Met enige regelmaat proberen gezaghebbende personen ons te doen geloven dat de economische impasse, voortkomende uit de bank/kredietcrisis, voorbij is. Het oude adagium”wie niet werkt, zal ook niet eten” wordt overstemd door de wijsheid dat “wie niet uitgeeft, de economische groei in gevaar brengt”. Echter in het tijdperk na 2008 zijn mensen op emotioneel niveau niet aan te zetten (zo is inmiddels duidelijk gebleken) tot blinde consumptie of bestedingen, simpelweg omdat “het systeem” dat van hen verwacht. Er zijn twee kernoorzaken van de nog steeds voortdurende economische impasse.
Ten eerste staan wij met één been, zonder dat onze politici dat blijkbaar beseffen, in een revolutie die even ingrijpend is als de Industriële Revolutie destijds. Deze revolutie omvat de milieurevolutie, de genetische revolutie, de materialenrevolutie, de digitale revolutie en bovenal de kennis- en informatierevolutie. Politici moeten zich daarom bewust worden dat het onmogelijk is een succesvolle toekomst voor Nederland te creëren zonder de zaken vanuit een nieuwe conceptie en nieuwe filosofie aan te pakken. Echter ons overheidsbeleid is er nog steeds opgericht om het “oude” te herstellen in plaats van het nieuwe te stimuleren. Het “oude” is het streven toen het nog allemaal in orde was. De grootste uitdaging voor de politici zou moeten zijn: hoe komen we te weten waar en hoe de kennis in Nederland uitgebreid moet worden? Een belangrijke vraag daarbij is: welk deel van ons verleden kunnen we gebruiken als springplank naar de toekomst en welk deel van ons verleden is alleen maar overbodige ballast? Omdat alle vragen over de toekomst van onze economie en welvaart uitkomen bij de kwaliteit van onze beroepsbevolking is hoogwaardig onderwijs op basis -, hoger en academisch niveau (zowel regulier als niet regulier) van het grootste belang voor de toekomst van Nederland. Kortom, een nieuwe mentaliteit en aanpak zijn essentieel voor een succesvolle toekomst van Nederland.
Ten tweede: omdat banken cruciaal zijn voor het scheppen en exploiteren van krediet, heeft de bankcrisis rechtstreeks tot een kredietcrisis geleid. De enorme geldbedragen die de regering in de banksector heeft gepompt, vertoonden niet de neiging te doen wat ze verondersteld te doen: de leningen aan bedrijven en consumenten weer op gang brengen. De oorzaak daarvan ligt in het gegeven dat banken twee totaal onverenigbare doelstellingen opgelegd hebben gekregen (herkapitaliseren om een faillissement te voorkomen én het verstrekken van krediet). Als banken dan ook hun te hoge leverage-ratio willen/moeten verlagen dan betekent dit dat zij, vanwege het inkrimpen van eigen activa, nog minder krediet kunnen verstrekken. Als banken vervolgens gaan zitten wachten tot de waarderingen zich herstellen, komt de economie tot stilstand. Aldus is gebeurd!
Dit is catastrofaal geweest omdat een economie die eenmaal tot stilstand is gekomen buitengewoon lastig weer op gang kan worden gebracht. Er zijn twee belangrijke redenen waarom de kredietvoorziening niet langer alleen van het huidige geld/banksysteem afhankelijk moet zijn. De overheid heeft noodgedwongen de functie van “lender of last resort” van de banken overgenomen. Daarnaast moet de kredietvoorziening normaal kunnen blijven functioneren in tijden waarin er geen economische groei is. Er moet dus voor MKB bedrijven een kredietverleningsystematiek worden ingevoerd, die een belangrijke bijdrage biedt aan de stabiliteit van de nationale economie. Ons huidige monetaire systeem kan in hoofdlijnen overeind gehouden worden als we parallel daaraan een systeem à la het Zwitserse WIR invoeren. De WIR (Wirtschaftsring-Genossenschaft, later: WIR Bank) werd opgericht in 1934 om ervoor te zorgen dat MKB bedrijven konden blijven handelen tijdens de economische crisis.
Sinds 1936 heeft de WIR Bank de status van Bank. In 2008 nam de WIR Bank een systeem voor internetbankieren in gebruik.