Weet u nog, dat mini-relletje rondom Ivo Opstelten en zijn nevenfuncties vorige maand? De minister van Veiligheid en Justitie bleek nog lid van het comité van aanbeveling van het Rotterdamse Gergiev Festival te zijn. En dat mag niet als je minister bent. Daar kwam bij dat top-dirigent Valeri Gergjev een dixit de Telegraaf ‘dierbare kameraad‘ van president Vladimir Poetin is wat natuurlijk ook tot scheve ogen leidde. Als kers op de taart bleek Opstelten ook nog eens betrokken bij het Nationaal Fonds Draaiorgelbehoud.
De voorlichter van de minister had het over een administratieve fout, (oud-) burgemeesters grossieren nu eenmaal in nevenfuncties, niks aan de hand verder, gaan we oplossen, over tot de orde van de dag en alle plooien gladgestreken. Enter CDA-pitbull Pieter Omtzigt.
Omtzigt deelde middels Kamervragen een speldenprik uit aan Opstelten: kon de minister wellicht wat meer vertellen over hoe dat nou zat met die Gergiev die al met al toch een vriend van Poetin is. En Omtzigt wilde nog iets weten:
“Bekleedt u andere nevenfuncties in besturen, comités en commissies die niet vermeld staan op uw curriculum als bewindspersoon?”
En daar kwam maandag deze reactie op: de minister heeft méér tijd nodig om de vragen te beantwoorden!
Hoeveel nevenfuncties zou Opstelten eigenlijk hebben?
De Haagse Grabbelton is een rubriek van notities, geruchten, observaties en onbewezen theorieën uit de Nationale Vergaderzaal. Maar u vindt hier ook de kruimels die de kolommen bijna niet haalden en hopelijk ook enkele krenten uit de Haagse Pap.