Kerkelijke instellingen in Duitsland mogen hun medewerksters verbieden een islamitische hoofddoek te dragen. Dat heeft de hoogste Duitse arbeidsrechter in Erfurt woensdag beslist.
Werknemers in kerkelijke instellingen zijn volgens de rechter minstens verplicht om zich neutraal op te stellen. Omdat de hoofddoek een symbool is van het islamitische geloof, strookt het dragen van zo’n doek daar niet mee.
De zaak was aangespannen door een 36-jarige islamitische verpleegster in een kliniek in Bochum in het Ruhrgebied. Zij beriep zich op vrijheid van religie.
Het vonnis raakt zo’n 1 miljoen mensen. De kerken samen zijn namelijk de op een na grootse werkgever van Duitsland, na de overheid.
Dit dankzij de ‘Kirchensteuer’ (kerkbelasting), een toeslag van 8 à 9 procent op de inkomstenbelasting van de kerkleden, waardoor de kerken jaarlijks zo’n 10 miljard euro in het laatje krijgen. Die worden gebruikt voor onder meer het runnen van ziekenhuizen en crèches.
Vooral in het zuiden is het voor verplegend personeel of kleuterleiders vaak onmogelijk een baan buiten de kerkelijke instellingen te vinden.
Zij kunnen dan ook ontslagen worden als zij ongehuwd samenwonen of buitenechtelijke kinderen krijgen, ook al zijn zij zelf niet katholiek of protestant.
De speciale status van de kerken is geregeld in de grondwet.
