De laatste maanden worden er regelmatig demonstraties georganiseerd voor de Palestijnen. Inmiddels is er een bestand en neemt de belangstelling voor Gaza-demonstraties zienderogen af. Dit weerhoudt actievoerders er niet van op alternatieve manieren aandacht te vragen voor het lot van de Palestijnen. Zo vond woensdag de Nederlandse première plaats van de documentaire The Lab.
De zaal in De Balie puilt uit. UvA-wetenschapper Erella Grassiani leidt de documentaire in. Zij is betrokken bij Gate 48, een club van kritische Israëliërs die tegen de bezetting van Gaza is. Grassiani noemt zichzelf zowel wetenschapper als activist. De documentaire wordt vertoond in het kader van het symposium Security on the Move van De Balie, Gate 48 en de UvA. Hoe academisch dit evenement precies is, wordt al snel duidelijk. Activisme wint van de wetenschap.
The Lab gaat over de Israëlische wapenindustrie. De documentaire begint met een geweer waarvan de loop een bocht kan maken. We zien verschillende demonstraties van Israëlische militairen die wapens showen en uittesten, vaak voor een publiek van buitenlandse gasten, onder andere op wapenbeurzen.
Israël verdient steeds meer aan de wapenhandel. Officieren hebben na hun legertijd vaak een goede baan gevonden in de ontwikkeling van en handel in wapens. Inmiddels hebben 150.000 Israëli’s een baan in de wapenindustrie, wordt er jaarlijks een omzet gemaakt van zeven miljard en is Israël de vierde exporteur van wapens ter wereld.
De maker, Yotam Feldman, laat de mensen uit de wapenhandel zien. Zij blijken goed te verdienen aan deze industrie, die kon ontstaan omdat Israël door het Palestina-conflict veel mogelijkheden heeft nieuwe wapens uit te testen.
We zien een hoogleraar uitrekenen hoeveel mensen vermoord moeten worden om een sociaal systeem te destabiliseren. Een ‘militair filosoof’ komt in een verlaten wijk aan het woord met vage theorieën waarin hij geweld verheerlijkt. Ministers bevestigen het grote economische belang van de wapenindustrie en om de link tussen defensie en handel te accentueren wordt gemeld dat een voormalige defensieminister nu handelsminister is. Een minister zegt dat Israël haar wapens uitgebreid test.
De documentaire vervolgt met beelden uit Brazilië waar men wapens uit Israël inzet. De handelaren hebben veel lol en lijken te lachen om het feit dat er slachtoffers vallen. Een mensenleven lijkt in hun ogen weinig waard. De handelaren drinken nog een extra glas alcohol en lachen bezwaren weg.
Regisseur Yotam Feldman lijkt op Michael Moore: er wordt een stelling betrokken en er worden steeds nieuwe argumenten aangedragen om die stelling te onderbouwen. Het publiek reageert alsof ze met een nieuwe schokkende werkelijkheid wordt geconfronteerd. Maar dat is onzin: iedereen die nadenkt, kan weten dat ook de wapenindustrie een economische kant heeft.
De suggestie van deze documentaire gaat zeer ver: Israël zou economisch afhankelijk zijn van het conflict met de Palestijnen en er niet meer zonder kunnen. In het publiek suggereert iemand dat de wapenindustrie heeft bepaald dat de Palestijnen opnieuw aangevallen moesten worden. Dat is economische noodzaak. De volstrekt onbewezen suggestie wordt niet weggelachen.
Hebben de handelaren werkelijk geen oog voor het leed van de Palestijnen? Dat staat niet vast. De Israëliërs in de documentaire moeten leven met daadwerkelijke dreiging, maar dat wordt door de zaal vergeten. Welke directe ervaringen zij met het conflict hebben, welk leed zij hebben meegemaakt en wat hun politieke visie op Gaza is: we komen er niet achter.
Wetenschappers zouden de diepere motieven, gevoelens en ideeën aan beide zijden van het conflict moeten willen kennen. Maar voor de Israëlische kant is vage suggestie genoeg. Vandaag won het activisme het van de wetenschap.