Waarom stellen Tweede Kamerleden eigenlijk mondelinge vragen aan ministers en staatssecretarissen? De veel gehoorde verklaring is dat ze op zoek zijn naar publiciteit. Door vragen te stellen over actuele thema’s, komen Kamerleden in de media, weten burgers dat Kamerleden goed letten op misstanden en wordt de kans groter dat Kamerleden de volgende keer hoog op de kandidatenlijst komen.
En daarom bestaat het mondelinge vragenuurtje op dinsdagmiddag. Het schijnt een hele strijd te zijn wie er een vraag mag stellen. Vandaag valt de eer te beurt aan onder andere Gerard Schouw van D66. Er zijn ruim een miljoen emailadressen gehackt en naar verluid zouden hier ook emailadressen van het Ministerie van Defensie bij zitten. Tijd dus voor vragen aan minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD).
Schouw meldt dat de D66-fractie is geschrokken van het nieuws. Nederland is ‘slachtoffer geworden van een grote hack’ en daarbij is ‘Defensie aangevallen’. ICT is zoals bekend ‘de zwakste schakel van Defensie’, weet Schouw te melden. Het lijkt er op dat de bescherming tegen hackers ‘zo lek is als een mandje’, vertelt Schouw met het nodige gevoel voor drama.
Schouw wil weten wanneer de minister hiervan wist, waarom er niet direct informatie naar de Tweede Kamer is gegaan, wat de ernst van de situatie is en welke risico’s er nu nog zijn.
Hennis antwoordt dat ze erg blij met de vragen is. Het mondelinge vragenuur blijkt niet alleen een feest voor Kamerleden, maar ook voor ministers. Hennis dreunt wat technische details op en zegt dat er 380 emailadressen zijn onderschept, waarvan “het merendeel” niet meer in gebruik was. Het gevaar viel sowieso mee, want medewerkers van Defensie moeten vaak hun wachtwoord wijzigen. “Geruststellende woorden naar meneer Schouw dus”, besluit Hennis.
Schouw concludeert dat ‘de minister het klein probeert te maken’. Hij wil alsnog antwoord op zijn vragen. De minister moet volgens hem garanties geven. Maar die geeft Hennis niet. Er zijn volgens haar ‘kwetsbare sites gehackt’, maar niet die van Defensie zelf. Hackers konden niet komen aan de ‘vitale infrastructuur’. Wat dit precies is, blijft vaag. “Dit doet meneer Schouw vast goed”, zegt Hennis.
Schouw probeert het nogmaals. De ICT van Defensie is nu eenmaal ‘houtje-touwtje’, beweert hij alsof dit een algemeen bekend gegeven is. “Kan de minister garanderen dat hackers geen toegang hadden tot de vitale infrastructuur?” D66-fractielid Wassila Hachchi probeert het ook nog eens. Ze wil een brief van de minister. Hennis houdt stoïcijns vol dat er nooit garanties te geven zijn. Ze herhaalt het getal van 380 emailadressen en ‘heeft daar niks meer aan toe te voegen’.
Zijn mondelinge vragen nuttig? Misschien, maar we moeten ook kijken naar de suggestie die vragen oproepen. De suggestie is vandaag dat de vragen van Schouw nodig zijn voor de minister om maatregelen te treffen. Zij handelt niet als er emailadressen op haar ministerie gehackt zijn: dat doet ze pas nadat ze van de Kamer vragen heeft gekregen. Maar deze suggestie is natuurlijk stompzinnig, net als het idee dat de minister garanties moet geven. Die geef je alleen als je geen hersenen hebt.
Journalisten in Den Haag vinden het vragenuurtje niet zo interessant. Bij de vragen van Schouw zijn er maar drie op de publieke tribune aanwezig. De kans op de zo gewenste positieve publiciteit is dus gering. Dit gebrek aan aandacht is jammer. Als journalisten voortaan over alle onzinnige vragen stukjes gaan schrijven, zal er eindelijk een prikkel zijn voor Kamerleden om nog eens na te denken voordat ze totaal overbodige vragen gaan stellen.
De Haagse Grabbelton is een rubriek van notities, geruchten, observaties en onbewezen theorieën uit de Nationale Vergaderzaal. Maar u vindt hier ook de kruimels die de kolommen bijna niet haalden en hopelijk ook enkele krenten uit de Haagse Pap. Maar wat doet Chris Aalberts eigenlijk de hele tijd in Den Haag? Daarover binnenkort meer.