Ergens in het Zeeuwse gedeelte van de Bible Belt groeit een meisje op in een reformatorische omgeving. Reformatorisch, de verzamelnaam voor alle extreem streng gereformeerde leren. Rokken (tot over de knie), bedekte schouders, geen make up en natuurlijk een hoed op naar de kerk. Het meisje dat daar opgroeit heet Franca Treur, laat het reformatorische achter zich en schrijft het boek Dorsvloer Vol Confetti.
In Dorsvloer Vol Confetti beschrijft ze hoe haar jeugd in de reformatorische omgeving op de boerderij is geweest. De hoofdpersoon is Cathelijne, de middelste van zes broers. Ze schetst hoe het strenge leven op het platteland er aantoe gaat. Er is weinig plezier, er wordt heel wat met losse bijbelteksten gegooid en niemand is zalig, vooral Katelijne niet. Met Dorsvloer Vol Confetti schreef Treur een intrigerend en voor sommigen herkenbaar boek, maar de verfilming van dit verhaal komt misschien nog wel veel harder aan.
Zalig worden, gered worden van de toorn van God, dat is het belangrijkste in het geloofsleven waar Katelijne in opgroeit. Dat bereik je niet zomaar, daarvoor moet je leven naar God’s wil. Katelijne leest liever, ze wil de wereld ontdekken. Ondanks dat ze wel gered wil worden, is ze veel te druk met de wereld ontdekken. Sprookjes lezen, stiekem naar de kermis, tv kijken door het raam van de buren. Ze houden haar van haar zaligheid af. “Ik hoop zo dat je ooit zalig zult worden, kind”, zegt haar oma.
Voor iedereen die in de buurt van het gereformeerde geloof, streng of niet, is opgegroeid, is Dorsvloer Vol Confetti een pijnlijk herkenbare film. De bijbelteksten die uit de context worden getrokken, de liedjes die niet gedraaid mogen worden en de verleidingen van de duivel die overal zijn. Ook het gebrek aan genegenheid naar elkaar en de tergende arrogantie dat ze zeker zijn het ware geloof te hebben, komen keihard naar voren. Twijfel mag niet bestaan.
Dat het ineens nog veel tastbaarder is dan in het boek, heeft ongetwijfeld te maken met het sterke acteerwerk van de hele cast. De rust in de weinige dialogen, de doordringende blikken en de moedeloosheid die ineens zo tastbaar maakt. Dat maakt het pijnlijk herkenbaar.
Buiten een verhaal dat zo goed is neergezet en sterk acteerwerk kent, is de film een lust voor het oog. Er wordt gebruik gemaakt van prachtige shots die soms bijna te kort duren om ervan te genieten. Het geeft de film een bepaalde rust en zorgt voor een illustratie die in het boek misschien wel mist. Alle elementen kloppen in de verfilming van Dorsvloer Vol Confetti. Hij blijft, zeker voor iedereen die dichtbij het gereformeerde is opgegroeid, even hangen, en zorgt tegelijk voor een gelukkig gevoel door alle prachtige beelden.
Dorsvloer Vol Confetti geeft misschien wel meer dan het boek weer hoe de gesloten geloofsgemeenschap in elkaar steekt. Het gebrek aan genegenheid naar elkaar, niets bespreken, geen ruimte voor emoties of gevoelens en vooral de depressieve worsteling zo te leven dat je uitverkoren wordt. Het idee het ware geloof in pacht te hebben en toch niemand toelaten in je gemeenschap omdat ze zondig zijn. Ook wordt in Dorsvloer Vol Confetti wederom maar weer al te duidelijk hoe vatbaar tekst voor interpretatie is, en hoe gemakkelijk een dominee deze interpretatie in een bulderpreek kan verwerken. Als God liefde zou zijn, zijn deze mensen dat compleet vergeten.