De liefde… een verloren strijd tegen lelijkheid. De eerste keer verkouden lachen waardoor het neongele snot zichzelf als slingers over je zoenbare lippen drapeert. Het dode kraaiennest in je muil na een avond stomdronken ruzie maken op het uitgaansplein van je geboortestad. De woekerende koortslip die je met walging afwacht tot je weer kunt zoenen, of de zuur smakende geslachtsdelen, na een avond hossen. Dit alles is nog ver voor het tolereren van scheten laten, opgedroogd speeksel op je wang, prut in je ooghoek en vragen of de ander die steenpuist op je rug wilt uitknijpen.
Zelf heb ik het bij m’n laatste vriendin weten te beperken tot één scheet in drie jaar. Zij beperkte het tot een volgekotste wasbak en volgekotste damesschoenen. Als ik me niet zou beperken tot enkel de uiterlijke lelijkheden zou ik veruit het lelijkst zijn van ons twee. Ik heb de lelijkste dingen gedaan en gezegd tegen deze hufterproof lieverd.
De eerste date: een bed vol met afgewezen kledingkeuzes, een onzoenbare nek door het bittere smakende, maar lekker ruikende luchtje en een kapsel waar de visagist van RTL4 trots op zou zijn. Liefde op het eerste gezicht … er zullen nog vele gezichten volgen.
Dat eerste gezicht is binnen tien dates aan verval onderhevig. Na een tijd is dat luchtje niet meer voor haar, maar voor ’de gelegenheid’. De leuke kleding is toeval en gel is voor de werkdagen. Zo nu en dan word je uit schaamte nog wel eens boos als ze uitgerekend dan naar het toilet wil wanneer jij er net vanaf komt.
Na drie jaar zitten we keihard huilend op de bedrand. Snot uit onze neuzen, bloeddoorlopen ogen en onverstaanbaar gelal in kopstem. Het laatste dat ik zie van het mooie meisje uit bus 33 is een lelijke kop. Als ik haar na bijna een jaar weer tref trekt ze een hoofd alsof ze een haar uit haar mond haalt.
Ik vrees dat het haar nieuwe vlam is die naast haar staat. Ondanks dat ik hen alle geluk gun, hoop ik dat hij minder is dan ik. De spieren in mijn gezicht maken een unieke combinatie van samentrekkingen en ik oog als iemand die schijt ruikt om ‘t moment dat z’n schoonvader vraagt wat hij van z’n kookkunsten vindt. Wij op ons slechtst. Dat is het laatste wat je van elkaar zult zien.
Wie ’verliefdheid’ achter zich laat en aankomt bij ’houden van’, legt zich als het ware neer bij het onherroepelijk verlies van de oorlog tegen elkanders tekortkoming. ’Houden van’ is het erkennen van de nederlaag.
Stel, ik tref de dame waarmee ik wederom gelukkig word, maar het dit keer dan ook blijf tot in den dood. Dan is het laatste wat een van ons zou zien een bleek, ingevallen gezicht met op elkaar genaaide kaken. Vijftig jaar aan rimpels verder dan de mooie herinneringen. In het mooiste scenario, waarin je almaar zal blijven houden van je liefde, is het laatste dat je op je netvlies krijgt, de meest dierbare dood.
Wat dat betreft is liefde een ode aan de leugen. Het is een goed gespeeld spel waarin we kunnen kiezen wat we van elkaar willen zien en wat niet. En winnen doe je alleen door er op tijd mee te stoppen.