Na een vijfde achtereenvolgende dag van luchtaanvallen op de moslimextremisten van de Islamitische Staat (IS) in Noord-Irak twijfelen de Verenigde Staten aan het nut van hun militaire acties. Daarover berichten verschillende Engelstalige media.
Amerikaanse gevechtsvliegtuigen hebben maandag controleposten van IS en militaire voertuigen bestookt. De aanvallen vonden plaats in de buurt van het Sinjar-gebergte, waar tienduizenden mensen van de Yezidi-gemeenschap uit angst voor het geweld van IS naartoe zijn gevlucht.
Volgens hoge functionarissen van het Amerikaanse ministerie van Defensie is het effect van de aanvallen in Noord-Irak minimaal. “In de gebieden waar we onze aanvallen op hebben gericht is het effect maar zeer tijdelijk. Ook zijn enkele tactische beslissingen nadelig geweest voor onze politieke positie in het conflict. Ik wil op geen enkele manier beweren dat we IS hebben afgeremd.”
Na de eerste luchtaanvallen zien de Amerikanen dat IS-milities hun tactiek hebben veranderd. “Ze verspreiden zich nu beter en begeven zich onder de burgerbevolking”, aldus de Amerikaanse generaal William Mayville. “Hierdoor wordt het voor ons veel moeilijker om ze te raken.”
