Nu heeft elke hbo/wo student recht op een basisbeurs als gift als je binnen 10 jaar afstudeert. De basisbeurs als gift wordt echter afgeschaft. Alle studenten kunnen vervolgens de uitwonende basisbeurs als lening opnemen. Deze lening moet in 35 jaar inkomensafhankelijk terugbetaald worden. Hierdoor raakt de (ouder van) de uitwonende student € 13.000 kwijt in 4 jaar. Dit geldt voor alle nieuwe groepen bachelor- en masterstudenten vanaf 1 september 2015.
Deze regeling werd sociaal leenstelsel genoemd. Een positieve benaming waarmee gesuggereerd wordt dat de regeling past in het stelsel van sociale zekerheid en solidariteit. Dat de regeling een disproportioneel financieel nadeel voor studenten van € 13.000 betreft, wordt daardoor bedekt. De naam is nu studievoorschot maar de inhoud is niet gewijzigd.
VVD en PvdA, gesteund door D66 en GroenLinks, ondersteunen invoering met verklaringen dat het aantal studenten niet af zal nemen, het verlies van de gift een zinvolle investering in jezelf is en de financiële consequenties overzienbaar zijn. Zijn dit feiten of opinies? De Tweede Kamer debatteert over tweedeling, gelijke kansen en minder toegankelijkheid van het onderwijs. Voor veel studenten is het geen goede investering. Een aantal studies geeft geen arbeidsmarktperspectief in een beroep waarvoor de student is opgeleid.
De opbrengst is voor modernisering van het onderwijsstelsel, uitdagender onderwijs, een eerlijk, rechtvaardig studiefinancieringsstelsel en kwaliteitsverbetering. Maar voor de miljarden opbrengst gelden geen harde publieke aanwendingscriteria.
Bij de informatieverstrekking zijn de cijfers eenzijdig. Op basis van rapporten van het CPB, in opdracht van OCW, gaat de Minister uit van een toekomstige schuld van gemiddeld € 21.000. Onderzoek gaat uit van de schuld van de afgestudeerde studenten en niet van de actieve studenten. Hoe staat het met de studieschuld? De schuld van afgestudeerden is van € 1,4 miljard in 2006 gestegen tot € 7,8 miljard in 2014 en inclusief prestatiebeurs tot € 21,2 miljard in 2013. Ook op microniveau is de schuld van afgestudeerden gestegen. Van € 12.523 in 2009 tot € 14.748 in 2014.
En de schuldtoename van actieve studenten van € 401 per maand in 2003 tot € 472 per maand in 2013. Dat wordt na het vervallen van de basisbeurs € 751 per maand voor een uitwonend student. Een schuld na vijf jaar van meer dan € 47.000. En altijd gemiddeld. Maar wie is gemiddeld?
Voor een studie van 7 jaar met volledig studievoorschot is de schuld meer dan € 83.000.
Het studievoorschot kan geleend worden tegen een lage rente met een gemaximeerde aflossing op basis van draagkracht. Risico’s worden onderschat: een hoge schuld, meer renterisico, een beperking van het beschikbaar consumptief inkomen na de studie en de belemmering bij de aankoop van een woning. En dat 35 jaar lang.
Schuldophoping bij een toekomstige generatie is het gevolg. Dit staat haaks op het overheidsbeleid om schulden terug te brengen. De keuze is een hoge studieschuld aangaan of niet/minder lenen. Risicominimalisatie kan door een studie te kiezen met een hoog arbeidsmarktperspectief, bij ouders blijven wonen, geen bestuursactiviteiten ondernemen, de studie staken na de bachelor graad en in het buitenland studeren. Voor elke student geldt: anticipeer op de financiële toekomst en volg een financieel stappenplan. Voor ouders geldt: start bij de geboorte van uw toekomstige studenten met het sparen (2%) van ca. € 258 per kind per maand. Liefst op een rekening van uw kind want anders staat studievoorschot echt voor ‘Adieu ouderonafhankelijkheid’.
Pieter Gevers Deynoot is beheerder van www.definancielesite.nl, Een financiële databank.