Reportage

De staat van de Nederlandse democratie (volgens De Balie dan)

26-09-2014 12:27

Foto: Jan Boeve

De moderator vertrouwt ons toe dat het bij ‘Battle of Ideas’ de bedoeling is dat we aan het einde van de bijeenkomst meer verward zijn over het onderwerp dan aan het begin. We moeten kennismaken met nieuwe ideeën, argumenten en zienswijzen. We moeten elkaars ideeën ook durven aanvallen. Het onderwerp wordt dus eerder complexer dan eenvoudiger. Al snel blijkt wat dit in de praktijk betekent: in het debat zit geen enkele lijn, de moderator modereert niet en iedereen mag zijn eigen individuele ei kwijt, ongeacht of er samenhang is met de rest van de bijeenkomst. 

Onder de titel Battle of Ideas debatteerden donderdagavond vier gasten in De Balie: futuroloog Maurits Kreijveld, Amsterdams CDA-raadslid Diederik Boomsma en sociologen Evelien Tonkens en Frank Furedi.

Bedenk een vraag

Het eerste probleem bij het houden van een debat: een vraag bedenken. Dit debat gaat over de crisis in de democratie maar heeft geen vraag. De aankondiging suggereert dat de vraag is “of we bang zijn voor democratie.” Maurits Kreijveld vraagt zich direct terecht af waar die “we” eigenlijk voor staat. Volgens hem zijn het vooral politici die bang zijn voor allerlei nieuwe ontwikkelingen, maar de assertieve, zelforganiserende burger heeft nergens last van.

De sprekers lijken nu een bredere vraag te willen beantwoorden: is er een democratische crisis? Later versmalt het onderwerp weer en gaat het debat alleen nog over de opkomst van het populisme. Iedereen verstaat iets anders onder populisme, maar niemand die zich eraan stoort. Als iemand in het publiek vraagt wat de definitie eigenlijk is, is de reactie dat populisme niet definieerbaar is want het is “een stijl”. Diederik Boomsma weet wel te melden dat populisme klinkt als botulisme.

Tegen de PVV

Het is niet moeilijk te begrijpen waarom niemand hier populisme wil definiëren: de definitie ervan is politiek incorrect. Met populisme bedoelt men partijen als de PVV. De vraag die dus wordt beantwoord is of de PVV een probleem is voor de democratie. Diederik Boomsma denkt dat het raar is dat er niet veel meer populisme is omdat er zoveel impopulair beleid is. De zorgen van burgers zijn namelijk wel legitiem. De PVV zelf kennelijk niet. Vervolgens doet hij – indachtig de gedachte toehoorders te verwarren – een omgevallen boekenkast na.

Evelien Tonkens wil onderscheid maken tussen de representatieve democratie van politiek Den Haag en expressieve democratie waarbij iedere burger gewoon zijn mening mag geven. Burgers waarderen de tweede, niet de eerste. Bij populisme is expressieve democratie gelijk aan representatieve democratie: politici moeten “gewoon hun mening geven.” Tonkens vindt dat verkeerd want representatieve democratie is iets heel anders: die gaat over compromis en dialoog.

Probleem

Na ruim een uur vraag ik: “wat is nu eigenlijk het probleem?” Is er een crisis in de democratie? Zijn burgers apathisch? Komt dat door de PVV? Of lost de PVV dat juist op? Het is goed voorstelbaar dat burgers die zich niet vertegenwoordigd voelden, zich door de PVV wel vertegenwoordigd voelen. Is dat een probleem? Of juist niet?

Een antwoord komt er niet en zo blijft in de lucht hangen of de PVV de oplossing voor of de oorzaak van een vaag gevoel van crisis in de democratie is. Frank Furedi zegt wel: er is een probleem omdat er “geen gemeenschappelijke taal is voor politieke dialoog.” Het is in deze zaal incorrect te zeggen dat dit nietszeggende sociaal-wetenschappelijke prietpraat is.

In elke zaal in Nederland zou deze vage retoriek vragende gezichten opleveren, maar in De Balie probeert iedereen te doen alsof hier iets nuttigs wordt gezegd. Iedereen kan echter zien dat het onzin is: het gaat er vooral om met wie je een debat voert. Een discussie over de PVV moet je voeren met de aanhang, niet met hoog opgeleide links-liberalen.

Maar dat de PVV-aanhang geen zin had om een avond lang naar dit gewauwel te luisteren, kan hen natuurlijk niet kwalijk worden genomen.