We hebben inmiddels allemaal het nieuws gehoord van een Iraaks leger dat bij de eerste schoten massaal op de vlucht slaat voor IS-strijders. Bagdad’s krijgsmacht zou zijn ingestort en de troepen die nog beschikbaar zijn lijken vooral voor al-Maliki’s eigen gewin te worden ingezet. Ook de alom geprezen Peshmerga-strijders hebben de hoge verwachtingen tot nu toe niet kunnen waarmaken. Tijd voor een korte update: wat valt er eigenlijk van de Iraakse krijgsmacht te verwachten?
Op het eerste gezicht luidt het antwoord op die vraag: weinig, erg weinig zelfs. IS-strijders zijn door Iraakse troepen nauwelijks een strobreed in de weg gelegd. Steden als Mosul en Tikrit zijn zonder noemenswaardig verzet door IS ingenomen. Militairen en agenten sloegen massaal op de vlucht, hun materieel en wapens achterlatend.
@CoolCzech1 A Twitter photo search for Isis humvee and in ‘grid view its eye-opening. Knowing O, all by design.. pic.twitter.com/uoFYO3Lif4
— Lake Erie Smoothie (@BlueMoon7777) August 12, 2014
Ook de Koerdische Peshmerga-strijders zijn nog niet in staat geweest IS in het defensief te dwingen. Sterker nog, de gevechten van vorige week hebben de kwetsbaarheid van de Koerdische troepen op pijnlijke wijze blootgelegd.
Het is niet de eerste keer dat we het Iraakse leger massaal op de vlucht zien slaan. In maart 2008 besloot al-Maliki, na lang aandringen door de Amerikanen, een offensief te beginnen tegen sjiitische strijders van het Mahdileger onder leiding van Muqtada al-Sadr. De 7e Iraakse divisie – met toegevoegd Amerikaanse adviseurs – werd met honderden gepantserde voertuigen naar Basra gestuurd. De 14e divisie, die getraind was door de Britten, werd eveneens gestuurd. Operatie Charge of the Knights was een feit.
In het boek Task Force Black: the explosive true story of the SAS and the secret war in Iraq beschrijft Mark Urban vervolgens wat er gebeurde. Terwijl 27.000 Iraakse soldaten het opnamen tegen 5.000 militiestrijders stortte één van de brigades van de 14e divisie volkomen in. Honderden soldaten deserteerden en sloegen op de vlucht. Urban beschrijft:
“British Merlin helicopter crews sent to the Palace to pick up Iraqi casualties reported having to beat back dozens of terrified Iraqi soldiers who were trying to escape on their aircraft.”
Het positieve aan dit verhaal is dat de slag uiteindelijk wel gewonnen werd na intense gevechten. Kunnen we ook dit keer een dergelijke ‘wederopstanding’ verwachten?
Om met een kritische noot te beginnen: het biedt weinig hoop dat in de tussengelegen zes jaren blijkbaar weinig vooruitgang is geboekt in de gelederen van het Iraakse leger. Waar het in 2008 bleef bij het op de vlucht slaan van een enkele brigade, lijken Iraakse troepen vandaag de dag overal het hazenpad te kiezen als IS opduikt. Voor een deel is dit te wijten aan al-Maliki zelf, die capabele soennitische officieren heeft laten vervangen door zwakkere personen uit zijn eigen achterban. Het is een klassiek fenomeen bij autocratische leiders: de angst dat een sterk leger de touwtjes in handen neemt en een coup gaat plegen.
Het creëren van een loyaal, maar zwak leger lijkt al-Maliki nu op te breken. Bovendien ontbeert het Iraakse leger de expertise om de door de VS geleverde systemen te onderhouden. Ook mist het essentiële capaciteiten op het gebied van logistiek en inlichtingen.
Tel daarbij op dat het Iraakse leger nooit heeft uitgeblonken in discipline en wordt aangevuld door slecht getrainde vrijwilligers en het wordt duidelijk waarom een goed uitgerust leger van 250.000 soldaten niet op kan tegen 7.000 IS-strijders. Die 7.000 strijders blijken namelijk fanatiek en gemotiveerd tot op het bot. Ze zijn vaak battle-hardened door ervaring in Afghanistan en Syrië en het moraal is goed door geboekte overwinningen, de snelle opmars en het uitroepen van het kalifaat. Bovendien blijken sleutelfiguren binnen IS over professionele kennis te beschikken, afkomstig uit hun tijd in het leger van Saddam Hoessein. De discipline, gedrevenheid en professionaliteit lijken het verschil momenteel te maken.
Gloort er hoop aan de horizon voor het Iraakse leger? Of we het hoop mogen noemen is onzeker, maar er is wel sprake van een aantal ontwikkelingen die het tij zouden kunnen keren. Zo lijkt het erop dat Iraakse speciale eenheden hun draai beginnen te vinden. Op het blog War is boring wordt beschreven hoe eenheden van de Golden Brigades en de Wolf Brigade de afgelopen weken een aantal overwinningen hebben geboekt. Sinds het leger meer om deze eenheden wordt opgebouwd lijkt er sprake van betere resultaten. Op zichzelf zal deze factor het tij niet kunnen keren, maar het is wel een positieve ontwikkeling.
Iraq’s Commandos Fight Back Against Militants: http://t.co/Qb3TIHIbyx pic.twitter.com/RLafaCxgRl
— Marc Hilliker (@MarcHilliker) August 12, 2014
Voorzichtige hoop mag worden gevestigd op de Peshmerga. Wonderen mogen niet worden verwacht, maar als zij in staat zullen blijken te hergroeperen en de lessen van afgelopen weken snel tot zich nemen, zijn zij misschien in staat meer weerstand te bieden. Bovendien mag meer verzet verwacht worden als het om daadwerkelijk Koerdische gebieden gaat, in plaats van grensregio’s zoals tot nu toe het geval was. Advies, luchtsteun en wapens van de Amerikanen – en wapens van de Fransen – kunnen daarbij helpen, hoewel waarschijnlijk niet doorslaggevend. Het zal in ieder geval moeilijker worden voor IS om de Koerden nog een keer zo stevig te verassen: dat element is nu verloren.
Mocht IS toch verder oprukken en zelfs brutaal genoeg zal zijn om ook ten zuiden van Bagdad toe te slaan – wat nog maar zeer de vraag is – dan zullen ze het op moeten nemen tegen sjiitische milities die worden bijgestaan door Iran. Deze milities zijn veelal ook gehard door de strijd in Syrië, waar ze Assad de nodige ademruimte hebben geboden. Advies en training door Iran is daarbij van onschatbare waarde gebleken.
Of IS de gok zal wagen dit front ook op te zoeken en de sjiieten uiteindelijk in staat zullen blijken die opmars te stuiten zal moeten blijken. In het uiterste geval valt niet uit te sluiten dat Iran op grotere schaal revolutionaire gardisten gaat sturen om dat resultaat te bereiken. Als dat gebeurt zal de strijd nog verder intensiveren en verharden. Dat zou slecht nieuws zijn voor Irak en de regio.
De meeste hoop valt te putten uit een politieke – en dus niet militaire – oplossing. Als al-Maliki zijn verzet opgeeft en ruimte biedt aan een nieuwe premier kan een verzoeningsproces tussen sjiieten en soennieten mogelijk op gang komen. Dat zou een voedingsbodem voor de aanwas van IS wegnemen of zelfs de mogelijkheid bieden soennitische stammen opnieuw te winnen in de strijd tegen de radicale groepering (zoals in 2007 gebeurde onder leiding van de Amerikanen).
Maliki kan er echter ook voor kiezen de politieke crisis verder te verdiepen en tot nu toe heeft het er alle schijn van dat hij dat pad zal blijven bewandelen. Een succesvolle strijd tegen IS is in dat geval verder weg dan ooit. Daar kan geen Amerikaans vliegdekschip tegenop.
Dit artikel verscheen eerder op StukjeDuiding.