Automatisering en innovatie hebben de kapitalistische wereldeconomie in het hart geraakt. Alle grote sectoren maken op wereldniveau stormachtige ontwikkelingen door. Robots nemen mensen steeds meer werk uit handen. Robots worden steeds sneller, goedkoper en beter dan mensen – in alles. Omdat alle spullen door automatisering steeds goedkoper worden, heb je ook steeds minder geld nodig om te leven. Belangwekkende economen zoals de Harvard-econoom Philippe van Parijs voorspellen wat John Keynes in 1929 al voorspelde: in de toekomst komt vrijwel iedereen zonder betaald werk te zitten. Dat roept spannende vragen op voor mijn generatie. Als er voor ons bijna geen werk meer zal zijn, hoe gaan wij ons leven dan inrichten? Of zin geven? Als spullen bijna niets kosten of gratis zijn, hoe gaan we dan geld verdienen? Wat gaan we dan de hele dag doen? Hoe bouwt mijn generatie nog een pensioen op en wie gaat er voor ons zorgen?
We zullen onze wereld fundamenteel anders moeten gaan inrichten op het gebied van sociaaleconomische zekerheden. Zoals pensioenen, één van de bouwstenen van onze huidige verzorgingsstaat, door het kabinet niet langer meer houdbaar geacht. Veel mensen vinden het oneerlijk dat er nu wordt gesneden in de royale pensioenvoorzieningen en de verzorgingsstaat.
De schuld wordt vaak gelegd bij de ‘babyboomers’. De sociaaleconomische luxe die de babyboomgeneratie heeft gekend ,en de vermindering daarvan voor mijn generatie, is een onderwerp van conflict. Zeker nu het almaar moeilijker wordt om een baan te vinden – terwijl ons door diezelfde babyboomgeneratie toch gouden bergen waren beloofd
Het zijn problemen die ons nu bezighouden, maar die veel minder relevant zullen blijken te zijn dan we nu denken. We hoeven de toekomst helemaal niet zo angstig of somber in te zien. In steen gebeitelde zekerheden zoals de pensioenregeling zullen weliswaar over pakweg twintig jaar waarschijnlijk niet eens meer bestaan, maar dat hoeft niet te betekenen dat we het slechter gaan krijgen.
Laten we kijken naar de nieuwe economie als een kans in plaats van een bedreiging. De grootste fout die we nu kunnen maken is krampachtig al het oude willen behouden. Ten eerste is dit fout omdat het ons toch niet gaat lukken het oude te behouden, ten tweede omdat we er wél op vooruit zullen gaan.
Steeds meer economen zoals de eerder genoemde Philippe van Parijs, maar ook de hoofdeconoom van BNP Paribas Peter de Keyzer, zien inmiddels mogelijkheden om een basisinkomen in te voeren. Dat houdt in dat mensen van de staat een inkomen krijgen om van te leven. De nieuwe welvaart wordt dan eerlijk verdeeld, terwijl de overheid zich verder kan terugtrekken. Binnen afzienbare tijd zullen de eerste pilots met een gegarandeerd basisinkomen ongetwijfeld uitgevoerd gaan worden.
Gratis geld, wie had dat ooit gedacht?
Mijn generatie gaat dus veel meer tijd krijgen om te werken voor een betere wereld voor onszelf en voor een ander. Werken wordt minder noodzakelijk dan het nu is. In tegenstelling tot vroeger, toen werken nog noodzaak was om te kunnen leven, krijgt onze generatie de kans het leven een beetje mooier te maken.
Worden we door al het werk dat ons uit handen wordt genomen dan niet gewoon lui? De geschiedenis toont juist aan dat mensen altijd harder zijn gaan werken, terwijl het leven dankzij spullen zoals auto’s, koelkasten en telefoons makkelijker werd gemaakt. Bovendien zijn er nog altijd plekken waar we waarde toevoegen: we kunnen contact zoeken met elkaar, aandacht geven en voor elkaar zorgen in de tijd dat we vroeger met onszelf en onze eigen spullen bezig waren.
Trouwens, de eerstkomende tijd kan de digitale revolutie ook meer banen gaan opleveren. Met alle digitale ideeën en oplossingen is er nu al grote vraag naar de ambachtslieden van de nieuwe tijd: er zijn duizenden programmeurs en ontwerpers nodig. Vanuit de overheid kan er slim worden ingehaakt op deze nieuwe behoefte. In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs zou iedere scholier les in programmeren moeten krijgen. In Zweden gebeurt dat al, in Engeland, Estland en Finland wordt dit het komend jaar ingevoerd.
We leven op het scharnierpunt van diametraal verschillende economieën. Mijn generatie zal in de toekomst andere manieren moeten vinden om de dagen mee te vullen. Dat lijkt misschien een ongemakkelijke gedachte, maar het biedt ook ongelofelijke perspectieven.
We moeten de automatiseringsrevolutie meer gaan zien als een kans en een zegen. Dan kunnen we groeien van een welvaartssamenleving naar een welzijnssamenleving. Met meer vrije tijd, nog meer comfort en meer oog voor elkaar.
@Guido van Rooy is student en ondernemer.