Recensie

Militair loos gebaar tegen Poetin: ‘Battlegroup’

16-09-2014 09:57

De oproep voor de dienstkeuring viel op de mat. Lichting 1971. Ik zat op de HAVO en mijn haar groeide weelderig. De tijdgeest, dus sowieso geen enkele ambitie voor de krijgsmacht. Botweg anti-leger. Een doorn in het oog van mijn vader, die vol verve nog bij de cavalerie had gediend. Te fiets en te paard in die dagen.

Ouderwetse dienstklopper

Alsof hijzelf veldmaarschalk was geweest. Vol trots repeteerde hij oeverloos dit verhaal, waarvan ik na ruim veertig jaar nog geen detail ben vergeten. Zwaar aangedikte anekdotes, tegen het heroïsche aan, maar geduldig hoorden mijn zus en ik mijn gedreven vader aan. Een ouderwetse dienstklopper. Pas veel later besefte ik me, iedereen heeft toch recht op zijn verleden?

Met een schoolvriend bereidde ik de keuring voor. Met maar één oogmerk, zorgen dat je werd afgekeurd op S-5. Dus ontoerekeningsvatbaar voor onze Nationale trots, omdat je een 5 scoort voor geestelijke stabiliteit.

In mijn ogen was de dienstplicht pure tijdsverspilling. Gevulde koeken kauwend op je brits of je uit pure verveling een slag in de rondte zuipen in de kantine. Wachtend op een imaginaire vijand die toch nooit zou komen. Rusland vormde toen de potentiële bedreiging en was een serieuze, mogelijke agressor. Hoe komisch en wreed tegelijk. Met Poetin wordt de geschiedenis vandaag de dag opnieuw herhaald. Overigens een terugkerend patroon bij ieder, militair conflict.

Europees leger

We besteden veel te weinig geld aan Defensie, vinden de Amerikanen. Noorwegen en Polen zijn de braafste jongetjes van de NAVO-klas, de rest van de Europese landen schiet chronisch tekort. Buiten de intimidatie van de Russen in Oekraïne kampen we ook nog met de naweeën van de Arabische lente, de oorlog in Syrië en Irak én niet op de laatste plaats met de terreur van IS, Islamitische Staat.

In de eerste aflevering van De slag om Europa reist verslaggever Roland Duong af naar Brussel, waar een internationale veiligheidsconferentie wordt gehouden. Ministers van defensie, veiligheidsspecialisten en militaire experts heulen daar samen om te praten over de veiligheid in de wereld.

Duong probeert tevergeefs antwoord te krijgen op de vraag of er één Europees leger komt. Als vuist naar de buitenwacht en als supermacht naast onze bondgenoot, de Verenigde Staten. Onze eigen minister van Defensie, VVD-er Jeanine Hennis-Plasschaert, een frisse verschijning tussen al die grauwe pakken, houdt voet bij stuk. In een interview met Duong benadrukt ze wél de sterke behoefte aan samenwerking tussen de Europese lidstaten, maar ontkent ze de behoefte aan één leger. Temeer omdat ieder afzonderlijk parlement zijn eigen defensiebeleid wil blijven bepalen en het tekenen voor militaire missies niet aan het Europees Parlement wil overlaten.

Betaald toneelstukje

Tijdens de uitzending word ik deelgenoot van een internationaal duur betaald toneelstukje. De oefening van een ‘battlegroup’, die ondanks de gefingeerde strijd met losse flodders in een denkbeeldige staat al zeven jaar niet wordt ingezet. Het legertje bestaat uit drieduizend militairen, samengesteld uit een aantal EU-landen, en ieder half jaar vindt er een wissel van de wacht plaats. Deze special force moet binnen tien dagen ingezet kunnen worden bij ‘internationale brandhaarden’.

Door de stroperige parlementaire besluitvorming die bij elk conflict de kop opsteekt, blijf het voor deze eenheid bij oefenen. Voormalig secretaris-generaal van de NAVO, De Hoop Scheffer, ook geïnterviewd, vindt sowieso dat het parlement veel te dicht op de huid zit van de regering en defensie als het om buitenlandse missies gaat. Die moet je aan de deskundigen overlaten, volgens de CDA-er, de militairen dus, want die hebben er echt verstand van.

Verschillen tussen de legers

Nog los van teveel parlementaire bemoeienis en betutteling kampt Europa volgens de militairen die in De slag om Europa aan het woord komen, met grote culturele en technische verschillen tussen de legers. “Een Nederlandse chauffeur kan niet rijden in een Spaans pantservoertuig. Een Belgische piloot vliegt in een F-16, niet in een Eurofighter of Gripen”, citeert de VPRO-gids Dick Zandee van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Een Europees leger is op die triviale gronden al sowieso ondenkbaar, als je Zandee mag geloven.

Niet alleen de Amerikanen nemen Europa niet serieus als militaire partner, wat te denken van Poetin die in zijn vuistje lacht bij het aanschouwen van zoveel verdeeldheid en onwil om één gezamenlijke, militair gebaar te maken.

Shag roken

Mijn dienstkeuring begon om acht uur ‘s ochtends in een kazerne in Utrecht. Gekleed in een batek Jezus-gewaad en op gympen betrad ik drie uur te laat het gebouwtje, waar ik eerst werd onderworpen aan een medische keuring. Toen het Röntgenapparaat snorde, nam ik een haal van een voorgedraaid shaggie, hetgeen tot veel tumult leidde. Vanaf de eerste seconde had ik de aandacht van de militairen op mij gevestigd. Mijn act hield ik niet alleen de hele dag vol, mijn weerbarstige optreden resulteerde zelfs in een S-5. Persoonlijk medegedeeld door mijn toenmalige huisarts.

Twee jaar lang gevrijwaard van de dienstplicht en later ook nog een keurige baan in het onderwijs, ondanks die stigmatiserende aantekening, die een baan bij de overheid zou uitsluiten. Nooit één dag spijt van gehad.