Bloed, vleermuizen en onsterfelijkheid. Er is weer eens een Draculafilm in de bioscoop: Dracula Untold. Maar dit keer is het geen horror. Het is niet eens echt gothic. Het is vooral een epische oorlogsfilm, waarin Dracula de held is. En dus roepen puristen er schande van, want zo ging het originele verhaal van Bram Stoker helemaal niet. Maar Stoker’s versie was ook maar een commerciële mash-up van bestaande verhalen: levende doden, maagdenbloed en de wrede Dracula. Hoog tijd om die weer eens af te stoffen, want hoe erg is het eigenlijk dat de nieuwe Draculafilm een ander verhaal vertelt?
Ten eerste, de levende doden die niet wegrotten in hun graf maar ‘s nachts ronddolen, en alleen zijn te doden met een houten staak door hun hart. Dat was een mythe op het platteland van de Balkan, waar mysterieuze moorden werden verklaard met een lijk dat nog intact bleek in een heropend graf. In 1727 werd er zelfs een concreet geval gemeld in het Servische plaatsje Medveda. Het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk besloot deze onrust in hun achtertuin te sussen door de mythe te ontmaskeren. Het bleek te gaan om een schimmel. Deze bedekte het lijk zodat het intact leek, en had rood vocht in zich, zodat het leek of er nog bloed door het lichaam vloeide. En wat doe je als de autoriteiten een mysterie ontrafelen? Precies; hard roepen dat het een doofpot is. En zo werd de vampiermythe algemeen geaccepteerd.
Ten tweede het bloed van jonge maagden. Stel, je bent een mooie, 16e-eeuwse gravin. Je broer is koning van Polen, je man is nooit thuis want altijd oorlog aan het voeren, en jij kwijnt langzaam weg in een veel te groot kasteel. Wat ga je dan doen? Etteren. Uit verveling. In het geval van de Hongaarse gravin Elizabeth Báthory was dat etteren vooral het doodmartelen van haar dienstmaagden. Volgens haar zelf slechts 30 á 40, volgens getuigen zo’n 2000, maar de rechter hield het op ongeveer 600. Haar straf? Huisarrest. Maar misschien was dat martelen niet voor niks, want binnen vier jaar stierf ze. Toch een gebrek aan maagdelijk bloed?
En ten derde de persoon Dracula. Die heeft echt bestaan: de 15 eeuwse Wallachische prins Vlad III Dracula (“zoon van Dracul“) met de bijnaam Tepes (de spiezer). En die bijnaam had hij verdiend ook. Na een gewonnen slag tegen de Turken hield hij een overwinningsdiner tussen de kermende krijgsgevangenen, die hij levend had gespiesd. Het gerucht dat Tepes zijn brood in hun druipende bloed doopte, was waarschijnlijk overdreven. Maar het werkte wel afschrikwekkend. Handig, want de Turkse sultan Mehmed II besloot Wallachije toe te voegen aan het Ottomaanse Rijk. Maar toen hij met zijn leger bij Targoviste aankwam, bleek Tepes de stad te hebben versierd met 20.000 gespieste lijken. Van zijn eigen onderdanen. Zoveel wreedheid was zelfs sultan Mehmed te veel, en hij keerde om. Effectieve psychological warfare.
Met andere woorden: er is geen authentiek Dracula-vampierenverhaal. Het was een samenraapsel vanaf het begin. Natuurlijk, een goed samenraapsel. Daarom is het ook zo populair geworden. En nee, niet elk verhaal dat gebruik maakt van dezelfde elementen is per se net zo goed. Maar een nieuw verhaal afwijzen omdat het nieuw is, is je reinste fundamentalisme. Wie zo denkt, was destijds ook tegen Stoker’s Dracula geweest. En het is een levenshouding die funest is voor onze moderne, vernieuwende maatschappij. Want als we geen nieuwe verhalen meer krijgen, blijven we eeuwig opgescheept met de oude, onsterfelijke verhalen. En dan gaan we etteren. Uit verveling.