Het is een ritueel dat zelfs de meest dilettante Noord-Korea watcher onmiddellijk zal herkennen: in elke documentaire, in elk boek en zelfs in veel nieuwsberichten over Noord-Korea wordt steeds maar benadrukt hoe weinig we van het land afweten. Of het nu gaat om machinaties in de partijtop of om de wandaden die het regime tegen de bevolking begaat, steevast krijgen we te horen dat Noord-Korea zo geïsoleerd en gesloten is dat we alleen maar kunnen raden naar wat er zich achter het prikkeldraad aan de grens met China en Zuid-Korea afspeelt. Maar nemen we dit niet te gemakkelijk aan? Als Noord-Korea echt zo geheimzinnig is, hoe komt het dan dat er nooit iets verrassends over het land naar buiten komt?
Neem nu de plotselinge verdwijning van Kim Jong-Un. ’s Werelds jongste dictator verscheen vijf weken niet in het openbaar en miste enkele belangrijke partijbijeenkomsten. Ondertussen lieten de Noord-Koreaanse staatsmedia nauwelijks iets los over wat er aan de hand was en brachten enkele topmannen uit de partij en het leger namens Noord-Korea een bezoek aan Zuid-Korea.
Vorige week was Kim ineens weer terug, maar werd hij uitgebreid gefotografeerd met een wandelstok, ook in de Koreaanse cultuur geen symbool van vitaliteit en kracht. We kunnen wel steeds blijven benadrukken hoe weinig we van Noord-Korea afweten, maar een kind ziet wat hier aan de hand is: ze zijn aan Kims stoelpoten aan het zagen, en dat was te verwachten. De man is de dertig nauwelijks gepasseerd en is zonder enige bestuurlijke of politieke ervaring in de slangenkuil van het Noord-Koreaanse leiderschap gestapt. Het is een kwestie van tijd voordat hij definitief aan de kant wordt geschoven.
Ook heeft het isolement waar Noord-Korea in verkeert niet kunnen verhinderen dat we een vrij duidelijk beeld hebben van hoe het land geregeerd wordt. Het regime in Pyongyang is extreem gecentraliseerd en dictatoriaal, heeft het land tot economische rampspoed veroordeeld door ten koste van alles vast te houden aan de planeconomie en hersenspoelt de bevolking met een persoonsverheerlijking waar zelfs de propaganda rond Stalin en Mao schril bij afsteekt.
Daarnaast zijn de werkkampen inmiddels redelijk in beeld gebracht en is de Noord-Koreaanse buitenlandse politiek – voedselhulp en andere concessies afdwingen door een crisissfeer te creëren en te dreigen met een kernwapenprogramma – al zeker twintig jaar tamelijk voorspelbaar.
Natuurlijk zitten er soms ook naast. Het verhaal dat alle mannelijke Noord-Koreaanse studenten verplicht zouden zijn om hun haar net als Kim Jong-Un te laten knippen ging als een lopend vuurtje over het internet, maar bleek later een verzinsel. Maar is het zo vreemd dat we – ook ik, zeg ik er eerlijk bij – ons dit verhaal op de mouw hebben laten spelden? Niet echt, want als de Noord-Koreaanse propagandamachine ons wil doen geloven dat Kim Jong-Il elf holes-in-one sloeg tijdens het eerste potje golf dat hij in zijn leven speelde, waarom zou het verhaal van de verplichte haardracht dan niet waar kunnen zijn? Als we dit soort verhalen geloven, wil dat niet zeggen dat we Noord-Korea niet begrijpen. Integendeel, het geeft juist aan dat we inzien dat het Noord-Koreaanse regime tot alles in staat is.
Als er de laatste jaren namelijk iets duidelijk is geworden, is het dat de werkelijkheid van de Democratische Volksrepubliek de clichés heeft ingehaald. Steeds meer Noord-Koreanen die aan het regime ontsnapt zijn, vertellen in interviews en memoires over hun ervaringen, maar wat ze te vertellen hebben, is zelden opzienbarend en bevestigt vaak het beeld dat buitenstaanders van het land hebben.
Zeker, in het Westen werd vaak een beetje lacherig gedaan over Kim Jong-Il, maar was dat niet gewoon terecht nu hij ook uit getuigenissen van mensen die hem hebben ontmoet naar voren komt als een verwend, grofgebekt onderdeurtje dat zonder blikken of blozen mensen de werkkampen in stuurt omdat ze een keer in een Zuid-Koreaanse krant hebben gekeken?
Het is waar dat we niet alles over Noord-Korea weten, zoals we ook niet alles over Iran en zelfs Rusland weten, maar dat betekent niet dat we volledig in het duister tasten. Het is vreselijk voor de mensen die er wonen, maar Noord-Korea is gewoon wat het lijkt.
Door te denken dat ‘het echte Noord-Korea’ achter de repressie, de propaganda en het economisch wanbeleid ligt, maken we het onszelf alleen maar onnodig moeilijk.