Zou Schotland een onafhankelijk land moeten worden? Op deze vraag mogen bijna 5 miljoen inwoners van Schotland aanstaande donderdag een officieel antwoord geven in het stemhokje. Het lijkt een simpele vraag, en dat is het ook, evenals de mogelijke antwoorden. De keuze is namelijk “Ja” of “Nee”, niet “Ja, behalve…”, of “Nee, tenzij…” of iets dergelijks. Juist omdat de vraag simpel is en de antwoorden beperkt is de uitkomst hoe dan ook ongewis. Wat de uitkomst van het referendum ook zal zijn, niets zal bij het oude blijven.
Als de Schotten in meerderheid “Ja” stemmen komen er meteen tientallen constitutionele problemen om de hoek kijken. Blijft Elisabeth Windsor staatshoofd? En zo ja, blijft ze dat als Elisabeth II van Great-Britain en Northern Ireland, of wordt ze koningin Elizabeth II van Engeland, Wales en Norther-Ireland, en Elisabeth I van Schotland? Of gaan de Schotten, net als de Ieren in 1922, voor een republiek? Hoe zit het met het lidmaatschap van de EU, VN en andere internationale organisaties waar de UK nu lid van is? Volgens de Schotse premier Alex Salmond blijft Schotland, als onderdeel van de UK en door het gezamenlijke parlement bekrachtigde lidmaatschapsverdrag gewoon lid van de EU zonder noodzaak voor een nieuw lidmaatschap. Het verdrag van Lissabon is totaal onduidelijk en tegenstrijdig op dit punt. (Hetgeen ook wel veel zegt over de opstellers van dat verdrag en de beperkte toekomstvisie destijds.)
Een ander probleem dat zal moeten worden opgelost: Blijven de Schotten met het Britse Pond betalen? Een monetaire unie is niet vanzelfsprekend, ook niet als Elisabeth Windsor staashoofd blijft. Als het gezamenlijke Britse Pond verdwijnt, komt er dan een Schots Pond (dat in principe al bestaat) of gaan de Schotten voor lidmaatschap van EMU en dus de Euro invoeren? Wat gaat er gebeuren met de Britse nationale bezittingen, zoals het electriciteitsnetwerk? Er zijn weliswaar nu ook al Schotse energiebedrijven, maar het netwerk is Brits en eigendom van de Britse staat. Van wie is de Noordzee-olie?
Wie worden er staatsburger van de nieuwe staat? Alle inwoners die er nu wonen, ongeacht of ze van oorsprong Schots zijn? Of kunnen de inwoners zelf kiezen? En de Schotten die nu in Engeland, Wales of Noord-Ierland wonen (of elders in de EU/Wereld)?
De kwestie is dus vele malen gecompliceerder dan de referendumvraag doet vermoeden. Het is dan ook al maanden het meest besproken onderwerp in de Britse media. Want wat betekent die vraag eigenlijk? En wat zijn de consequenties van de uitkomst van het referendum? Niemand die het precies weet. Wat wel duidelijk is: de gevolgen blijven niet beperkt tot Schotland, hoe dat onafhankelijke land er ook uit gaat zien. Voor het geamputeerde Verenigd Koninkrijk zijn de gevolgen minstens zo groot. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de Unie van Engeland, Wales en Noord-Ierland in de VN? Kan het zijn rol als permanent lid van de Veiligheidsraad houden? Het aantal zetels in het Europarlement zal ter discussie komen te staan. Kunnen de gedevolueerde parlementen in Wales en Noord-Ierland verder in hun huidige vorm? Kan de Union Jack (de vlag die de Unie van Engeland met Schotland symboliseert) wel blijven?
Ook bij een uiteindelijk “Nee” van 50% +1 van de inwoners van Schotland is er een noodzaak voor constitutionele verandering van het Verenigd Koninkrijk gecreëerd, want de problemen dat onafhankelijkheid voor Schotland zou moet oplossen blijven gewoon bestaan. Een belangrijk probleem waar Schotland nu mee kampt is een hoge mate van autonomie in het bestuur, maar te weinig middelen om de zaken die ze willen en juridisch gezien mogen regelen ook daadwerkelijk te kunnen. De ambities van het autonome Schotse parlement zijn groter dan ze nu kunnen. Schotland heeft bijvoorbeeld al autonomie over onderwijs, maar geen beslissingsbevoegdheid als het gaat om jeugdzorg. Het heeft autonomie over gezondheidszorg, maar niet over de NHS-budgetten.
Het heeft dus voor een groot deel te maken met de wijze van belasting heffen. Het Schotse parlement krijgt het grootste deel van z’n inkomsten via de Chancelor of the Exchequer in Londen, uit de totale belastingopbrengst van de gehele Unie. Dat is proportioneel méér dan waar ze qua inwonertal recht op zouden hebben, en dat is een belangrijk argument van de “nee”-campagne; hoewel de “ja”-campagne beargumenteert dat Schotland als geheel proportioneel meer bijdraagt aan de inkomsten van de Unie, en beide beweringen zijn niet geheel onwaar. Het betekent in de praktijk dat de begroting van Schotland voor een belangrijk deel afhankelijk is van de goedkeuring van het parlement in Westminster waar Schotland wel is vertegenwoordigd maar uiteraard een minderheidsstem heeft en dan ook nog politiek verdeeld is door het districtenstelsel.
Dat alles maakt dat het bestuur van Schotland eigenlijk altijd een jaar achterloopt, omdat de begrotingcyclus eerst via Wenstminstrer gaat en pas het jaar daarop door het parlement in Edinburgh kan worden behandeld. Daarmee lopen openbare werken vertraging op en kan Schotland nooit snel inspelen op politieke, economische en sociale veranderingen. Dat probleem is eigenlijk door alle partijen wel onderkend, maar kan binnen het huidige constitutionele raamwerk van het Verenigd Koninkrijk eigenlijk niet worden opgelost.
Een “Nee” tegen onafhankelijkheid betekent niet dat alles bij het oude kan blijven. Sinds de Scotland Act van 1998 die leidde tot een Schots Parlement met bevoegdheden over Schotse aangelegenheden is er rechtsongelijkheid ontstaan tussen inwoners van het Verenigd Koninkrijk ten noorden en ten zuiden van de “The Border”. Zoals bijvoorbeeld scheefgroei in collegegelden die Engelse studenten in Schotland wél moeten betalen en Schotse en andere EU studenten niet. Lokale belastingen, tarieven en leges die uiteenlopen. Verschillen in scholing, gezondheidszorg, woningbouw en woonlasten enzovoorts. De ontzettend complexe staatkundige unie die in 1707 is gecreëerd, is met het onafhankelijke Schotse parlement in 1999 nog een stuk complexer geworden en de kwesties zullen zich blijven opstapelen. En dan is er ook nog de zogenaamde “West Lothian Question”. Kortgezegd komt het erop neer dat een Schots parlementslid van het Britse parlement in Westminster wel mag stemmen over puur Engelse aangelegenheden, maar niet over Schotse, zelfs niet als hij voor dat district is gekozen. Het door de SNP geïnitieerde referendum drijft de problemen hooguit op de spits, maar is zeker niet de oorzaak van het veel dieper liggende probleem.
Het noopt de hele Unie tot iets wat ze op de Britse Eilanden nog nooit hebben gehad: een enkelvoudige, eenduidige grondwet. Het maakt dus eigenlijk niet uit wat de uitkomst is van het referendum: het Verenigd Koninkrijk zoals dat nu is, staat op springen. Deze hele simpele vraag voor een klein gedeelte van de inwoners van het Verenigd Koninkrijk zal verstrekkende gevolgen hebben voor alle inwoners van de Unie. Het lijkt mij niet denkbeeldig dat er in de nabije toekomst nog een heleboel referenda in alle delen van het (nu nog) Verenigd Koninkrijk zullen volgen.