Patiënten moeten ervan uit kunnen gaan dat hun arts op respectvolle wijze omgaat met lichaam, geest en leven. Dat betoogde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dinsdag voor het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag. Daar werd de beroepszaak behandeld van de arts die in juli 2003 een aanslag liet plegen op zijn vrouw. Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle had eerder geoordeeld dat hij aan de slag mocht blijven als arts, maar de inspectie is het daar niet mee eens en eist dat hij uit het artsenregister wordt geschrapt.
De ex-vrouw van de arts werd in 2003 door junks met benzine overgoten en in brand gestoken. Ze raakte daarbij ernstig verminkt. De arts kreeg een celstraf van 15 jaar maar kon vanaf medio 2012 weer aan de slag. Toen het verpleeghuis in Enschede waar hij werkte achter zijn verleden kwam, werd hij ontslagen.
Volgens de advocaat van de arts heeft zijn cliënt de strafbare feiten gepleegd in de privésfeer. De tuchtrechter mag daar volgens hem helemaal niet op ingrijpen. De arts zelf zei in de rechtbank dat hij zijn straf heeft uitgezeten en dat hij een tweede kans verdient. “Ik ben boos geworden op mijn vrouw”, zei hij over wat er in 2003 gebeurd is. “Daar heb ik behoorlijk spijt van. Het valt niet goed te praten. Ik heb fouten gemaakt en heb ervoor geboet.”
Na zijn vrijlating heeft de arts zijn vriendin en haar moeder mishandeld. Dat hij weer ‘boos werd’, zag hij als een alarmbel, vertelt de arts. Hij is inmiddels in behandeling om zijn zelfbeheersing onder controle te krijgen als hij boos wordt, maar hij ziet dat niet gebeuren met patiënten. De aanleiding voor zijn boosheid op zijn vrouw en later zijn vriendin, was volgens de arts dat ze zijn mannelijkheid zouden hebben gekwetst. Dat is bij patiënten niet aan de orde, schat hij in.
De tuchtrechter doet over 2 maanden uitspraak.