Turkije is een nieuwe president rijker. Hoewel de aanloop naar deze presidentsverkiezingen veel commotie teweeg bracht leek het voor velen al vast te staan wie als winnaar uit de race zou komen: volksheld Erdogan. Ook in Nederland is hij populair onder de Turkse Nederlanders. Er staan echter ook steeds meer mensen lijnrecht tegenover de nieuwe president van Turkije, mede vanwege de polariserende taal die hij in de aanloop naar deze verkiezingen heeft geuit. De vraag die rijst is hoe de verkiezingen de onderlinge verhoudingen tussen Turkse Nederlanders zal beïnvloeden.
Het is geen wonder dat in een geglobaliseerde wereld anno nu de ontwikkelingen in een land zich niet beperken tot enkel binnen diens landsgrenzen. De presidentsverkiezingen liet, en laat, Turkse Nederlanders niet onbewogen. Dit jaar mochten Turken in het buitenland voor het eerst stemmen en hoewel de opkomst met iets minder dan 6 procent redelijk aan de lage kant is, is de aandacht voor, en de gevolgen van, deze verkiezingen van veel grotere proporties.
De afgelopen maanden ben ik bijna dagelijks gaan inzien hoezeer Turkse Nederlanders, ikzelf inclusief, zich met Turkse aangelegenheden bezighouden. Hoewel het merendeel van de onderwerpen de Turkse politiek aangaan, voelt het gros van de Turkse Nederlanders zich ook betrokken bij de onderwerpen en vertegenwoordiging daarvan door de Turken aldaar. Kennelijk is die liefde wederzijds aangezien Turkse Kamerleden ook Nederland hebben bezocht de afgelopen maanden en hier hebben gesproken in verscheidene moskeeën, waarbij zij de retoriek van Erdogan bezigden.
De ontwikkelingen in Turkije worden alhier dus op de voet gevolgd en de sympathie voor een sterke leider, zoals Erdogan dat is, wordt zodoende overgedragen op Turkse Nederlanders. En met succes, aangezien bijna 78 procent van de stemmers in Nederland voor Erdogan heeft gekozen. Dat is 26 procent meer dan in Turkije.
Dit is dan ook waar de schoen wringt. Hoewel het om de eerste gekozen president van Turkije gaat, democratisch gekozen, werden op weg naar Erdogans ‘nieuwe Turkije’ deze presidentschapsverkiezingen, en de lokale verkiezingen van afgelopen maart, als de strijd voor de ‘milli irade’ (‘de wil van het volk’) gelanceerd. Dit was, aldus Erdogan, “een nieuwe fase die net zo belangrijk is als de Bevrijdingsoorlog dat was:.
Vlak na de Eerste Wereldoorlog werd bij de Turkse Bevrijdingsoorlog het volk, in al haar diversiteit, opgeroepen zich te mobiliseren tegen een vijand van buitenaf die een einde aan Turkije wilde maken. Een groot deel van het volk mobiliseerde zich. Nu bijna een eeuw later zouden de huidige vijanden – waarbij Europa (Nederland incluis), Amerika en Israël expliciet werden genoemd – die destijds werden afgehouden, met een interne vijand samenspannen en het gemunt hebben op het succes van Erdogan en consorten. Een ‘alles of niets’-gevecht dus.
Bijzonder is dat dit soort taalgebruik pas dagelijks werd gebezigd nádat er in december 2013 een grootschalig corruptieschandaal uitbrak waarbij een arrestatiebevel voor vier zonen van ministers van de AK-partij werden uitgevaardigd.
Wanneer we de ontwikkelingen in Turkije bekijken, een Turkije dat lange tijd voor ‘de rijzende ster’ werd aangezien, zien we dat bij de oprichting van de AKP werd gezegd dat het om een centrumpartij ging. Weliswaar door de islam geïnspireerd, maar men ‘zou er voor iedereen zijn’. Tijdens de eerste twee perioden werd deze belofte inderdaad grotendeels waargemaakt en volgde de ene positieve stap na de andere.
Over de laatste periode kan zoiets helaas niet meer worden gezegd. Het tijdperk van het omarmen van het gehele volk lijkt voorbij te zijn. De premier van het gehele Turkse volk schroomde zich niet om de oppositie menigmaal weg te zetten als ‘islam-vijanden’, de betogers van Gezi-park als ‘schooiers’ (‘çapulcu‘), en de Hizmetbeweging, die de ‘interne vijand’ zou moeten voorstellen, als een maffiabende van landverraders en zelfs huurmoordenaars.
Daarnaast hebben Yezidi’s, Alevieten, Zaza Koerden, Armenen en nog menig andere (bevolkings)groepen er ook van langs gekregen. Met andere woorden: anders zijn en andere opvattingen er op nahouden werd automatisch gecategoriseerd als ‘fout’.
De nieuwe trend van uitsluiten en vernederen plaatst ook in Nederland mensen lijnrecht tegenover elkaar. In mijn omgeving heb ik dit meerdere malen waargenomen: van mensen die niet meer welkom zijn in een moskee omdat ze zouden sympathiseren met X tot mensen die aangeven dat er ruzie en verdeeldheid is ontstaan tussen zijn of haar ouders vanwege pro- en anti-Erdogan sentimenten. Sommigen zijn verbaal aangevallen (tijdens een toespraak van een AKP-parlementariër die in Zaandam sprak) en ik ken zelfs mensen die bedreigd zijn en daar aangifte van hebben gedaan.
Dit speelde wellicht tussen de Turkse Nederlanders onderling, maar breder getrokken was de UETD (Europese tak van de AKP met ook een Nederlandse vertegenwoordiging) samen met de Turkse Consul-Generaal en moskeeën van Diyanet betrokken bij de protesten in Almelo tegen ‘een monument voor de Armeense genocide. Vrijdagpreken werden gewijd aan het belang van protestdeelname in Almelo en vanuit vele moskeeën werd er met bussen naar Almelo gereisd.
Het enige waar nog niet genoeg zicht op is, is of de visie op Nederland(ers) is veranderd, aangezien Nederland ook binnen die categorie van ‘de externe vijand’ (Europa en het Westen) valt. Maar buiten kritiek op de Nederlandse media die ‘eenzijdig en negatief’ zou berichten’ over Erdogan, zijn daar geen aanwijzingen voor.
De mist rondom mogelijke wanpraktijken waar de AKP bij betrokken lijkt te zijn is nog niet opgetrokken. Zo kan bijvoorbeeld het onderzoek naar het corruptieschandaal niet gecontinueerd worden. Politieagenten die uitvoerig onderzoek hebben gedaan en bewijs hebben vergaard zijn eerst weggezet als een interne vijand of op non-actief gesteld en een week voor de verkiezingen werden vele agenten opgepakt. Na het verstrijken van de wettelijke termijn voor voorarrest werd een groot deel zonder overtuigend bewijs voor hun arrestatie weer vrijgelaten, waarbij sommigen zelfs niet eens verhoord waren. Dit bevestigde het beeld van sommige analisten die de arrestaties als een verkiezingsstunt zagen.
De rare gang van zaken bij het gerecht werd mogelijk gemaakt doordat deskundige rechters die zich over corruptiezaken hadden gebogen werden vervangen door ‘super strafrechters’ met verregaande invloed, allen aangewezen door Erdogan en co. Dit roept bij de critici dan ook vraagtekens op over in hoeverre het gerecht in de toekomst nog zijn onafhankelijkheid kan bewaren. Om nog maar te zwijgen over de onafhankelijkheid van de Turkse media.
Tijdens zijn overwinningsrede sprak Erdogan het volk toe: “Vandaag heeft de milli irade opnieuw gewonnen!”.
Men kan zich afvragen welke koers na vandaag gevoerd zal worden. Zal de oude trend van omarmen weer terugkeren? Of wordt, met de toename van nog meer macht en bevoegdheden, de trend om nieuwe vijanden uit te roepen doorgezet en zal dit wellicht zelfs groetere proporties aannemen? Misschien nog belangrijker voor ons in Nederland: wat gaan de Turkse Nederlanders onderling doen en worden de ontstane wonden nog geheeld?
Wat in ieder geval wel duidelijk is, is dat waar tijdens de vorige Bevrijdingsoorlog het diverse Turkse volk samenspande tegen externe vijanden, tijdens de huidige ‘Bevrijdingsoorlog’ het al diverse volk steeds meer verdeeld raakt in groepen die eigenlijk niet zó veel van elkaar verschillen. Ook hier in Nederland.
Ahmet Kaya is promovendus aan de Radboud Universiteit en doet onderzoek naar meervoudige identiteiten en loyaliteiten.