te ontsnappen. De meest spectaculaire ontsnapping naar Nederland vond plaats via een boot, de Atlas V, die op 3 januari 1917 ’s nacht via de Maas naar Eijsden voer. De ontsnappingsboot was in het geheim bepantserd, waardoor de Duitsers met hun kogels weinig konden uitrichten. Toen de boot eindelijk in Eijsden aankwam bleven de kroegen de hele nacht open en vierden Nederlanders en Belgen samen het succes van dit spannende avontuur.
Eijsden was in 1918 ook de plek waar de Duitse keizer Nederland binnenkwam met zijn gevolg, toen hij asiel in ons land aanvroeg. Nederlandse politieagenten moesten de keizer en zijn gevolg beschermen, want de vele Belgische vluchtelingen in het dorp hadden hem anders gelyncht. Vanuit Eijsden reisde de keizer door naar Doorn, waar hij tot zijn overlijden in 1941 de bosrijke omgeving van vele bomen kon ontdoen.
Na de Eerste Wereldoorlog wilde België Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg annexeren. België had beter verdedigbare grenzen nodig. Nederland zou gecompenseerd kunnen worden met Oost-Friesland. Nederland voelde echter weinig voor deze grenscorrecties en zette de hakken in het zand. Uiteindelijk moesten de Belgen bakzeil halen en kregen ze alleen Eupen-Malmedy. Niettemin bleven de Belgen boos en werden er regelmatig pamfletten in Limburg verspreid waarin de bevolking werd opgeroepen voor België te kiezen. De meeste Limburgers voelden hier echter weinig voor. De Eerste Wereldoorlog had ondanks het feit dat ons land neutraal bleef de nationale gevoelens versterkt.
Schampschot is een boeiend boek, gebaseerd op een grondig onderzoek en vlot geschreven. Het blijkt dat neutraal niet gelijkstaat aan afzijdigheid. De Eerste Wereldoorlog ging Eijsden weliswaar voorbij, maar wist het dorp toch zijdelings te raken.
N.a.v.: Paul van der Steen, Schampschot. Een klein dorp aan de rand van de Groote Oorlog (Amsterdam, uitgeverij Balans 2014). ISBN 9789460038549. 287 pagina’s. 19,95 euro.