De NAVO is het verdedigen verleerd. Na de Koude Oorlog hebben Amerika en Europa te veel energie en geld besteed aan militaire avonturen. Nu de oude vijand Rusland zijn tanden weer laat zien, moet de NAVO terug naar de basis.
‘De Amerikanen erin, de Russen eruit en de Duitsers eronder’: dat waren volgens de eerste secretaris-generaal van de NAVO, Hastings Lionel Ismay, de drie doelen van de alliantie die op 4 april 1949 het licht zag. De Russen waren de vijand. Zij controleerden na de Tweede Wereldoorlog de oostelijke helft van Europa en zouden de westelijke helft er graag bijhebben. De Duitsers waren nog maar kort geleden verslagen en mochten nooit meer in staat zijn het oude continent in een abattoir te veranderen. Daarom moest hun leger onder supranationaal commando komen. En de Amerikanen? Die moesten zorgen dat het Atlantische verdragsgebied Rusvrij bleef, omdat de West-Europese bondgenoten bereid noch in staat waren zichzelf te verdedigen.
De Verenigde Staten zaten niet om deze opdracht te springen. Eisenhower wilde dat de West-Europese landen zich aaneensloten in een hechte politieke en militaire unie, die mans genoeg zou zijn om zelf de Russen eruit en de Duitsers eronder te houden. Dan zouden de GI’s terug naar huis kunnen gaan en kwam er een einde aan hun geldverslindende stationering in Europa. Maar de Europeanen werkten niet mee. Zij wilden koste wat kost de Amerikanen ‘erin’ houden om hen te beschermen. Dat gold voor de Nederlanders, maar evengoed voor de Britten en de Fransen.
Eisenhower reageerde enthousiast op het plan van de Franse premier René Pleven voor een Europese Defensie Gemeenschap. En hij was diep teleurgesteld toen het niet doorging. Zes landen, waaronder Nederland, tekenden op 17 mei 1952 het oprichtingsverdrag van de EDG, maar uitgerekend de Franse assemblé heeft het nooit willen ratificeren. Washington probeerde van alles om de Europeanen tot grotere zelfstandigheid te dwingen, inclusief dreigementen. Minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles blufte tegenover de Fransen dat de VS eenzijdig al zijn troepen uit Europa zouden terugtrekken. Aan bondskanselier Adenauer gaf hij de waarschuwing dat de Amerikanen niet eeuwig wilden opdraaien voor de verdediging van Europa.
Het had allemaal geen effect. De Amerikanen bleven ‘erin’. Ook nadat de Russen waren opgehouden een bedreiging te vormen. Na de implosie van de Sovjet-Unie verkleinde Amerika haar troepenmacht in Europa weliswaar drastisch, maar de NAVO ging niet zover dat zij zichzelf simpelweg ophief. Dat was een voor de hand liggende stap geweest. Amerika had zijn taak als bodyguard volbracht, de Europese integratie was in een stroomversnelling geraakt en de landen van de voormalige Sovjet-Unie – inclusief de Russische Federatie – stonden open voor nieuwe vormen van samenwerking. Als in plaats van de NAVO een nieuwe veiligheidsstructuur was opgezet met een hoofdrol voor Europa zelf, had dat veel van de huidige problemen met Rusland voorkomen.
In plaats van zichzelf feestelijk op te heffen, zocht de NAVO naar nieuwe uitdagingen.
Maar na de val van de Muur herinnerden sommigen zich de derde taak van de NAVO: de Duitsers eronder houden. Hans van den Broek stond erop dat Duitsland na de hereniging in zijn geheel lid werd van de NAVO. Uit angst door het grote buurland en Frankrijk te worden overvleugeld deed Nederland er alles aan om de Amerikanen militair bij Europa betrokken te houden. Tijdens de Golfoorlog van 1990-1991 bood Den Haag gretig F-16’s aan, ook al zat de Amerikaanse opperbevelhebber Norman Schwarzkopf daar niet op te wachten. Uiteindelijk mocht Nederland een paar marineschepen en Patriot-installaties sturen.
De Amerikanen zelf wilden na de Koude Oorlog ook niet meer weg uit Europa. George Bush zag zijn land als de witte ridder die vrijheid en democratie bracht in de wereld en de NAVO als diens trouwe strijdros. In plaats van zichzelf feestelijk op te heffen, zocht de NAVO naar nieuwe uitdagingen. De oorspronkelijke verdedigende taak werd ingeruild voor een assertievere opstelling.
Het bondgenootschap wilde een stabiliserende rol spelen in Oost-Europa, waar de transitie van communisme naar democratie niet altijd even gladjes verliep. Het gevaar was groot dat nationalistische politici het lege podium beklommen en oude spanningen tussen etnische groepen en buurlanden zich zouden ontladen. Dat is precies wat er gebeurde in Joegoslavië, waar de NAVO zich voor het eerst in haar geschiedenis geroepen voelde geweld te gebruiken – en niet om te verdedigen, maar om aan te vallen. Met luchtbombardementen dwong de NAVO de Servische president Milosovic tot capituleren. In de rest van Oost-Europa hoefde er geen geweld aan te pas te komen. De meeste landen van het voormalige Oostblok wilden graag lid worden van de NAVO, omdat zij nog altijd de Russen niet vertrouwden.
De NAVO liet zich ook gelden buiten Europa, in de islamitische wereld. Dat begon met de inval in Afghanistan in 2001. De aanslagen van 9/11 zagen de Amerikanen abusievelijk als een oorlogsdaad en zij deden een beroep op artikel 5 van het Noord-Atlantisch Handvest: een aanval op één is een aanval op allen. Toen Ben Bot daar terughoudend op reageerde, werd hij naar eigen zeggen door de Amerikanen voor verrader uitgemaakt. Overigens leefde bij sommigen al vóór 9/11 het idee dat de islam de plek had ingenomen van de oude communistische vijand. Pim Fortuyn zei in 1999 in het studentenblad Skript dat de NAVO het Westen moest beschermen ‘tegen de islam in al zijn vormen’.
De NAVO is sinds de Koude Oorlog steeds meer een instrument geworden van Amerika’s buitenlandse politiek. De belangen van de Verenigde Staten zijn leidend, ook wanneer zij niet overeenkomen met de belangen van de andere lidstaten. Omdat Europa voor haar eigen veiligheid afhankelijk is van supermacht Amerika, moet zij van tijd tot tijd wel meedoen met de avonturen van haar overzeese bondgenoot.
Soms ligt Europa dwars. Zo weigerden Duitsland en Frankrijk – en in het Franse kielzog ook België – steun te verlenen aan de inval in Irak in 2003. Het gevolg was een tijdelijke bekoeling van de relaties binnen de NAVO. Bush sprak honend van het ‘oude Europa’ en begon opzichtig de nieuwe NAVO-landen in Oost-Europa te paaien – Polen stuurde wel militairen naar Irak. De grote Europese landen kunnen zich een beetje wrijving met de Amerikanen wel veroorloven, maar de kleintjes krijgen straf. Belgische diplomaten hoefden een tijdlang niet meer aan te kloppen in Washington. Inmiddels zijn de plooien weer gladgestreken. Frankrijk nam zelfs samen met de Verenigde Staten het voortouw bij de NAVO-bombardementen in Libië.
Aanvankelijk leken de drie grote interventies van de afgelopen vijftien jaar een doorslaand succes: de taliban verjaagd uit Kaboel, Saddam Hoessein ten val gebracht, Kaddafi geëxecuteerd. Maar op de overwinningsroes volgt nu de kater. Ondanks het offer van duizenden Amerikaanse en Europese soldatenlevens en ondanks fabelachtige militaire uitgaven steken momenteel oude en nieuwe vijanden de kop op. Het jihadisme blijkt nog springlevend in Afghanistan en roert zich nu ook hevig in Libië en Irak. De Islamitische Staat heeft wortel geschoten op de puinhopen die Amerika en zijn bondgenoten hebben aangericht. Dat spreekt de jihadstrijders met hun barbaarse denkbeelden en methoden niet vrij, maar laat wel zien dat westers ingrijpen in moslimlanden averechtse gevolgen heeft.
Gevreesd moet echter worden dat het militaire optreden in Irak opnieuw slechts kortstondig resultaat zal hebben.
De bemoeienis met Irak is officieel nooit een zaak van de NAVO geweest, maar van een wisselende coalition of the willing. In de praktijk is het onderscheid moeilijker te maken. Zo gebruikte president Obama de laatste NAVO-top in Wales om zo veel mogelijk Europese partners te betrekken bij zijn strijd tegen de Islamitische Staat. Dit keer hebben ook kritische landen als Frankrijk en Duitsland steun toegezegd. De beelden van massa-executies en onthoofdingen die de propagandisten van IS trots rondsturen laten immers niemand onberoerd.
Gevreesd moet echter worden dat het militaire optreden in Irak opnieuw slechts kortstondig resultaat zal hebben. Het Westen kan tijdelijk de doorslag geven op het slagveld, maar het heeft tot nu toe steeds overschat in hoeverre de politieke ontwikkeling van een land zich vervolgens laat sturen. Obama’s stoere belofte dat hij de Islamitische Staat zal ‘vernietigen’, zal een loos dreigement blijken. Zelfs als het lukt de strijdgroepen van IS vanuit de lucht te verslaan, is daarmee de geest van het jihadisme niet terug in de fles. Vroeg of laat krijgen militante moslimfundamentalisten een nieuwe kans om dood en verderf te zaaien. Zij zijn dan vastbeslotener dan ooit om wraak te nemen op het Westen. De kans op aanslagen in Londen, Parijs en Den Haag neemt logischerwijs toe. Hoewel er geldige – bijvoorbeeld humanitaire – redenen kunnen zijn voor militair optreden, zou het westerse leiders sieren als zij eerlijk vertelden dat hun eigen burgers misschien de prijs moeten betalen.
De NAVO en haar lidstaten moeten beter beseffen dat hun imago na de Koude Oorlog zwaar is aangetast. Grote delen van de wereldbevolking – niet alleen moslims en Russen – zijn ervan overtuigd dat de alliantie onder het mom van democratie en mensenrechten slechts eigen economische en geopolitieke belangen nastreeft. Deze gedachte is niet zo vreemd. De intensieve bemoeienis van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië met Irak is historisch terug te voeren naar de olie die onder het zand zit.
De grootste reputatieschade is aangericht door de leugens die Amerika in 2003 opdiste om de inval in Irak te legitimeren. De wereldagent die zichzelf heeft aangesteld om de internationale rechtsorde te beschermen, heeft zich als een crooked cop ontpopt. Daardoor kunnen de Verenigde Staten amper meer met moreel gezag optreden. De tegenstanders van het Westen maken daar handig gebruik van, zoals iedereen weet die wel eens naar de tv-zender Russia Today heeft gekeken.
Van alle gevaren die momenteel op Europa afkomen is Rusland de grootste. Moslimterroristen kunnen hier aanslagen plegen en slachtoffers maken, maar vormen militair geen bedreiging. De kans dat moslims uit de Schilderswijk met tanks oprukken naar Huis ten Bosch is nul. Rusland daarentegen beschikt over een formidabele krijgsmacht – om nog te zwijgen van zijn atoomwapens – en het is niet uitgesloten dat Poetin die zal inzetten om de grenzen van de westerse invloedssfeer in Europa terug te dringen. De huidige oorlog in Oekraïne is in zijn ogen een strijd tegen de NAVO.
Het bondgenootschap weet nog niet goed hoe het op de Russische dreiging moet reageren. Het laat zich niet graag terugdringen in zijn oude verdedigende rol. De nieuwe snelle reactiemacht kan binnen én buiten het verdragsgebied worden ingezet. Dat wijst erop dat de doctrine van snel brandjes blussen in het buitenland nog niet is verlaten. De reactiemacht is sowieso te klein om een massale Russische tankaanval te stuiten. De Baltische landen, die het meest kwetsbaar zijn voor zo’n aanval, weten dit en vragen om dringende versterking van hun grenzen. De meer westelijk gelegen bondgenoten zijn daar vooralsnog weinig happig op. Zij hebben het NAVO-lidmaatschap van voormalige Sovjetrepublieken altijd als een symbolische, politieke geste beschouwd. Nooit hadden zij gedacht dat het menens kon worden.
Het is onwerkelijk om te zien dat NAVO-lidstaten een nieuwe oorlog in Irak beginnen, terwijl Poetin in het oosten aan de voordeur rammelt. Ook de Nederlandse politiek popelt om een bijdrage te leveren aan de strijd tegen IS, bang dat we anders nooit meer mogen meedoen met de grote jongens. Om dezelfde reden zijn 370 Nederlandse militairen actief in Mali. De interventie daar is een initiatief van Frankrijk, de voormalige kolonisator die Afrika nog steeds als zijn achtertuin beschouwt. Net als bij de door Amerika geleide missies is de kans groot dat de Franse militaire bemoeienis contraproductief zal zijn. De zucht naar onafhankelijkheid van de Toearegs verdwijnt niet en zij krijgen hulp van buitenlandse jihadisten, die worden gelokt door het vooruitzicht van een heilige oorlog tegen westerse ongelovigen.
Het is de hoogste tijd dat de NAVO weer gaat doen waarvoor zij in 1949 is opgericht: Europa verdedigen tegen interne en externe bedreigingen. Tegenover Poetins groene mannetjes en vrijwilligersbataljons moet weer een militaire macht worden gesteld die voor geloofwaardige afschrikking zorgt. Operaties buiten Europa moeten zo veel mogelijk worden vermeden. Het bondgenootschap mag niet langer worden gebruikt als verlengstuk van de Amerikaanse politiek.
Dit vereist een andere verhouding tussen de Verenigde Staten en Europa. Terecht klaagt Amerika dat het binnen de NAVO de zwaarste lasten moet dragen. Wanneer Obama de Europese partners verwijt dat zij voor hun verantwoordelijkheid weglopen, zegt hij hetzelfde als Eisenhower en Dulles vijftig jaar geleden. Dit keer zouden wij Europeanen naar de Amerikanen moeten luisteren, in ons eigen belang.
Op den duur kan de NAVO worden vervangen door een puur Europese alliantie.
Als wij onze eigen verdediging organiseren, zijn wij minder afhankelijk van Amerika. We hoeven dan niet meer in de houding te springen bij elke Amerikaanse oproep om steun te verlenen aan een heilloze of dubieuze missie. Daardoor kunnen we ons beperkte defensiebudget ook werkelijk aan defensie besteden. Ook wordt Europa dan niet meer in verlegenheid gebracht wanneer de Amerikanen het internationale recht schenden en kunnen onze tegenstanders dit niet langer als propagandawapen tegen ons inzetten. Ten slotte zouden de relaties met Moskou kunnen verbeteren wanneer niet langer achter elke Europese boom een Amerikaan staat.
Op den duur kan de NAVO worden vervangen door een puur Europese alliantie. Dat vereist echter verregaande federalisering van de Europese Unie en daar is nog geen meerderheid voor te vinden. Nederland is nog steeds bang dat zonder de Amerikanen de grote jongens in Europa de dienst zullen uitmaken. Wat dit betreft lijkt Duitsland tegenwoordig minder een probleem te vormen dan het eigenzinnige Frankrijk met zijn neokoloniale ambities. Daarom kan de NAVO voorlopig blijven, maar met als nieuw motto: ‘De Amerikanen ernaast, de Russen eruit en de Fransen eronder’.