Het is het klassieke beeld uit een crimi of maffiafilm. Lokale dienders hebben een zware jongen op de korrel en ineens staat de CIA op de stoep om de zaak over te nemen. Want wat weet een regionaal politiekorps nu van zware criminaliteit. Of georganiseerde misdaad of slachtingen, als gevolg van doorgeschoten, radicale, religieuze opvattingen.
Met hetzelfde dédain is de AIVD te werk gegaan voor en tijdens de moord op filmmaker en columnist Theo van Gogh, vindt hoofdofficier Frits van Straelen. Tien jaar geleden had hij de zaak onder zich, die op 2 november 2004 een golf van walging, angst en afkeer van radicale moslims zoals Mohammed Bouyeri, de dader, teweeg bracht. Bouyeri was lid van de Hofstadgroep die volgens de AIVD “met iets bezig was”, maar dat is volgens Van Straelen én niet serieus genomen én nooit gedeeld met de Amsterdamse politie.
Dossier EenVandaag is een gedegen onderzoeksprogramma van redacteur Jan Born en verslaggever Sander ’t Sas. Toch blijft de reconstructie van de moord op de een of andere manier onbevredigend, omdat Van Straelen niet veel verder komt dan “sterke vermoedens en aanwijzingen” dat Bouyeri nooit alléén heeft kunnen handelen. Hij moet hulp hebben gehad. Hard bewijs is er niet, dus blijft het bij speculaties. Voor een onderzoeksjournalist dé ultieme prikkel om de onderste steen zelf boven te halen. Nooit genoegen nemen met alleen vermoedens, lijkt mij.
Ik denk aan het scenario rond de aanslag op Pim Fortuyn, waar tot op de dag van vandaag ook een zweem van complottheorie boven blijft hangen. Want ook Volkert van der Graaf zou dit nooit alleen op zijn geweten kunnen hebben. In de zaak van Van Gogh vermoedt Van Straelen dat er hulp moet zijn geweest bij de voorbereidingen van de aanslag. De route die Van Gogh dagelijks fietste vanuit de Watergraafsmeer zou door een ander in kaart zijn gebracht. Net zo goed als de levering van het moordwapen en de financiering daarvan, want de dader had op dat moment geen uitkering.
Wie de meeste indruk op mij maakte in de special was een buurtagent, die Mohammed van kindsafaan kende uit het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Stap voor stap zag de agent Bouyeri verharden en radicaliseren. De Marokkaan nam steeds meer afstand van zijn vertrouwde omgeving, reageerde niet meer op de vriendelijke toenaderingen van de wijkagent en onderging een complete metamorfose. Niet alleen innerlijk maar ook uiterlijk.
Een jongetje dat vroeger keurig thee serveerde en honderduit babbelde, veranderde in een moordenaar die een ware slachting aanrichtte op het lichaam van Van Gogh. Eerst neerknallen, daarna in alle rust zijn keel doorsnijden en zelfs nog in gesprek gaan met omstanders, dat hen hetzelfde lot zou wachten. Van Straelen is er dan ook van overtuigd dat Bouyeri zelf maar één ding wilde. Net zoals zijn slachtoffer ook zelf dood gaan.
Uit het verhaal van Born en Van ’t Sas blijkt niet alleen dat de Hofstadgroep werd afgeluisterd door de AIVD, volgens mij is dat geen nieuws, maar dat de tapes van die gesprekken simpelweg gewist zijn. De meest relevante informatie is volgens de inlichtingendienst gedeeld met politie en justitie, dus daarmee basta.
Ook de verdergaande radicalisering van Bouyeri is wel degelijk opgemerkt, blijkt achteraf volgens Van Straelen, want hij groeide binnen de Hofstadgroep uit tot een potentiële “leider”. Alle reden dus om deze belangrijke informatie te delen met de plaatselijke politie en autoriteiten, waardoor erger was voorkomen. Hoewel ik zelf niet met de illusie leef dat Van Gogh zonder het bestaan van zijn moordenaar wél veel langer had geleefd.
Theo had de boel al dermate op scherp gezet en bleef dermate onbezonnen schreeuwen tegen de “geitenneukers” dat zijn lot sowieso was bezegeld. Vóór zijn dood werd hij al maandenlang met de dood bedreigd en ook daar is volgens Van Straelen te weinig op geanticipeerd. Wederom een raakvlak met het scenario van de moord op Fortuyn.
Tot grote ergernis van de hoofdofficier komen minister Donner van Justitie en minister Remkes van Binnenlandse Zaken zes dagen na de moord doodleuk met een verklaring naar de Tweede Kamer dat de AIVD goed werk heeft geleverd. De dienst valt niets te verwijten en dat is volgens Bé Lutken, voormalig toezichthouder op de AIVD, op zijn minst “onhandig” te noemen.
Ik wil graag een stapje verder gaan. Dossier EenVandaag toont aan dat we door het optreden van de AIVD nog veel te vrezen hebben in de toekomst. Zeker gezien de ontwikkelingen rond de jeugdige Jihadstrijders, die even gehersenspoeld als Bouyeri hun heil vooralsnog in het buitenland, Syrië, zoeken.
In mijn column van 12 september over de Nederlandse Jihadstrijder Abu uit Delft onderscheidt vicepremier Lodewijk Asscher twee categorieën Nederlandse Jihadstrijders. De radicale groep, waar keihard tegen opgetreden moet worden. De jongens die hun missie mogelijkerwijs op ons land los willen laten, waar de AIVD en de politiek superalert op zijn. Die hun paspoort kwijt raken en hier niet meer welkom zijn.
En de jongens zoals Abu, die ondanks het feit dat ze mensen vermoord hebben, toch nog een tweede kans verdienen, volgens de bewindsman. Dus eerst boeten voor je daden, maar daarna nog wel een kans om weer in het gareel te komen.
“Onschuldige”, jonge Marokkanen, niet alleen maar ex-gedetineerden of vroegtijdige schoolverlaters, maar vaak met een normale achtergrond en een diploma op zak. Een gemakkelijke prooi voor en tot op het bot geïndoctrineerd door ronselaars.
Gezien het falen van de AIVD vóór en na de moord op Theo van Gogh houd ik mijn hart vast of de inlichtingendienst kundig genoeg is om deze nieuwe ontwikkeling wél adequaat in te schatten en aan te pakken. De huidige minister van Binnenlandse Zaken Plasterk zou zomaar eens in dezelfde valkuil kunnen vallen als zijn illustere voorganger Remkes.