In Nederland leiden nieuwe politieke verhoudingen in de Tweede Kamer tot grote veranderingen. Na verkiezingen wijzigen niet alleen de fracties van grootte en zijn er personele wisselingen, er komt ook een nieuw kabinet. Hoe zit dat in Europa? Als het Europees Parlement van samenstelling verandert, heeft dat dan gevolgen voor hoe het Parlement functioneert? Het antwoord is ja, maar anders dan velen zouden verwachten.
Voor het Europees Parlement worden nationale delegaties gekozen, die zich verenigen in grotere, Europese fracties. Als we de politieke verhoudingen in het Europees Parlement willen begrijpen, moeten we naar deze Europese fracties kijken. Wie wonnen en verloren er bij de verkiezingen in juni?
Deze tabel is nauwelijks te interpreteren. Niet alleen omdat het aantal zetels na de verkiezingen afnam en de Europese fracties onbekend zijn, maar ook omdat verschuivingen soms worden veroorzaakt door delegaties die van fractie wisselen. Zo kreeg de conservatieve ECR er veel delegaties bij. Ook kan soms het verlies van de ene nationale delegatie gecompenseerd worden door de winst van een andere nationale delegatie uit dezelfde Europese fractie. De betekenis van de verschuivingen is daardoor niet duidelijk.
Hier ontvouwt zich de grootste moeilijkheid van het Europees Parlement: er is geen Europese regering, de Europese Commissie heeft geen politieke kleur en dus is er geen oppositie en geen coalitie. Er moet wel steeds een meerderheid in het Europees Parlement komen en dus moet men onderling onderhandelen om een meerderheid te krijgen. Grote fracties zijn daarom belangrijker dan kleine.
Sophie in ’t Veld (D66) legt uit wat het verschil is tussen het oude en het nieuwe Parlement: “We hadden de situatie met twee grote partijen die samen de meerderheid hadden. We hebben nu een situatie waarin ze samen nog maar ternauwernood een meerderheid hebben. Het is heel erg verdeeld.” In zowel de oude als nieuwe situatie maken christendemocraten en sociaaldemocraten de dienst uit, zolang ze het onderling eens kunnen worden. De vraag is vooral wat er gebeurt als men het oneens is.
Esther de Lange (CDA) zegt: “Qua fractiesamenstelling is dit het moeilijkste parlement ooit. Je had eerder aan drie fracties genoeg voor een meerderheid. Toen kon je gemakkelijker afspraken maken. Als je als EVP iets zonder de sociaaldemocraten wil, heb je nu vier of vijf fracties nodig. We zijn dus een beetje veroordeeld tot de sociaaldemocraten.”
En dat is precies hoe Europarlementariërs die niet tot de christendemocraten en sociaaldemocraten de nieuwe situatie duiden. Bas Eickhout (GroenLinks) zegt: “Er is meer angst gekomen. Ik vind dat de twee grote fracties precies verkeerd reageren op de verkiezingsuitslag. Zij proberen krampachtig alle posten te verdelen.” In ’t Veld vult aan: “De neiging bestaat bij de grote fracties om het op een akkoordje te gooien. Dat is het makkelijkst. Dan krijg je een soort grote coalitie, terwijl de verschillen tussen de christendemocraten en sociaaldemocraten aanzienlijk zijn.”
Ook Dennis de Jong (SP) vindt het lastiger geworden: “Je kon eerst wisselende meerderheden hebben. Nu zie je dat christendemocraten en sociaaldemocraten hun traditionele positie verliezen en beginnen ze al meteen met een compromis tussen beide. Dat zie je op alle niveaus in het Parlement. Alle beslissingen worden voorgekookt.”
In meerdere landen wonnen eurosceptici de Europese verkiezingen, zoals de UKIP in Groot-Brittannië en het Front National in Frankrijk. De PVV bleef in Nederland qua zetelaantal gelijk. Toch spelen zij bij de vraag of er sinds de verkiezingen iets is veranderd nauwelijks een rol. Eickhout memoreert dat de eurosceptische EFDD wordt uitgesloten van allerlei posten. In ’t Veld zegt dat er sowieso met veel eurosceptici niet onderhandeld kan worden, zoals de PVV, omdat ze niet in een fractie zitten.
Wat kunnen we dus over de nieuwe eurosceptische Europarlementariërs zeggen? In ’t Veld: “Het Parlement is door de gekozen populisten representatiever geworden. Het zal ook zeker levendiger worden. Er komt door eurosceptici meer druk op de andere partijen om standpunten in te nemen en kleur te bekennen. Dat is een goede zaak.”
Er is dus meer kans op levendige debatten, maar verder weinig reden om aan te nemen dat het Europees Parlement van haar agenda gaat afwijken om ‘meer Europa’ te bepleiten. Want juist door hun afgenomen grootte en de opmars van eurosceptici, zullen de eurofiele christendemocraten en sociaaldemocraten de dienst blijven uitmaken.
Onbekend Parlement is een serie van Chris Aalberts over het Europees Parlement. Marcel de Graaff (PVV) heeft niet gereageerd op het verzoek mee te werken aan deze serie.