Doet D66 aan christenpesten? Het is een intrigerende vraag in een tijd van ontkerkelijking en steeds kleinere christelijke partijen. Moet de strijd van D66 voor zaken als winkelen op zondag, het schrappen van het verbod op godslastering en afschaffing van de enkele feit-constructie, opgevat worden als christenpesten? Of zit er iets anders achter? Het is een van de vragen over christelijke politiek die aan de orde komt in de bundel Van God Los van Ewout Klei en Remco van Mulligen.
De christelijke politiek staat er in Nederland slecht voor. Steeds minder mensen gaan naar de kerk en stemmen minder dan voorheen op christelijke partijen. Waar zij ooit als automatisme op katholieke of protestantse partijen stemden, zijn kiezers tegenwoordig zwevend en is geloof voor de meesten geen reden meer om een bepaalde partij te steunen. Vooral het CDA heeft hier last van. Wat is de rol van christelijke partijen nog, vragen de auteurs zich af.
Dit boek staat vol interessante observaties over christelijke partijen. De identiteit van veel christelijke organisaties is minder scherp geworden en deze identiteit speelt in de publieke ruimte een steeds bescheidener rol. Er zijn voorbeelden te over. Twee van de vier partijen die opgingen in GroenLinks waren christelijk (EVP en PPR), maar bij GroenLinks merk je daar niets meer van. Het CDA profileert zich steeds vaker als conservatief in plaats van christelijk. De ChristenUnie is van het idee ‘Nederland als protestantse natie’ afgestapt. Zelfs de SGP is minder streng dan vroeger.
De auteurs zijn op hun best in hun analyses van christelijke partijen. Zeker voor lezers die deze partijen niet op hun netvlies hebben, is er veel nieuws te lezen, bijvoorbeeld over de voorlopers van het CDA: CHU, ARP en KVP en de voorlopers van de ChristenUnie: GPV en RPF. Van de politieke prestaties en standpunten van voormalige en bestaande christelijke partijen wordt een uitgebreid beeld geschetst. Eigenlijk worden al deze partijen langzaam ‘minder christelijk’, al zijn er grote onderlinge verschillen.
Maar christelijke politiek bestaat uit meer dan partijen. Dit boek zou ook in moeten gaan op de achterban. De auteurs – twee historici – doen hier geen eigen onderzoek naar en beantwoorden de vraag wat er bij burgers is veranderd niet of nauwelijks. Dit blijkt vooral als ze de vraag bespreken of christenen op de PVV zouden kunnen stemmen. Het wat gemakkelijke antwoord in deze bundel is dat daar onder christenen verschillend over wordt gedacht.
Ook bij andere thema’s komt dit probleem terug. Abortus en homoseksualiteit worden besproken als thema’s waar christelijke partijen nu meer dan ooit mee worden geassocieerd. Deze partijen nemen hier allerlei standpunten over in, terwijl deze vaak een erg symbolisch karakter hebben. Maar hoe dit ligt bij christelijke stemmers blijft een raadsel. Bij de SGP en ChristenUnie kunnen we wellicht raden hoe men tegen abortus aankijkt, maar zeker bij CDA-stemmers kunnen we dat niet.
Christelijke politiek kreeg in de beeldvorming een hoog symbolisch karakter, maar is dat ook zo in de beleving van christelijke stemmers? Die vraag is voor de toekomst van christelijke politiek essentieel. Hoe trouw zijn christenen aan christelijke partijen? Doen christelijke thema’s er voor hen toe? Of zijn symboliek en traditie belangrijker? Is ‘christenpesten’ door D66 een reden om juist christelijk te blijven stemmen? Deze vragen verdienen voor een goed beeld of ‘de christelijke politiek ten einde is’, een antwoord.