Leven

Het verhaal van een Iraanse bootvluchteling

31-10-2014 18:33

In dit turbulente tijdperk wankelen onze universele waarden. Het integratiebeleid uit de jaren 80, het multiculturele ideaal van de jaren 90 en de participatiesamenleving van de afgelopen jaren boden geen inzichten. Onze grootste uitdaging blijft om vrijheid te koesteren, angsten te overwinnen en om, tegelijkertijd, onze compassie voor de medemens niet te verliezen. Dat laatste was de kern van het congres ‘35 jaar Vluchtelingenwerk in Nederland’. Dit verhaal, dat gisteren in dat congres voorgedragen werd, is maar een miniatuur van al die ontroerende verhalen die vele mensen als ik in hun hart meedragen.

Wie de kranten openslaat, leest dat Nederland de grenzen wil sluiten voor stromen vluchtelingen. Dat er onder hen soms oorlogsmisdadigers zijn. Of dat ze Nederland niet eens bereiken omdat hun gammele bootjes te vol worden gepropt door smokkelaars en daardoor vergaan in de Middellandse Zee. Ik was een van die bootvluchtelingen, met meer geluk.

Compassie

Als politieke vluchteling die in Nederland een warm thuis vond, mis ik de menselijke verhalen in die nieuwsberichten. Ook vergeten we hoe in Nederland talloze vrijwilligers met een ogenschijnlijk kleine daad – onbewust – zoveel kunnen betekenen voor mensen die net als ik alles achterlieten in een onzekere vlucht naar vrijheid.

Uit de fysica leren we dat ieder deeltje met een massa een vorm is van energie. En dat energie nooit verloren gaat, maar zich alleen omzet in andere vormen van energie. Ik durf te stellen dat dit natuurkundige principe ook geldt voor onze daden. Onze daden verdwijnen of verdampen niet in het heelal. Iedere intrinsieke daad die uit het hart komt, plant een zaadje in de kosmos, dat gewild of ongewild, tot een weiland van elementaire goedheid leidt. Daarom is het hebben van compassie het equivalent van een goed mens zijn.

Naar school

Joke Nieuwpoort uit het zeventiende-eeuwse vestingstadje Den Briel liet met haar ogenschijnlijk kleine daad een blijvende stempel achter op mijn leven. Ze ving mijn familie en mij op toen we van miljoenenstad Tehran, na tweeënhalf jaar en een vluchtelingenkamp in Drenthe te hebben gezeten, in het grijze en grauwe Brielle aankwamen.

Het was november 1997. Joke met haar nuchtere kijk, warme lach en rode krullen – die stiekem onthulden hoeveel liefde en warmte zij voor de mensheid had – pakte mijn hand vast en maakte me moederlijk lief duidelijk dat het ‘ontzettend belangrijk was dat ik snel naar de school ging’. Dat was voor mij een droom geworden, want tijdens mijn verblijf in het asielzoekerscentrum mocht ik niet naar een gewone middelbare school gaan. (U leest het goed: daar mochten de jonge asielzoekers niet naartoe.) En toen bracht Joke me naar het Maerlant College. Ik was toen 16.

Zenuwachtig en gespannen voor ‘mijn eerste schooldag’ op een Nederlandse school waar ik eindelijk echt wat kon leren, in plaats van oude-fietsen repareren of timmeren, wat wij op het AZC-schooltje verplicht waren. Ik sprak nog nauwelijks Nederlands en volgde lessen met vertraging omdat ik de uitleg van de docent probeerde te begrijpen door snel in mijn ‘AZC-woordenboekje’ de onbekende begrippen op te zoeken. Tevergeefs, want veel woorden stonden er niet in.

Klein gebaar, groot cadeau

Rond Kerst kwam Joke op thee bij ons thuis. We praatten gebarentaal en gebrekkig Nederlands en aten. we gevulde dadeltjes met walnoten en kokospoeder. Ze had een chique ingepakt pakketje meegenomen en zei: “Jongen, dit is voor jou.” Ik pakte een zwaar VanDale Woordenboek uit. Niet veel pubers lezen woordenboeken voor de lol, maar ik was er zo blij mee!

Deze kleine daad die misschien voor Joke vanzelfsprekend leek, was een groot cadeau voor mij. Het plantte een zaadje van compassie in mij en maakte me nog hongeriger naar woorden, synoniemen en dus de betekenis van het leven. Nu, zeventien jaar later, ben ik nog altijd dankbaar.

Het VanDale-woordenboek dat deze Iraanse puber zoveel meer kansen zou brengen ligt nu in de boekenkast van een docent die dagelijks andere pubers lesgeeft.

In ieders leven komen mensen voor die met hun kleine daden waardevolle inzichten kunnen scheppen. Joke had zich vast niet kunnen voorstellen dat het jongetje van toen, 17 jaar later, nog dagelijks dankbaar is voor het nog steeds driftig opzoeken van begrippen en hun definities. Jaren gaan voorbij, maar sommige gewoontes worden tijdloos.

Symbool

Vrijwilligers zoals Joke illustreren de diepe waarde van al die contactpersonen en vrijwilligers die mensen zoals ik hebben geholpen. Die zonder dat zij het weten, zoveel hebben betekend. Wat deze mensen deden en doen is van universele waarde. Daarom zal hun daad, hoe klein ook nooit verloren gaan.

Het verhaal van Joke staat voor mij symbool voor intrinsieke goedheid. Alle vrijwilligers die vluchtelingen in Nederland een warm welkom heetten zijn als licht in een koud en grijs land. Mensen als de vrijgevochten, nuchtere Joke Nieuwpoort met haar volle, rode lokken, die onvoorwaardelijk mensen willen helpen, is wat Nederland nodig heeft.

Damon Golriz  is politieke vluchteling uit Iran enpublicist in Nederland.