Herman van Veen: de oubolligheid voorbij

03-11-2014 11:24

Hilarische anekdotes, familieliefde, melancholie, kinderlijke onschuld, maar vooral een fantastisch muzikaal spektakel: dat is de voorstelling van Herman van Veen (69). Met zijn fonkelnieuwe programma en getalenteerde band staat hij voor de 500ste keer in Carré. En ja: Alfred Jodocus Kwak kwam ook voorbij, maar dan net iets vunziger.

“Op een dag kom je erachter dat die man met borsten eigenlijk je moeder is.” Herman van Veen komt misschien uit de kuise jaren vijftig, maar daar is in zijn voorstelling niets van te merken. De zaal, die overwegend grijs is, gaat plat door hilarische anekdotes uit zijn jeugd waarin het mannelijk geslachtsdeel oftewel ‘de vleeskleurige augurk’ vaak het hoofdonderwerp is. Maar het wordt al snel duidelijk dat achter zijn droge verhaaltjes een groot verdriet schuilt: namelijk het gemis van zijn ouders.

Hema

Zijn moeder speelt misschien wel de hoofdrol in de voorstelling. “Als ik verdrietig ben of ik wil verdwijnen ga ik naar de Hema. En laatst kwam ik daar mijn oude vriend Joepie tegen dus vroeg ik hem: ‘wat doe jij hier?’, waarop Joepie antwoordde: ‘hetzelfde als jij Herman, je moeder missen.’ Ontroerende liedjes over ‘mamahanden’ doen zowel de zanger als de zaal zijn adem stokken. Maar Van Veen zou Van Veen niet zijn als hij vervolgens alle melancholie volledig vol humor de kop in drukt. “Als er Olympische Spelen voor sokken stoppen en stofzuigen zouden bestaan, dan was mijn mama kampioen.”

De Utrechtse zanger in hart en nieren experimenteert met muziektheater in al haar vormen. Zo brengt hij met zijn zevenkoppige band Alfred Jodocus kwak tot leven waarin hij de kerk seksistisch maar hilarisch zwartmaakt. Ook op muzikaal vlak komt van alles voorbij: van Tutti Frutti tot Marina Marina tot minimalistische technobeats, de hele zaal doet mee. Carré staat werkelijk op zijn kop, waarbij senioren in hun stoel zitten te twisten en Van Veen met knikkende knieën Elvispasjes danst.

IJdel en ego

Veel zangers zijn ijdel en flaneren vol ego over het podium dat op dat moment van hun is. Herman daarentegen huppelt schaamteloos over de planken. Het feit dat de zanger niet ijdel is maakt de voorstelling nog beter, omdat hij zijn bandleden uitgebreid de kans geeft hun talent te tonen. En dat talent is groot: zo levert Edith de Spaanse gitariste ongelofelijk vingerwerk en zingt aria’s die de tijd doen stil staan.

“Zullen we nu dan met zen allen oe-zingend de zaal uit gaan? En als jullie het niet goed doen ontvangen jullie een mailtje van mij na de voorstelling”, zei Herman van Veen na ongeveer zijn vijfde toegift. Hij sloot zijn show af als een echte rockster, rennend en highfivend door het publiek heen. Het einde van zijn voorstelling was absoluut een klapper waarin hij Stromae’s Alors en dance op sublieme wijze coverde, met eigen geschreven tekst. Voor de jongere generatie die dacht dat Herman van Veen misschien oubollig is, jullie hebben het mis.

Beeld: Bernd Hagedorn