Dinsdagmiddag hebben zich ruim honderd demonstranten verzameld op het Plein in Den Haag. Niemand dringt de Tweede Kamer binnen. Dat komt ook helemaal niet in deze menigte op. Katholieken uit heel Nederland zijn hier samengekomen om uiting te geven aan hun onvrede over abortus. De hulpbisschop van Roermond staat naast een auto waarop een Mariabeeld is geplaatst. Op spandoeken staan foto’s van foetussen. Er is gezamenlijk gebed.
Na SGP-leider Kees van der Staaij komt ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber langs. Ze wordt verwelkomd met een indringende toespraak. De bisschop vraagt zich af waarom er geld op de begroting is gereserveerd voor abortus. Hij memoreert dat het niet realistisch is te denken dat de abortuswetgeving wordt teruggedraaid. ‘Wat gaat u doen?’ blijft zijn vraag. De overheid doet zeer veel aan gedragsbeïnvloeding, waarom dan niet in dit geval? wil hij weten.
Dik-Faber is protestants, maar: ‘we bidden voor hetzelfde’, vertrouwt ze de demonstranten toe. Door ChristenUnie en SGP is er in ieder geval meer geld gekomen voor tienermoeders. Dik-Faber is kritisch over tests waarmee het Syndroom van Down voor de geboorte kan worden opgespoord. Elk leven is volgens Dik-Faber veel waard. Applaus is haar deel.
De Rozenkrans stopt abrupt als CDA-Kamerlid Mona Keijzer verschijnt. Zij krijgt dezelfde toespraak. Misschien komt het omdat de speech in herhaling valt, maar het valt iedereen zwaar. ‘Is de waarde van een ongeboren leven afhankelijk van het feit of het kind gewenst is?’ vraagt de bisschop zich af. Keijzer lijkt geëmotioneerd en bewijst de demonstranten een lippendienst. Ze vindt hulp aan moeders belangrijk en wil een genuanceerd debat. De demonstranten dragen daar volgens haar aan bij.
De vergelijkingen worden langzaam bombastischer. Abortus wordt vergeleken met Amber Alert (‘dan verdwijnen kinderen ook’) en bootvluchtelingen (‘die levens redden we wel’). Ook leren we dat er voor de televisie een verwijderingsbijdrage geldt, maar niet voor ongeboren leven. Aan het einde van de demonstratie worden de Kamerleden – die vanuit het Kamerrestaurant op de demonstranten kunnen neerkijken – eraan herinnerd dat God over ze zal oordelen, want zij zijn verantwoordelijk voor de wetgeving in dit land.
Na het bidden van de Rozenkrans en verdere samenzang gaan de demonstranten naar een kerkmis verderop. Dit ritueel bestaat al dertig jaar, vertelt een vrouw, want ze zijn ermee begonnen toen de abortuswetgeving werd aangenomen. Het heeft nooit geholpen, maar ze gaan er stug mee door. De aanhouder wint, is hier het adagium. De beperkte kansen op succes zijn een belangrijke overeenkomst met de Koerden, de avond ervoor.
Nog maar een halve dag geleden drongen op deze plaats honderd Koerden de Tweede Kamer binnen. Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg kwam direct opdraven om de demonstranten toe te spreken. De Koerden kregen nog geen tien uur later een gesprek met enkele Kamerleden. Dat gesprek verliep zoals gepland: de Kamerleden hoorden hun zorgen aan en alles bleef zoals het was.
Bij zowel de Koerden als de katholieken doen de Kamerleden hun best te luisteren. Ze doen wat algemene uitspraken waar geen enkele actie uit voortvloeit. Bij de Koerden omdat Nederland op eigen houtje volstrekt niets kan doen, bij de katholieken omdat er nog lang geen Kamermeerderheid is om abortus te beperken of af te schaffen. Kamerleden kunnen in deze gevallen weinig voor burgers doen, of ze nu willen of niet. De loze woorden van Kamerleden illustreren slechts hun onmacht.
De Koerden kregen de media-aandacht die ze wilden, de katholieken kregen geen seconde zendtijd. Met hun politieke doelen heeft het weinig te maken, want beide doelen zijn vrijwel onhaalbaar. Het heeft alles te maken met hun timing en middelen: de Koerden protesteerden in de week waarin de slag om Kobani al ruime aandacht kreeg. Hun protest sloot daar mooi bij aan. Deze week was er geen actuele aanleiding om over abortus te spreken.
De katholieken zijn ook simpelweg te netjes. Journalisten lopen gehaast langs de demonstratie, maar niemand spreekt ze aan. De katholieken wilden hun argumenten laten spreken, maar journalisten hadden daar geen interesse in. Dit toont aan welke rol burgers voor hen spelen: in ieder geval niet die van volwaardig deelnemer in het publieke debat.
En zo gaat dat dus in Den Haag: burgers die aandacht willen moeten veel lawaai maken. En dus schreef iedereen over de Koerden, maar werkelijk niemand over de katholieken.
De Haagse Grabbelton is een rubriek van notities, geruchten, observaties en onbewezen theorieën uit de Nationale Vergaderzaal. Maar u vindt hier ook de kruimels die de kolommen bijna niet haalden en hopelijk ook enkele krenten uit de Haagse Pap. Maar wat doet Chris Aalberts eigenlijk in Den Haag, vorige week was hij er ook al! Daarover binnenkort meer.