Terwijl het ene jaarlijkse miljoenenbal net is afgelopen, is het andere aangevangen: de Champions League is weer begonnen. Op de avond van Prinsjesdag. Tweeëndertig tot op het bot gemotiveerde elftallen – en natuurlijk de bijbehorende reserves – klappen op elkaar voor eeuwige roem en monetair gewin. Het zorgde gelijk voor vuurwerk: Real Madrid verpletterde FC Basel, Borussia Dortmundt liet geen spaan heel van Arsenal. De belastingbetalende voetballiefhebber kreeg waar voor zijn geld.
‘Dat de PVV en Wilders in het bijzonder issues aankaart die leven onder een groot deel van de bevolking is niet alleen goed maar noodzakelijk voor een gezonde democratie. Daar hoort gepolariseerd te worden, daar horen tegenstellingen scherp te zijn. Het gedram van de progressieve clique zo snel mogelijk alle referenties naar ons duistere verleden uit te bannen werkt enkel contraproductief ‘
Over de politico’s die reikhalzend uitzagen naar een galavoorstelling op de derde dinsdag van september kan bepaald niet hetzelfde worden gesteld. Vergeleken met het rauwe talent van die tweeëndertig teams oogden de honderdvijftig Nederlandse parlementariërs en hun vijfenzeventig evenknieën in de Eerste Kamer nogal pover, om niet te zeggen dramatisch slecht. Niet vanwege hun uiterlijk vertoon – al tartte hetgeen Jet Bussemaker op haar hoofd had iedere omschrijving – maar wel vanwege het droevige gebrek aan inhoud van de troonrede, en nog erger, de totale afwezigheid van een fatsoenlijk weerwoord.
De zelfgenoegzame houding waarmee premier Rutte het opdreunen van zijn epistel door de Koning aanschouwde sprak boekdelen. Dit was een van de hoogtepunten uit zijn politieke carrière. Eerlijk is eerlijk: Rutte heeft dit jaar goede dingen gedaan en daar mag hij best trots op zijn. De wijze waarop de premier de nabestaanden van MH17 bijstond toen de stoffelijke overschotten in Nederland aankwamen was bijzonder waardig, bijvoorbeeld. De ontvangst, het protocol: niets dan lof daarvoor.
Helaas sloeg het kabinet onder zijn bezielde leiding op andere momenten de plank volledig mis. Jeroen Dijsselbloem wist zichzelf een Europese toppositie door de neus te boren vanwege een opmerking over de dorst van Juncker. Omdat een dergelijke positie kennelijk een absolute must have is legt nu een bekwaam minister van Buitenlandse Zaken halverwege zijn ambtstermijn zijn functie neer om naar Brussel te verhuizen. Ondertussen radicaliseert Tofik Dibi waar we bij staan, wordt Ahmed Marcouch in de Schilderswijk met eieren en vuurwerk bekogeld, blijkt Ivo Opstelten aan acute dementie te lijden, was het gezeik over het al dan niet geheimhouden van de miljoenennota nog nooit zo groot, liggen er nog steeds menselijke resten in Oost-Oekraïne, en oh ja, winter is coming. Met Vladimir Poetin als vadertje vorst.
‘Het is eigenlijk te belachelijk voor woorden dat het gezegd moet worden maar het vastleggen van tradities, en tradities zijn iets anders dan rechten zoals de vrijheid van meningsuiting voor de goede orde, is nog nooit een goed idee geweest’
Voor dat laatste is een oplossing bedacht: een trendbreuk, honderd miljoen extra per jaar naar defensie. Kees van der Staaij – geen onderdeel van de regering, voor de goede orde – verdedigde die matige incrementele stap naderhand. Ja, honderd miljoen extra per jaar is niet echt veel, erkende ook Van der Staaij. Maar, stelde de aanvoerder van de SGP, het is beter dan een eenmalige hogere investering, omdat het een structurele verhoging is. Dat lijkt een mooie geste naar defensie, een teken dat Den Haag niet vergeten is dat onze jongens en meisjes er ook nog zijn en dat hun belang in de hedendaagse wereld niet onderschat mag worden. Zo hoopt het kabinet defensie in ieder geval een hart onder de riem te steken. Helaas is het kabinet-Rutte niet het eeuwige leven beschoren. Het zou niet de eerste keer zijn dat een volgend kabinet besluit een dergelijk gebaar terug te draaien. Dan was een stevige eenmalige injectie toch beter geweest.
Naast de lovende woorden van Van der Staaij was er uiteraard ook ruimte voor kritiek. PVV-leider Geert Wilders sprak voor de zoveelste keer over een afbraakkabinet. Gelukkig komt de PVV zelf met een oplossing om de teloorgang van onze verworvenheden veilig te stellen. Martin Bosma heeft gans het weekend lopen zwoegen op een wetsvoorstel daarvoor. Het is eigenlijk te belachelijk voor woorden dat het gezegd moet worden maar het vastleggen van tradities – en tradities zijn iets anders dan rechten zoals de vrijheid van meningsuiting, voor de goede orde – is nog nooit een goed idee geweest.
Dat de PVV en Wilders in het bijzonder issues aankaart die leven onder een groot deel van de bevolking is niet alleen goed maar noodzakelijk voor een gezonde democratie. Daar hoort gepolariseerd te worden, daar horen tegenstellingen scherp te zijn. Het gedram van de progressieve clique zo snel mogelijk alle referenties naar ons duistere verleden uit te bannen werkt enkel contraproductief en het is niet gek dat mensen er tegen in het geweer komen. Het is alleen zo eeuwig zonde dat net op het moment dat de PVV daadwerkelijk voorop gaat in de strijd, waar het bijvoorbeeld gaat om de aanpak van IS, dat net op dat moment een clownesque konijn uit de hoge hoed getoverd wordt. Aan de andere kant, de PVV staat vervolgens wel weer bovenaan in de peilingen. Kennelijk slaat de tactiek aan.
Dat doet de PVV beter dan de andere extreme tegenpool in de oppositie, de SP. Bij monde van Emile Roemer verklaarde de belichaming van mislukte idealen in de politieke geschiedenis dat de aanpak van het kabinet inzake de probleemjongeren in de Schilderswijk onvoldoende is. De enige oplossing om deze knapen in het gareel te krijgen, om er voor te zorgen dat ze normale brave burgers worden, is het bieden van perspectief. Scooterklootzakjes en ander huftertuig moeten betere voorzieningen krijgen, moeten uitzicht krijgen op fatsoenlijk werk, en dan komt alles goed. Oftewel: it’s the economy, stupid. Karl Marx zou trots op hem zijn, maar dat is dan ook gelijk het enige lichtpuntje aan deze aanpak. Roemer houdt er geen rekening mee dat de mogelijkheid bestaat dat deze jongeren helemaal niet willen participeren in onze samenleving. Zij zijn woedend en wijzen iedere vorm van Westers autoriteit af, dat heeft niets te maken met economische omstandigheden en alles met een wereldbeeld dat haaks staat op dat van de verlichte westerling, om maar even heel grof te generaliseren. De woorden van Roemer klonken zeldzaam naïef.
In NRC Handelsblad merkte Floor Rusman onlangs op dat het kabinet de pragmatische retoriek heilig heeft verklaard (paywall alert). Daardoor geven de bewindslieden geen leiding maar hobbelen ze achter de feiten aan, aldus Rusman. Deze curieuze opinie baseert Rusman op de correcte observatie dat het kabinet kiest voor een bepaald taalgebruik, namelijk door te spreken in termen van problemen en oplossingen in plaats van te spreken over grandioze visies voor de toekomst. Dat wil echter, in tegenstelling tot wat Rusman meent, niet zeggen dat er achter de retoriek geen gedegen strategie zit. Wat Rusman eigenlijk lijkt te storen – en dat is volkomen terecht – is het niveau van het taalgebruik. Balkenende was daar ook een koning in, met klassiekers als “ik zeg het klip en klaar”. Het is een trend die al langer speelt en niet is voorbehouden aan kabinetsleden. Om de een of andere reden menen onze politici dat de burger letterlijk verteld moet worden wat er vervolgens verteld gaat worden, omdat deze het anders niet zal begrijpen. Of, iets cynischer gesteld: de politicus, of hij of zij nou in de oppositie of in het kabinet zit, trekt zich terug in simplistisch gewauwel om een gebrek aan talent te verhullen. Een gebrek aan talent de eigen ideeën op een bevlogen en aansprekende wijze te verkondigen.
De burger wordt zo niet serieus genomen, niet alleen door de regering – dat was te verwachten, die zit immers in het zadel nu – maar ook niet door de oppositie. Heel raar dat de Nederlander het vertrouwen in de politiek zienderogen verliest. Nu nog een krachtig signaal om dat de politiek ook duidelijk te maken. Dit lijkt ineens geen gek idee, eigenlijk. []