Opinie

Kortingen op de jeugdzorg: geen zachte landing maar een dodelijke crash

10-09-2014 14:03

Staatssecretaris van Rijn houdt nog steeds vol dat voor de (specialistische) jeugdzorg sprake is van 3 procent korting in 2015, oplopend tot 15 procent in 2017. Dit zou een zachte landing mogelijk maken voor kinderen en hun ouders en voor organisaties. Geleidelijk zou een transformatie kunnen plaatsvinden van het jeugdveld. De praktijk is echter weerbarstiger.

Ondergetekende werkt voor een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie, voor kinderen en jongeren met een lichte verstandelijke beperking en voor provinciale jeugdhulp. Mijn instelling, waar ik trots op ben, is actief in zo’n 110 gemeenten en in 10 regio’s. Ook ben ik vader van een kind met een (psychische) beperking en maak mij vanuit die invalshoek ernstige zorgen over de veranderingen in de zorg.

Feiten

Dit zijn de feiten:

 

  • Mijn instelling voert met vijf regio’s intensief overleg over de transitie. Deze regio’s gaan momenteel uit van kortingspercentages van 15 procent tot 30 procent op de prijzen voor behandelingen en voor 24-uurs zorg. De korting op prijzen betekent dat instellingen 13 tot 28 onder hun kostprijzen moeten gaan werken die landelijk zijn vastgesteld. Als reden voor deze prijskortingen wordt genoemd dat het Rijk veel minder geld ter beschikking stelt. Let wel: de huidige prijzen gelden als realistisch en zijn landelijk vastgesteld.
  • Naast deze korting op prijzen is pas in één regio bekend wat men aan aantallen behandelingen wil inkopen. In de vier andere regio’s is daar nog niets over bekend en kunnen budgetten dus veel meer gekort gaan worden dan de bovengenoemde 15 procent tot 30 procent. De kortingen op het totale budget kunnen dus oplopen tot 30 á 50 procent.
  • Slechts één regio is helder over het feit dat er contracten zullen worden afgesloten voor de zorgcliënten (in 2014) én voor de nieuwe cliënten. Van vier regio’s is dat nog niet duidelijk.
  • Alle aanbieders met een zeer specialistische (bovenregionale) erkenning weten tot nu toe niet waar ze aan toe zijn omdat er nog geen afspraken tussen regio’s zijn gemaakt hoe om te gaan met dergelijke aanbieders. Regio’s zijn hier nog niet aan toe gekomen. Het gaat bijvoorbeeld om ziekenhuizen voor kinder- en jeugdpsychiatrie.
  • Instellingen kunnen offertes uitbrengen op ongeveer vijf ‘kavels’ (zorgsoorten) per regio. Sommige ‘kavels’ worden door de afzonderlijke regio’s ingekocht, andere ‘kavels’ per individuele gemeente. Elke regio en elke gemeente heeft zijn eigen inkoopdocumenten en soms ook verschillende inkoopvoorwaarden. In het geval van mijn instelling gaat het om 100 aanbestedingstrajecten. Hierdoor is 2014 het meest administratief belaste jaar ooit en in 2015 zal het nog erger zal worden.
  • Het onderwerp frictiekosten komt nergens ter sprake. Met één gemeente hebben wij tot nu toe afspraken kunnen maken om enkele medewerkers te kunnen herplaatsen in wijkteams. Alle overige (100) gemeenten doen hiervoor geen aanbod. Ook het Rijk houdt zich afzijdig.
  • Er is op 6 september 2014 nog geen enkel contract getekend.
  • Communicatie naar burgers is nog (steeds) niet ter hand genomen.

 

Als zorgaanbieders in onze regio’s hebben wij gezamenlijk aangegeven dat, als dit per 1 januari 2015 de nieuwe werkelijkheid wordt, er geen sprake is van een zachte landing, maar van een crash. In enkele regio’s wordt deze visie inmiddels gedeeld door gemeenten en trekken gemeenten en zorgaanbieders samen op.

Doemscenario

Dan nu de feiten vanaf 1 januari 2015 als het doemscenario werkelijkheid wordt:

 

  • Zorgcontinuïteit voor de meest kwetsbare groep kinderen en jongeren (en hun ouders) dreigt snel te verdwijnen. Het gaat hier om kinderen en jongeren (landelijk 7-8 procent) die nu jaarlijks in de gespecialiseerde Jeugdzorg terecht komen. Voor de instelling waar ik werk staan zo’n 600 kinderen op de wachtlijst. Dat zullen er straks nog veel meer zijn en dat zijn geen wenswachtenden.
  • De werkgelegenheid van 20 procent van medewerkers van jeugdzorginstellingen staat op korte termijn op het spel: dat zullen in Nederland in 2015 zo’n 10.000 fte zijn. Alleen al aan werkloosheidsuitkeringen gaat het dan om zo’n 300 miljoen europer jaar.
  • Instellingen zullen rond mei 2015 door hun reserves heen zijn. Dan staat de werkgelegenheid van veel meer mensen op het spel. Met zo veel onzekerheden zullen banken hun handen aftrekken van instellingen. Een grootschalige vernietiging van maatschappelijk en menselijk kapitaal dreigt. Wachtlijsten zullen exploderen.
  • Veel ouders zullen hun ‘eigen regie’ ter harte nemen en naar de rechter stappen. Er is immers niets zo belangrijk als de gezondheid en het welzijn van je eigen kind.
  • Al heel snel zullen ook aanpalende sectoren de gevolgen ondervinden. Bijvoorbeeld het (passend) onderwijs.

 

Staatssecretaris en Tweede Kamer: kom eindelijk eens in actie. De ‘stip aan de horizon’ dreigt nu heel snel een verdwijnpunt te worden voor de meest kwetsbare kinderen en hun ouders.