Komende week staan er weer een paar mooie releases op stapel. Normaliter zet Cedric van der Ploeg in Muziekmoment de beste releases op een rij zodat je door de bomen het bos weer kunt zien. Deze week neemt Ingelise die taak op zich en bespreekt ze Phox, Honig en The Vagary.
Genre: Singersongwriter/folk
Singersongwriter doet toch vaak denken aan wat laf getokkel op een akoestische gitaar met een fragiel stemmetje dat zingt over hoe breekbaar de songwriter in kwestie is. De Duitse Stefan Honig weet dat met zijn band te upgraden naar iets meer, en breidt zijn getokkelde liedjes op It’s Not a Hummingbird, It’s Your Fathers Ghost uit met violen, drums, meer gitaren, een bas, eigenlijk precies met de instrumenten die het nummer in kwestie nodig hebben. Het maakt It’s Not a Hummingbird, It’s Your Fathers Ghost een heerlijk album om lekker bij weg te dromen.
Genre: Indiepop/folk
De zeskoppige band PHOX vindt elkaar tijdens de middelbare school in Baraboo, Wisconsin, een klein Amerikaans plaatsje. Ze besluiten muziek te maken en dat resulteert in lieve indiepop met een vleugje folk. In 2013 brengt de band de EP Confetti uit, waar ze bij elk nummer een aparte clip maken. dat wordt goed ontvangen en ze worden uitgeroepen tot ‘Madison, Wisconsin’s musical succes story of 2013’. Inmiddels is het ook in Nederland tijd voor een album. PHOX, zo heet niet alleen de band, maar ook het album, is een lekker album om de zomer mee af te sluiten. De muziek is lief maar vervalt niet in het saaie. Van schattige piano’s tot bijna klassiek of jazz klinkende saxofoons met hier en daar een opzwepend nummer maken in combinatie met de androgyn klinkende stem van Monica Martin een fijn album om de herfst straks mee in te gaan.
Genre: Indierock
Indierock van Nederlandse bodem. Aan de lijst ‘bands die niet echt Nederlands klinken’ kunnen we naast DeWolff, Jett Rebel en Kensington nu ook gerust The Vagary toevoegen. Ze zijn nog niet zo oud, pas in 2011 is de band in Amsterdam opgericht. Dat houdt de jongens overigens niet tegen, ze spelen al snel in voorprogramma’s van onder andere Kurt Vile en Pete Doherty. En dat past precies, de jongens maken catchy indierock met fijne gitaarrifjes, opzwepende drums en herkenbare melodieën. Ze klinken rauw en tegelijk strak, hebben een zomerse surf vibe om zich heen hangen en doen tegelijk denken aan de underground bandjes uit de jaren 80. Niet echt in een hokje te plaatsen, maar goed is het zeker.