Recensie

Eigen meester, niemands knecht

20-10-2014 16:01

Een heleboel Nederlandse premiers hebben een biografie gekregen. In mijn boekenkast staan die over Abraham Kuyper van Jeroen Koch, die over Joop den Uyl van Anet Bleich en die over Dries van Agt van Peter Bootsma. Aan deze verzameling is nu Eigen meester, niemands knecht. Het leven van Pieter Sjoerds Gerbrandy. Minister-president van Nederland in de Tweede Wereldoorlog van historicus Cees Fasseur toegevoegd.

Boerengezin uit Friesland

Fasseur is vooral bekend vanwege zijn veelgeprezen tweedelige biografie over koningin Wilhelmina. Toen Wilhelmina tijdens de bezetting moest uitwijken naar Londen kreeg ze te maken met Pieter Sjoerds Gerbrandy, die van 3 september 1940 tot 24 juni 1945 minister-president van Nederland was. Fasseur wilde graag over Gerbrandy een biografie schrijven, de man die in zijn talloze toespraken voor Radio Oranje de geest van het verzet levend wist te houden. Wat voor man was Gerbrandy? Hoe was hij als minister-president? En hoe moeten wij hem nu beoordelen?

Gerbrandy was een zeer principiële man, die tegelijkertijd ook heel eigenwijs was. Het principiële had alles te maken met zijn gereformeerde achtergrond. Gerbrandy groeide op in een gereformeerd boerengezin in Friesland, zijn vader was actief voor de Antirevolutionaire Partij en was in 1886 meegegaan met de Doleantie van Abraham Kuyper, toen veel orthodoxe kerkleden zich losmaakten van de Nederlandse Hervormde Kerk. Gerbrandy studeerde rechten aan de Vrije Universiteit, werkte een tijdlang als advocaat en werd daarna hoogleraar aan de VU.

Een tegendraads gereformeerde

In tegenstelling tot veel andere gereformeerden was Gerbrandy echter geen volgzaam type, iemand die braaf meeliep in de parade der mannenbroeders. Zo was Gerbrandy in 1918 als één van de weinige ARP’ers voor het vrouwenkiesrecht (dit kwam wellicht ook omdat hij thuis onder de plak zat bij zijn vrouw, al dan niet vrijwillig) en kwam hij op voor de rechten de arbeiders. Als Fries had Gerbrandy een enorme bewondering voor die andere politicus uit Friesland, Pieter Jelles Troelstra van de SDAP. Waar de socialisten in ARP-kringen voor gevaarlijke revolutionairen werden aangezien die uit waren op oproer en het omkeren van de door God ingestelde maatschappelijke orde, daar had Gerbrandy begrip voor de noden van de armen. Het feit dat hij uit een rijk boerengezin uit Friesland kwam en niet uit de elite uit de Randstad zal wellicht hebben meegespeeld. Gerbrandy was een mensenmens zonder standsbesef.

In augustus 1939 viel het vijfde kabinet-Colijn. ARP-politicus Hendrikus Colijn werd opgevolgd door jonkheer Dirk Jan de Geer van de Christelijk-Historische Unie, die andere protestants-christelijke partij. In dit kabinet had voor het eerst ook de SDAP zitting. De ARP was furieus tegen deelname van de SDAP in het kabinet en wilde bovendien dat Colijn weer premier zou worden. De partij koos daarom voor de oppositie. Gerbrandy besloot echter, zonder overleg met de partijleiding, om als ARP’er in dit kabinet zitting te nemen. Dit zorgde voor veel animositeit tussen Gerbrandy en de rest van zijn partij.

In Londen: duiven en haviken

Vlak na het aantreden van het kabinet-De Geer vielen de Duitsers Polen binnen en was de Tweede Wereldoorlog een feit. Nederland hoopte net als in de Eerste Wereldoorlog neutraal te blijven, maar Gerbrandy vermoedde (als één van de weinigen in het kabinet) dat dit deze keer niet zou gaan lukken. De Geer stak liever zijn hoofd in het zand en was dan ook totaal verrast toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen. Het Nederlandse kabinet vluchtte na een paar dagen naar Londen. Ook koningin Wilhelmina was naar Londen gevlucht. Aanvankelijk wilde zij in Zeeuws-Vlaanderen de strijd voortzetten, maar de kapitein van de kruiser die haar evacueerde besloot dat dit te gevaarlijk was en koerste het schip naar Engeland.

In Londen stonden de duiven en haviken in het Nederlandse kabinet al snel tegenover elkaar. De Geer wilde graag een vrede met Hitler. Hij meende dat Duitsland de oorlog zo goed als gewonnen had. Voortzetting van de oorlog had geen zin meer. Nederland moest een vrede met Duitsland sluiten en een Duitse dominantie in Europa accepteren. Gerbrandy was het hier absoluut mee oneens. Hij vond dat er met Duitsland niet konden worden onderhandeld, omdat Hitler al zijn beloften had verbroken. Tsjechië was bezet, Polen was aangevallen en daarna ook Nederland. Hitler was een schurk, die in het christelijke wereldbeeld van Gerbrandy duivelse trekken begon aan te nemen. In september 1940 werd duif De Geer, vooral onder druk van koningin Wilhelmina, tot aftreden gedwongen. Havik Gerbrandy volgde hem op.

Gerbrandy en Wilhelmina

Fasseur ontkracht in zijn biografie een broodjeaapverhaal over het slechte Engels van Gerbrandy. Tijdens een ontmoeting met Churchill zou Gerbrandy, nadat hij de handen met de Engelse prime minister had geschud, hem begroet hebben met de woorden ‘Good-bye, mister Churchill’. Churchill zou geantwoord hebben: ‘What, already?’ Volgens Fasseur is deze blunder in werkelijkheid gemaakt door De Geer, maar is deze later aan Gerbrandy toegeschreven. Een andere blunder van Gerbrandy heeft wellicht wel plaatsgevonden. Deze blunder is minstens zo legendarisch. Toen Churchill, genietend van het mooie weer, tegen Gerbrandy zei ‘Spring is in the air’, antwoordde Gerbrandy ‘Why should I?’

Als minister-president kreeg Gerbrandy het in Londen vaak aan de stok met Wilhelmina, die zich zeer met de politiek bemoeide en bovendien allemaal wilde ideeën had over hoe het naoorlogse Nederland politiek vernieuwd moest worden. Als ARP’er geloofde Gerbrandy heilig in het gulden driesnoer God-Nederland-Oranje, maar dit geloof werd dankzij het eigengereide optreden van Wilhelmina wel flink op de proef gesteld. Ook was Gerbrandy, omdat hij net als zijn majesteit ook ontzettend eigenwijs en eigengereid was, een slechte manager. De samenwerking met andere ministers verliep zeer moeizaam en in 1945 kwam het kabinet ook ten val.

Niet buigen voor de vijand

De grote betekenis van Gerbrandy is volgens Fasseur vooral geweest dat hij, net als Churchill, niet wilde buigen voor de vijand, standvastig bleef en hoop gaf in bange dagen. Afgezien van natuurlijk Wilhelmina zelf was hij de stem van een Nederland dat standhield, ondanks het feit dat het Nederlandse grondgebied was bezet.

Na de bevrijding werd Gerbrandy niet de elder statesman die op zijn lauweren rustte, maar bleef hij zich actief met de politiek bemoeien. Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd was Gerbrandy samen met de aartsconservatieve CHU-politicus F.C. Gerretson de drijvende kracht achter het Comité Rijkseenheid, een club die vond dat Indonesië bij Nederland moest blijven. Vanaf 1950 was Gerbrandy een warm pleitbezorger van de Molukse zaak. De christelijke Molukkers hadden een eigen republiek willen oprichten, de RMS, maar hun rebellie tegen de centrale Indonesische overheid werd in bloed gesmoord. Vooral in streng-protestantse en conservatieve kringen kon de RMS op veel sympathie rekenen. De Molukkers werden beschouwd als slachtoffers van de dekolonisatie. Standvastigheid en starheid liggen blijkbaar dicht bij elkaar soms.

‘Opa snor’

In 1961 overleed Gerbrandy. Het huis in Scheveningen waar hij de laatste jaren van zijn leven woonde ligt vlakbij het huis waar Cees Fasseur woont. Fasseur hoorde van buurtbewoners dat de oude Gerbrandy bij de kinderen in de buurt erg populair was, als die aardige ‘opa snor’. Dat soort kleine, maar zeer persoonlijke details geven het boek wat extra’s.

De biografie Eigen meester, niemands knecht is een prachtig boek. Het onderzoek is grondig, de schrijfstijl is prachtig en de biograaf is empathisch. Het boek is kortom een must voor iedereen die geïnteresseerd is in de politieke geschiedenis van Nederland en de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog.

N.a.v.: Cees Fasseur, Eigen meester, niemands knecht. Het leven van Pieter Sjoerds Gerbrandy. Minister-president van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (uitgeverij Balans, Amsterdam 2014). 606 pagina’s. ISBN 9789460038259. €39,95.