Nooit zag ik mezelf in de klompen van mijn vader stappen, die ’s ochtends al om vijf uur door de modder liep om onze koeien te melken, ergens dertig kilometer van Ljouwert, de hoofdstad van onze mooie provincie Friesland. Ik ben gewoon geen ochtendmens. En alhoewel ik graag een goede biefstuk eet, houd ik niet van levende koeien, en word ik tureluurs van al die glazen warme melk die ik als jongetje weg moest spoelen.
Die weinige keren dat mijn vader vrij kon krijgen van zijn koeien (het zijn veeleisende werkgevers die beestjes) gingen we naar Rome. Ik, de jonge gymnasiast, zag er in de Sixtijnse kapel een schilderij van Michelangelo. Het waren de filosofen Plato en zijn leerling Aristoteles in wapperende gewaden en met volle baarden. Plato wees naar boven (de ideeënwereld), en Aristoteles wees naar de Aarde (de potentie, het concrete).
Aristoteles was de leerling van Plato, maar hij was in zijn filosofie het tegenovergestelde. Plato, dat was mijn vader, de ideeënwereld, dat waren zijn koeien. Ik was Aristoteles, die geloofde in de Aarde en alle potentie die erin zat. Na deze vakantie besloot ik dat ik wel van het boerenleven hield, maar niet van alles wat op de grond leefde. Ik ging plantjes bestuderen aan de landbouwuniversiteit (met de officiële naam van mijn studie zal ik u hier niet gaan vervelen), en verdiepte me in alles wat in de grond groeide.
Ik ging op kamers, eerst in Wageningen, daarna in Groningen. Mijn vader sprak altijd al weinig, en tijdens mijn studie werd dit nog minder. Hij werd grijs, kreeg door zijn klompen last van wintertenen en dacht erover na om zijn melkveehouderij te verkopen – bij gebrek aan geïnteresseerde erfgenamen.
Ik begon als zelfstandig ondernemer, en werkte als adviseur voor tulpenbedrijven, preitelers en maisproducenten. Ik adviseer ze hoe ze het beste hun planten kunnen beheren, eventueel genetisch kunnen modificeren. Na veel ervaring ben ik zelf begonnen met een teelbedrijf. Ik doe in bloemen en aardbeien, en heb een veld in voorbereiding waar ik hennep wil gaan telen (niet de softdrug, de andere hennepsoort, die veel wordt gebruikt voor onderdelen van auto interieurs).
Na de stilte van de eerste jaren, is mijn vader nieuwsgierig met me mee gaan kijken. We zien wat we als agrarisch ondernemer gemeenschappelijk hebben. We werken samen aan de keukentafel en leren van elkaar hoe we het beste de jaarrekening kunnen maken, de belastingvoordelen kunnen gebruiken, personeelsadministratie moeten doen. Plato en Aristoteles waren tegenpolen in de uitwerking van hun filosofie, maar ze waren beide filosofen en hielden allebei van kritisch denken.
Ik ben geen vadermoordenaar zoals Sigmund Freud. Ik heb allang met mijn vader afgesproken dat ik zijn veehouderij zal overnemen. Ik heb al zoveel teelbedrijfjes, de groei van melkgevende koeien kan ik er ook nog wel bij doen. Ik dacht dat ik verder van mijn vader wegliep toen ik weigerde ooit nog een beker melk te drinken en om vijf uur ’s ochtends klompen aan te doen. Maar vaderontkenning is de ontkenning van de potentie van je onderneming. Als ondernemer moet je alles aanpakken, alle sectoren proberen te beheren, op weg naar een groots imperium.