Even is er paniek. Het is drie voor twee en de Dam is vrijwel leeg. Wel wat winkelend publiek en een paar Palestina-vlaggen, maar zeker niet de opkomst waar de organisatoren op hadden gehoopt. Op Facebook vraagt de organisatie zelfs waar de aanmelders blijven. Er had nu een massale Gaza-demonstratie moeten zijn. Uiteindelijk is er een groep van enkele honderden mensen.
“Willen jullie bij elkaar gaan staan?”, roept het meisje op het podium, “dan ziet het er beter uit.”
‘We komen zo extremistisch mogelijk uit de hoek zodat we iedere gematigde geest van ons vervreemden’
Iedereen kon voorspellen dat de Gaza-demonstraties over hun hoogtepunt heen waren, maar de organisatoren hebben zich dat niet gerealiseerd. Zij roepen op net zo lang te demonstreren totdat Israël zich uit Palestina terugtrekt. Dat schept verplichtingen. En dus was er zaterdag een demonstratie op de Dam en worden er alvast flyers uitgedeeld voor komende zondag in Breda.
De vraag die voor de organisatoren centraal zou moeten staan is: hoe kunnen we meer mensen naar deze demonstraties krijgen? Hun antwoord is: we komen zo extremistisch mogelijk uit de hoek zodat we iedere gematigde geest van ons vervreemden.
De organisatoren lijken zich te hebben losgemaakt van een groot deel van de maatschappij: daar heeft men een hekel aan extremisme en heeft men vooral gematigde politieke standpunten. De politiek van consensus, waarin iedereen een beetje gelijk heeft en de werkelijkheid nooit zwart-wit is. De wereld van de Gaza-demonstranten staat hier lijnrecht tegenover: er is geen compromis mogelijk want alleen de Palestijnen hebben gelijk. En dus moet dat met zoveel mogelijk geschreeuw, gescheld en ander verbaal geweld naar voren worden gebracht.
Mensen met een gematigde visie op dit conflict zijn allang afgehaakt. “We zijn niet als Jodenhaters opgevoed”, schrijft organisator Back to Palestine op Facebook. Wat wilden ze daarmee zeggen? Dat ze wel Jodenhaters zijn maar dat het niet de schuld van hun ouders is? Het blijft een raadsel, maar iedereen die antisemitisme wil verhullen zou dit anders formuleren.
Steun aan Hamas mag niet van de politie, gaat Back to Palestine op Facebook verder, maar zij denken daar zelf eigenlijk anders over. Dat merken we. Abulkasim Al-Jaberi zegt hardop Hamas te steunen en Mohammed Rabbae bagatelliseert de status van Hamas als terroristische organisatie. Dit zou alleen maar zo in de boeken zijn gekomen omdat George Bush en Ariel Sharon dat wilden. Dyab Abou Jahjah wil Israël ontmantelen en dat mag op luid applaus rekenen. Gele ballonnen met een verwijzing naar de moslimbroederschap completeren het beeld.
Wat moet je met zo’n demonstratie die niemand kan overtuigen? Wat moet je doen als je een boodschap hebt die veel burgers walgelijk vinden? Omdat ze niet van het gescheld en getier van Appa houden, omdat ze weten dat Hamas eigen burgers zonder proces executeert, omdat ze altijd al jeuk kregen van Mohammed Rabbae, omdat ze niet weten waar de moslimbroederschap voor staat en er dus afstand van houden, omdat ze applaus voor het raketten schietende Hamas niet kunnen verteren, en ga zo maar door. Wat moet je dan als demonstratie?
Je begint gewoon over wat anders.
Deze demonstratie ging grotendeels helemaal niet over Gaza. Critici vinden dat al langer: zij vinden dat deze demonstraties over Jodenhaat gaan of over steun aan organisaties als Hamas en ISIS. Maar de demonstratie op de Dam komt met een geheel nieuwe variant.
Meerdere sprekers komen met thema’s die niets met Gaza te maken hebben. Expliciet komt aan bod dat allochtonen ‘tweederangs burgers’ zouden zijn door allerlei vormen van discriminatie. Daarna is er aandacht voor de Amsterdamse vluchtelingenschool, de rellen in Ferguson en als klap op de vuurpijl: Zwarte Piet.
Mitchell Esajas probeert de meute duidelijk te maken dat de strijd tegen Zwarte Piet dezelfde strijd is als die voor Gaza. Zo gaan politieke doelen samenvallen die voor velen niets met elkaar te maken hebben.
De verbreding neemt al snel belachelijke vormen aan. Dyab Abou Jahjah suggereert dat iedereen die de Palestijnen niet steunt en niet demonstreert, ‘alle vrijheidsstrijders’ beledigt. Mandela wordt erbij gehaald, net als de mensen die zich in het getto van Warschau tegen de nazi’s hebben verzet. De Joden in Warschau en Nelson Mandela geven zo postuum hun goedkeuring aan alles wat er bij deze demonstratie wordt geroepen. Of het nu gaat over Gaza of over Zwarte Piet.
Deze verbreding leidt in alle gevallen tot dezelfde conclusie: als je het oneens bent met de sprekers, ben je een racist. Dan keur je al het geweld van Israël goed, vind je het heerlijk dat allochtonen zich beledigd voelen door Zwarte Piet, vind je discriminatie van allochtonen prima, heb je onmenselijke standpunten over illegalen en spuug je postuum op Nelson Mandela en de Joden uit het getto van Warschau.
Maar aan de andere kant geldt hetzelfde: als je tegen Zwarte Piet was, behoor je nu tot het kamp van de Gaza-demonstranten die Hamas een prima club vinden en ‘niet als Jodenhaters zijn opgevoed’. Daar zal iedereen die zich oprecht druk maakt over Zwarte Piet blij mee zijn.
Net zo blij als de bewoners van Gaza, die bij deze demonstratie hooguit een rol in de marge speelden.