Strijders van het extremistische al-Nusrafront in Syrië eisen dat de groepering van de internationale terrorismelijst wordt gehaald in ruil voor de vrijlating van een aantal ontvoerde Fijische blauwhelmen. Ook willen ze een vergoeding voor drie strijders die zijn omgekomen in gevechten met de VN-militairen.
Het Fijische leger zei dinsdag onderhandelingen te voeren over de vrijlating. Of de eisen worden ingewilligd, is onduidelijk. Wel liet het leger weten er alles aan te doen om de VN-militairen op een veilige manier vrij te krijgen.
De moslimextremisten ontvoerden afgelopen donderdag 45 VN-vredesmilitairen uit Fiji op de Golanhoogten. Het is niet bekend waar deze precies gevangen worden gehouden, maar volgens al-Nusra maken ze het goed. De blauwhelmen maken deel uit van de VN-missie Undof, die toeziet op een in 1974 afgesproken staakt-het-vuren tussen Syrië en Israël.
De ontvoering is volgens het front een reactie op de sancties van de Verenigde Naties tegen al-Nusra en Islamitische Staat (IS), “die opkomen voor de soennitische gemeenschap”. Daarbij staat het de extremisten, die gelieerd zijn aan al-Qaeda, niet aan dat de VN de kant van Israël kiest.