Niet met de BMW 428i, die je met één druk op de knop binnen 20 seconden kan omtoveren tot een winterproof coupé.
Welnu, deze BMW is voorzien van een ingenieus stalen vouwdak, waardoor de code geel/oranje/rood-elementen niet meer gezellig op het canvas tikken en je eigenlijk het gevoel hebt in een gewone coupé te rijden. Toegegeven, cabrio-fundamentalisten zweren bij textiel, maar staal is natuurlijk wel zo veilig en comfortabel. Al kost het je wel kofferbakruimte, al dat ingeklapte staal. De kofferbak is dan een soort nano space. Dat is vermoedelijk ook de reden waarom BMW de cabrio’s uit 2 en 6-serie met klassieke stoffen kappen levert.
Neen. Tenminste, niet in deze 4-serie. Bij 130 km/u kan je – vermits je de raampjes omhoog hebt staan – prima verstaanbaar converseren, zonder dat je een Louis van Gaal-toeter moet aanzetten. En koud? Simpel, dan doe je gewoon de verwarming aan en BMW heeft onder de neksteunen ook een gepatenteerde air collar, die een virtuele sjaal van warme lucht creëert. Erg lekker. Trouwens, beide koters (1 en 3 jaar) van de auteur vielen tijdens een testritje door het Drentse coulisselandschap achter in de open auto in een diepe slaap.
Ook niet. En aangezien schrijver dezes ongeveer hetzelfde langharige kapsel heeft van legendarisch EK88-reserve Wilbert Suvrijn, kan ik op deze BMW een expert-mening loslaten. Ook zonder windvanger achterin, die spontane tornado’s achterin moet temmen, bleef het haar in model en belangrijker nog: het waaide niet – best riskant – bij minimale koerswijzigingen in de ogen. In andere open modellen, waar dit wel voorkomt, doen sommige mensen een mal petje op om dit te voorkomen. Dom. Heb je een chique cabrio van pak ‘em beet 50.000 euro, verpest dat knullige hoofddeksel van een tientje alles weer.
Bijna. BMW zou nog standaard een tube zonnebrandcrème bij dit model doen, want zoals in veel open auto’s, verbrand je al toerend sneller dan Kim Phuc. Daarom komt een convertible ook beter tot zijn recht in het voorjaar en het najaar, dan in de (hoog)zomer. Altijd leuk: ’s avonds als het donker is, cruisen met cabrio door de stad. Dan ga je ruisend als een mes door het duister.
Al rijdend de kap in – of uitklappen, als je iemand gaat oppikken of net hebt gedropt. Want dat is bij deze BMW mogelijk tot 18 kilometer per uur. Wel cool blijven kijken.
Zoals de type-aanduiding al verraadt, ligt hier een krachtbron in, die BMW – vermoedelijk om nostalgische en marketingtechnische reden – een 2.8i heeft genoemd. Maar als je de motorkap ontsluit, ontdek je gewoon een 2.0 motor, met niet zes (zoals BMW ze al sinds Goethe maakte), maar vier cilinders. Hedendaags gesleutel haalt er wel 245 PK uit. Meer dan genoeg om de 1700 kilo (dit soort cabrio’s zijn zwaarder) in beweging te zetten. Daarbij wordt de acceleratie door de achttraps-automaat gelijkmatig opgebouwd. Je trekt dus eigenlijk zeer geniepig, zeer snel op. Zeg maar BMW’s antwoord op WARP-speed. Oh ja, er is ook een meer anabole 435i met 306 PK/geurvlaggen leverbaar.
Tja. Luxe-problemen zijn natuurlijk ook problemen, dus daar gaan we. Bij fel versnellen gaat de motor flink brullen, helaas vooral via de computer die de akoestiek regelt via de speakers. Dat blijft een soortement fake-orgasme. Ten tweede: het dashboard komt linea recta uit de 3-serie, maar ach: dat was natuurlijk wel een zeer charismatische cockpit. Bovendien: Keith Richards speelt in Brown Sugar, Gimme Shelter en Jumpin’ Jack Flash ook dezelfde akkoorden en daar hoor je nooit iemand over. Goed, dan zijn deze muggen nu gezift.
De standaarduitvoering komt op 57.748 euro. De versie die ik een weekend voor de deur had staan, komt echter op € 78.425. Daar kom je uiteraard al snel aan als je er ééntje hebt in een High Executive-uitvoering (€ 5.795,-) en er dan ook nog een Luxury Line-sausje (€ 2.028,-) over gooit en er verder bijvoorbeeld een BMW Innovation Pack (€ 2.695,-) en 19-inch Multispaak-velgen (€ 1.014,-) op laat monteren. Kortom, het is de ideale Trophy Wife-bolide.
Oké, een cabrio is – laten we eerlijk zijn – een auto voor mensen met lef en levenslust (en geld, ja). Het is voor mensen die in een wit kostuum durven gourmetten, die zich rustig twintig minuten voor een intercontinentale vlucht op Schiphol melden of voor mensen die gaan zeezeilen met hun kids onder de twee jaar, of voor mensen met een verwarmd buitenzwembad in de tuin. Trouwens, Harry Mulisch had ze ook altijd, maar dan (detail) van Engelse makelij.
Jazeker, deze cabrio is – zelfs met de kap dicht – een volwaardige vierzitter, maar ga er nooit (nee, nóóit) met zoveel mensen in zitten, zeker niet als je allemaal volwassen bent. Zo’n volgeladen open auto ziet er zielig uit. Deze 428i is een coole, elegante en ja, een beetje blonde cruiser. Maar zeker geen rondvaartboot.